riolering en dat maakt het wat ingewikkelder om het waterverbruik te kiezen als basis voor de differentiatie. Laten we met elkaar die discussie op basis van de ambtelijke visies die daar over komen even afwachten. De heer Hermes vraagt of de bbb's nog van invloed zijn op de tarieven. Het is zo dat de tarieven die nu in het pré-advies aangegeven worden dat die inclusief de lasten zijn van de randvoorzieningen van de overstorten van de bergbezinkbassins als daar goedkopere oplossing uit voortkomen uit het overleg dat we het dan er nog over hebben dan kan het riooltarief op een lager eindniveau eindigen dan nu aangekondigd wordt. De heer HERMES: Dus toch rekening houden met de uitgavenkant op de bbb's, u zei daarstraks van niet. De heer DEN BRABER: Ja. Voor 1992 zitten ze er niet in want in '92 hoeven wij geen bbb's aan te leggen, wat dat betreft hebben we elkaar waarschijnlijk verkeerd begrepen. Dan ben ik het met de heer Van Oosterhout eens dat de bbb's op dit moment nog voor een strategische waarde hebben om dat overleg te voeren en dan ga ik er maar voorbij, voorzitter, aan de opmerkingen op dit moment over de uitvoerige discussie die hij en de heer Huijpen over de drie ton inmiddels gevoerd hebben en nog meer ja. De VOORZITTER: Ik meen te constateren dat wij aan het einde zijn van twee termijnen over dit onderwerp. Ik probeer een eindconclusie te formuleren. Mag ik aannemen dat ten principale de raad het ontwerp-besluit steunt, dat er nu al door een aantal van u voorbehouden zijn gemaakt ten aanzien van straks het invoeren van de tarieven en de methode van de tarieven omdat die te maken hebben met de financiering maar dat nu ten principale, en dat is ook eigenlijk de tekst van het besluit zoals het ligt, het rioolbeheerplan als uitgangspunt te willen nemen voor verdere uitwerking van de rioleringsstructurering. De heer HUIJPEN: Als u een stemverklaring afneemt, mijnheer de voorzitter. Ik denk dat uw samenvatting niet direct klopt althans volgens onze bevindingen niet. We zijn het eens dus zeg maar het technische gedeelte, ook de personele gevolgen daarvan maar héél duidelijk hebben wij dus kanttekeningen gemaakt met betrekking tot de financiering. De financiering is een wezenlijk onderdeel van het rioolbeheerplan. Wat dat betreft blijven dus de kanttekeningen en de opmerkin gen die wij daarover gemaakt hebben die blijven dus overeind en dat zou ik nadrukkelijk zo ook vastgesteld willen zien. De VOORZITTER: Dat is een duidelijke stemverklaring en die zal dan ook als zodanig worden opgenomen. Andere nog behoefte aan een stemverklaring want het is toch ingewikkelder dan ik dacht. De heer BASTIAANSEN: Ja, voorzitter, wij zijn accoord met het rioleringsplan alleen maken wij toch bezwaar tegen met name die 100,— in deze en met uitsluiting daarvan willen wij daar toch mee accoord gaan. De heer HERMES: Dat besluit is een besluit, mijnheer Bastiaansen, maar het besluit voor die tarieven voor de gebruikers dat is al een maand of vier a vijf geleden genomen. Toen hebben wij van uw kant niet die bezwaren gehoord en we kunnen nu niet zeggen nee maar je kan nu toch niet zeggen van we gaan wel accoord met technische kant maar met dat gedeelte van het besluit wat vier of vijf maanden geleden al genomen is zijn wij het niet eens. Ik denk nu dat er iets fout zit. De VOORZITTER: U kunt volstaan met de verklaring zoals de heer Bastiaansen die heeft afgelegd en het college zal daar mee handelen zoals dat het college goeddunkt. Wij hebben daar nota van genomen. De heer BASTIAANSEN: Wel een besluit genomen maar we kunnen wel een verschuiving zien in de lasten. 18

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1992 | | pagina 88