WD-fractie met een aantal deskundigen heeft berekend dat het voorliggend plan minimaal tien miljoen gulden gaat kosten. Uw college was in een eerder stadium al tot die conclusie gekomen wat blijkt uit een brief die u richt aan het secretariaat Voorbeeldplannen van de Rijks Planologische Dienst in het kader van de aanvraag van subsidie. De kaasschaaf-methode is vervolgens gehanteerd. Opmerkelijk feit daarbij vond ik de opmerking van de heer Van Hemmen dacht ik, die het draaiboek dus presenteert, die naam die vergeet ik steeds. Toen hij op een bepaald moment opmerkte van ja de afvoer van puin is een enorme kostenpost. Nu denken we de oplossing gevonden te hebben om ter plaatse het puin te storten. Hoe zich dat nu weer verhoudt naar het milieu toe of naar burgers toe is me totaal onduidelijk want puin storten is naar mijn opvatting en naar mijn weten verboden. Maar goed. Als uw college in de beginfase al de kaasschaaf-methode moet hanteren om het plan naar uw mening financieel haalbaar te maken, geeft dat aan hoe weinig financiële rek er in het plan zit. Terwijl er overal in den lande is gebleken dat bij renovatie, inrichting van dergelijke gebouwen, forse budgetoverschrijdingen hebben plaatsgevonden. We noemen dat het beruchte, bekende "stopera-effect". Volgens onze berekening moet uw college wederom de kaasschaaf-methode hanteren en wel om 400.000,te bezuinigen om binnen het budget te blijven. Ik zou overigens de vraag willen stellen: Kunt u aangeven waar dit allemaal ten koste van gaat? Want het is toch zo dat op een bepaald moment dan houdt het toch op met die kaasschaaf methode te hanteren en zult u als u op balkhoogte bent het gebouw toch moeten voorzien van een dak. De hoogte van de provinciale bijdrage staat nog geenszins vast. Deze is al in een eerder stadium tegengevallen bij een vorige uitkering. Een onzeker element in de financiering dus. Resumerend, mijnheer de voorzitter, komt de WD-fractie tot de slotconclusie dat wat de financiële haalbaarheid van het plan betreft dit met een taakstellend budget zeker niet mogelijk zal zijn. En wanneer het college daar een andere mening over heeft dan zijn wij van mening, de WD-fractie is dan van mening dat u een hersenschim nastreeft. Er zullen forse budgetoverschrijdingen plaatsvin den om het voorliggende plan überhaupt te kunnen realiseren en dit zal zeer zeker resulteren in lastenverzwaring voor de burgers. Wat wil de WD nu wel? De WD geeft er nog steeds de voorkeur aan met betrekking tot prioriteiten stellen in het beleid, te investeren in mensen in plaats van steen. De CDA-fractie heeft dat anderhalf jaar lang ook gewild, aangehangen die stelling en zich in soort gelijke bewoordingen uitgedrukt. Vanavond zijn ze 180° om begrijp ik. De prioriteiten in het te voeren beleid, van de WD ten opzichte van het college en de coalitie, verschillen essentieel. Verkeersveiligheid, een goede infrastructuur, milieu, schoon Oudenbosch, het opkrikken van de economische bedrijvigheid en de recreatie in het hart van Oudenbosch, en dan hebben wij het over een ander hart dan dat het college er over spreekt, een betaalbaar Oudenbosch zijn voor de WD speerpunten in het te voeren beleid. Samenvattend een beleid wat in z'n algemeenheid meer gericht is op het voorzieningenniveau van en voor de burgers. Mijn slotconclusie is, mijnheer de voorzitter, dat we dus essentieel van mening verschillen ten aanzien van wat uw college vanavond presenteert en de WD-fractie zal uw voorstel derhalve niet steunen. Wij zijn van mening, ik heb dat al eerder gezegd en eerder aangegeven in het betoog, dat in samenspraak en in samenwerking met onder andere het bedrijfsleven gekeken moet worden naar de invulling van St. Anna waarbij woonvormen, daar wil ik toch nog graag even op terugkomen, in onze gedachten prioriteit genieten. Als het nu op Sancta Maria wel mogelijk is gebleken, waarom zou het dan in St. Anna niet kunnen? Bovendien blijkt uit een onderzoek vanuit het Gecoördineerd Bejaardenwerk dat er enorme behoefte is onder de bevolking naar aangepaste woonvormen in het centrum. Maar liefst 170 55+- ers gaven te kennen graag in het centrum te willen wonen, dicht bij de bank, dicht bij de winkels, dicht bij het postkantoor enzovoorts. Ik heb u dat rapport, mijnheer de voorzitter, toegezonden. Op zich is deze uitkomst niet vreemd, mijnheer de voorzitter, met name in relatie met de forse voortschrijding van de vergrijzing van onze maatschappij. Dus daar waar het gaat om opmerkingen als zou er geen behoefte zijn aan deze woonvormen staat dat haaks op onderzoeken en realiteit. Dit is de bijdrage namens de WD-fractie en de WD in eerste termijn, mijnheer de voorzitter. De heer VAN OOSTERHOUT: Dank u wel, voorzitter. In de eerst helft van deze eeuw kende onze gemeente een periode van groei en bloei. De laatste decennia keerde het tij en zien we als gevolg van een voor Oudenbosch minder gunstige sociaal- culturele en economische ontwikkeling, een aantal tekenen van verval. De geschetste ontwikkeling dwong het gemeentebestuur initiatief te nemen en bewust te investeren in een levendig en leefbare gemeente via een beleid voor stadsvernieuwing. Hier ligt een kans om zo'n proces van verval en uitholling te keren en een 8

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1992 | | pagina 8