ik dat je daarmee het gebied te ver omlaag trekt. Ik zou dat betreuren dat we die kant op zouden gaan. Ik stel voor die industriële bedrijven uit het bestemmingsplan te schrappen en ten aanzien van de hoogte om deze aan te passen aan de wens zoals die door de burgers en ook in de eerste instantie aldus naar voren gebracht van het wordt ö'/fe meter en niet onder druk van een projectont wikkelaar daar een hogere bebouwing te gaan toestaan. Dat was mijn voorstel. De heer VAN OOSTERHOUT: Ja, voorzitter, ik heb de wethouder de vraag gesteld of de uitgangs punten voor de nieuwe ontwikkeling zoals die op pagina twee naar voren zijn gebracht van het voorstel of die helemaal compleet waren om dat naar mijn gevoel, en dat was mijn informatie, de noordoostelijke kavel en de bouwhoogte of goothoogte van die noordoostelijke kavel daarin ontbrak. Hij zegt in z'n antwoord nu nog, hij is daar ook mee begonnen met die correctie van dat onderdeel, dat dat inderdaad nooit tot de afspraken die daar gemaakt zijn. Beluisterd bij de heer Huijpen dat dat naar zijn gevoel niet zo is, beluisterd bij de heer Wijnen dat hij zegt van ja eigenlijk wil ik nog verder gaan, ik wil ook nog terugkomen op het toestaan van industriële vestiging op de noordoos telijke kavel. Ik hou het liever bij afspraak is afspraak en dan gaat het er natuurlijk wel om dat we precies weten wat afgesproken is. Op zich vond ik het al een vervelende omissie dat iets wat afgesproken is niet in het voorstel staat waardoor je dus geconfronteerd wordt met de opmerking van kijk in het voorstel zelf staat al duidelijk dat wat is afgesproken uiteindelijk niet gerealiseerd wordt. Zo lees je dat in eerste instantie en na de correctie van uw kant en de aanname van mijn kant dat dat correcte informatie is, en ik heb nog geen reden om daaraan te twijfelen, dan beluister ik toch dat aan de andere kant gezegd wordt van ja dat is wel twijfelachtig. Het lijkt mij toch heel verstandig om duidelijkheid te hebben en om de uitspraak afspraak is afspraak gestand te doen. De heer HERMES: Ik wil ook nog wel een duit in het zakje doen over afspraak is afspraak, mijnheer de voorzitter. Ik heb vandaag nog informatie gekregen van bewoners bij bedoeld terrein dat er mogelijk afgeweken zou worden van de bebouwingsvrije zone. Dat is weerlegd door de wethouder en wat ik net in de pauze nog begrepen heb van de omwonenden is dat het enige bezwaar wat er nog bestond, het enige probleem wat er nog zou bestaan, dus ik mag aannemen dat gezien de toezegging van de wethouder dat de 14 meter gehandhaafd wordt dat die volledig in overeenstem ming is met de omwonenden zoals het hier op papier staat en dat er verder geen bezwaren meer zijn. Ik denk dat dan het college zich redelijk goed houdt aan afspraak is afspraak. Mijnheer Huijpen die zegt van ja ik meen me te herinneren dat de kavel achteraan dat daar ook een goothoogte van 51/2 meter is afgesproken, ik meen me te herinneren dat op dit informatie-avond, wel of niet aanwezig is, afgesproken is dat daar een gebouw zou komen staan in de trend zoals het aan de PNEM werd toegestaan. Wij wisten toen al dat de PNEM plannen had met goothoogte van hoger dan 51/2 meter. De heer DEN BRABER: Ik zou verder willen gaan dan de opmerking van de heer Hermes dat het college zich redelijk aan de afspraken houdt. Ik hou staande voorzitter, dat het college zich 100% aan de afspraken houdt. Het beeld dat door de heren Huijpen en Wijnen gecreëerd wordt is pertinent onjuist. We hebben het hier over een voorstel dat voor 100% spoort met de afspraken die op 15 februari 1990 met omwonenden gemaakt is. We hebben het over geen industrieel park, dat deel wordt ook niet gecreëerd, als we zelf gaan leven nu, we hebben over een bedrijvenpark met aan huis gebonden beroepen en soortgelijke vestigingen. Dat wordt nog versterkt door de wijziging die nog voorgesteld wordt om het maximum van vier woningen op te voeren naar zes woningen. We hebben het over een goothoogte van 5% meter en we hebben het over een goothoogte van 7 meter op de uiterste noordoostelijke kavel waarvan wij op 15 februari 1990 in Fidei et Arti al gezegd is dat daar een vestiging mogelijk moet zijn van een bedrijf zoals de PNEM dat voornemens was op het andere deel van het park te realiseren. Dus iedereen heeft vanaf 15 februari 1990 kunnen weten dat wij voor die noordoostelijke kavel zo'n PNEM-achtig gebouw toe zouden staan. Ik denk dat waar afspraak is afspraak geldt voor de omwonenden dat afspraak is afspraak ook geldt in de richting van de projectontwikkelaar en dat we niet naderhand daar nu aan moeten gaan knabbelen om dat er wellicht vanuit omwonenden alsnog bezwaren zouden zijn tegen de goothoogte van 7 meter voor dat ene noordoostelijke stuk. De hoogte van 5'/2 meter geldt voor het hele gebied met uitzondering van die noordoost kavel dus. De bebouwingsvrije zone van 14 meter daar wordt niet op geknibbeld. Ik heb ook vernomen dat er in het geruchtencircuit nu weer de angst is gaan 22

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1992 | | pagina 92