De heer HUIJPEN: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Accoord met het plan van aanpak. De opvatting van mijn fractie is met uw college dat wij op deze wijze middels de vaststelling van een integraal rioolbeheerplan, dat dat de juiste manier is om de rioleringen te beheren enerzijds en de kosten anderzijds te beheersen. Bepaald moeite hebben we met de financiering. Dat betekent dat het voorliggende voorstel dat dat in grote lijnen doorgerekend wordt naar de bewoners toe en daar hebben wij bepaald moeite mee. Dank u wel. De heer VAN OOSTERHOUT: Dank u wel, voorzitter. Als uitwerking van het milieubeleidsplan is dit strategisch rioolplan, rioolbeheerplan een goede basis voor de operationele plannen die wij in de komende jaren moeten ontwikkelen om de riolering in Oudenbosch op goed niveau te houden. Ik zeg nadrukkelijk op goed niveau te houden want één van de conclusies in dat rapport is dat het met de toestand van de rioleringen in Oudenbosch gewoon nog best gesteld is. Over het algemeen verdient het het predikaat goed en ik denk dat dat heel plezierig is om dat maar eens eerst vast te stellen. Dat wil niet zeggen dat er geen werk aan de winkel is want in het rioolbeheerplan zoals het hier voorligt worden voor de komende zestig jaar talloze renovaties voorgesteld die gedaan moeten worden en die een flinke prijs kosten. Voor die niet-zichtbare werken die o zo noodzakelijk zijn, moeten wij denk ik de kosten ook goed in beeld brengen. Het uitgangspunt van het college met betrekking tot het financieel beheer, kiest namelijk 100% kostendekking van de uitgaven op dit terrein dat heeft onze instemming. De instelling daarbij van een budgetegalisatiefonds waardoor je de financiering en de inkomsten in één fonds onderbrengt en uit de algemene dienst haalt, dat heeft evenzeer onze instemming maar daarbij ontstaat - dat is inmiddels nu duidelijk - een budgetruimte voor de algemene dienst van 300.000,Die budgetruimte die ontstaat voor de portemonnee van de gemeente in 1993 en volgende jaren, structureel dus. Dat is dus ruimte die in principe gewoon ook aan de burger kan worden teruggegeven. Mijn fractie heeft daar, zoals ik in de commissie heb aangekondigd, nog eens heel even goed over nagedacht en wat we daar nu mee moesten doen want de keuze is teruggeven of niet terugkregen of laten zeggen verwerken in de tariefstelling en wij hebben gemeend te moeten kiezen voor het handhaven van die drie ton budgetruimte om de volgende reden. Al een aantal malen is in deze raad gesproken over de financiële situatie. We hebben nog maar onlangs twee rekening vastgesteld waar forse tekorten op zaten waardoor de reserves flink moesten worden aangetast. Voor het financieel gezond maken van de gemeente kan het dus geen kwaad om die budgetruimte gewoon even in de kneep te houden. Het tweede punt. In deze gemeenteraad hebben we nog niet zolang geleden een formatieplan voor het personeel vastgesteld. U weet kost dat plan ons 400.000,a 500.000, Het derde punt. Het afvalbeheerplan, het groenbeleidsplan, het wegenbeheerplan en welke andere plannen nog al niet komen er aan. Terecht ook want ik vind dat we de zaken in deze gemeente goed op een rij aan het zetten zijn en bestuurlijk is dat alleen maar plezierig. Je moet dan ook middelen hebben om het uit te voeren en misschien dat ook in die sfeer die 300.000, budgetruimte die er ontstaat in de algemene dienst gebruikt kan worden. Tot slot. Een procedurele reden om die ruimte maar even gewoon in de algemene dienst te houden. Eerst teruggeven en dan vervolgens weer zeggen en nu moeten we het weer terughebben, dat is een slecht zaak, dan blijft het onbegrip, teruggave en vervolgens weer opeisen dat is de keuze die wij niet maken. Wij gaan accoord dus met het voorstel zoals het hier ligt. Inhoudelijk heeft onze volledige instemming, financieel heeft het onze instemming onder de voorwaarde dat die 300.000,wordt afgezonderd en dat over de invulling daarvan apart wordt beslist bij de voorjaarsnota. Dank u wel. De heer BASTIAANSEN: Ja, voorzitter. Wij zijn blij in z'n algemeenheid met dit rioleringsplan maar wat betreft de financiële onderbouwing hebben wij problemen. Dat hebben wij aangegeven bij de algemene beschouwingen in de begrotingsbehandeling. Dat wij daar niet in kunnen stemmen met het tarief voor de eigenaren, in de stukken 100,geraamd want die eigenaren die worden eigenlijk drie maal belast. Ten eerste in de grondprijs want daarin zijn ook de nutsvoorzieningen berekend. In de onroerendgoed-belasting, eigenaarslasten daarvan want een groot gedeelte van deze belasting is al bestemd voor de rioleringen. Ten derde. Nu de eigenaarslasten zoals in dit plan is voorgedragen. Verder wilt u de rioleringsrechten zuiver aan de bevolking tonen dan had u eerst de rioolbelasting uit de onroerendgoed moeten halen en deze overeenkomstig verlagen en vervolgens die rioolbelasting baseren op de werkelijke kosten. Zoals het nu wordt voorgesteld is het indirect een verhoging van de onroerendgoed-belasting. Het CDA is voorstander van een heffing 13

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1992 | | pagina 83