er wellicht een mogelijkheid om dat wellicht gedeeltelijk ter opvulling van de saldi-reserve om op die manier dat negatieve reserve te neutraliseren. We komen daar graag nog bij u op terug in de commissie. Of het structurele overschrijdingen zijn dat is zowel door mijnheer Huijpen en ik dacht ook door mijnheer Wijnen wel enigszins genoemd, naar onze mening niet. We hebben eigenlijk al in de begroting van vorig jaar een aantal van dit soort zaken natuurlijk gesignaleerd en met u allen een nieuwe begroting vastgesteld. Een aantal van ons eventuele structurele ontwikkelingen als het ware een halt zijn toegeroepen. Daar waren we met ons allen bij en mochten er tussentijds en dat systeem is langzamerhand in ontwikkeling mochten er tussentijds dus overschrijdingen plaatsvinden dan zal in ieder geval uw portefeuillehouder daarvan in kennis worden gesteld en als de donder, als ik het zo mag formuleren, zorgen dat dat soort zaken niet verder uitgroeien. De heer WIJNEN: Dat is eigenlijk mijn vraag, als ik u mag onderbreken. Kijk er zijn overschrijdingen die een aanzienlijke omvang hebben aangenomen, dat is niet zo van ettelijke tienduizenden guldens maar over soms wel de verdubbeling van het krediet en dan vind ik dat de raad dat had moeten weten. De VOORZITTER: Ik kwam aan de beantwoording van uw opmerkingen, ik zal het meteen maar meenemen. Ik denk dat het formeel gezien ook de juiste gang van zaken zou zijn. Als er over schrijdingen zijn van bepaalde gevoteerde bedragen dan is het niet anders dan logisch dat de raad daarvan in kennis gesteld moet worden de toestemming gevraagd moet worden om die over schrijding te honoreren. Ik ben het met u eens. Ik neem aan dat u ook gemerkt heeft dat het het afgelopen jaar ook eigenlijk, als dat aan de orde was, ook aan u werd voorgelegd. De behoefte proef ik ook om zo snel mogelijk kennis te dragen van de rekening 1991. Daar zijn nu al de nodige activiteiten binnen de planning over op gang gezet en volgens de planning zal het zou zijn dat de raad in staat is om in november van dit jaar, misschien tegelijk met de begroting 1993, de rekening 1991 zou kunnen vaststellen. Daar is de planning op gericht en ik denk dat dat ook een goed tijdstip is dat u enerzijds de begroting voor het volgend jaar tegelijkertijd met de rekening van het voorafgaande jaar kunt behandelen. De heer Van Oosterhout mist een analyse van de financiële positie. Ja, het is maar de vraag wat je onder analyse van zo'n positie verstaat. Er wordt natuurlijk opening van zaken gegeven in de jaarrekening. Ik herinner me ook de discussie en uw verzoek onder andere in de commissie ABZ om te komen met een, mag ik het zo verklaren, een financiële beleidsnotitie. Ik denk dat dat het moment is waarop we daar eens over kunnen praten hoe wij omgaan met bepaalde financiële gegevens. Dat het niet alleen een sec-rekening is en een uitleg van nou dit is de situatie en daar blijft het bij, maar dat wij dat wat beleidsmatiger oppakken. Ik wou het daarbij laten met de beantwoording maar ik neem aan dat er nog behoefte is aan een tweede termijn. De heer VAN OVERVELD: Misschien, voorzitter, dat ik één opmerking nog even mag rechtzetten. Niet om me erachter te verschuilen maar mijnheer Huijpen schrijft graag dingen die hem niet welkom zijn toe aan het burgemeesterloze tijdperk. De begroting 1990, mijnheer Huijpen, is niet in het burgemeesterloze tijdperk tot stand gekomen. Ik hou ervan om historische zaken op de goede plaats te houden. De heer HUIJPEN: Ja, ik neem daar kennis van, ik vind het wel leuk dat u daarop reageert want dat was ook de bedoeling. Wat dat betreft is het opzetje geslaagd maar ik heb er verder geen moeite mee. Ik vind het prima zo. De VOORZITTER: Aangezien ik daar dus niet bij was, ben ik ook bewust in mijn eerste termijn daar niet op ingegaan, maar ik denk dat het nu opgeklaard is. De tweede termijn. De heer HUIJPEN: Ja, nog een paar opmerkingen, mijnheer de voorzitter. Ik begrijp zowel uit het voorstel als uit uw reactie dat met betrekking tot de kredietbewaking dat u de eerste aanzetten hebt gepleegd. Ik hoop dat dat toch structureel zeg maar ingevuld gaat worden want mijn fractie blijft toch de zorg voor een deel aanwezig met betrekking tot de financiële ontwikkeling van deze gemeente en wij blijven er toch op hameren als je dus de rekening 1989 afsluit met een tekort van 729.000,en 1990 dus, wanneer we geen onttrekkingen doen aan de reserves, van ruim één

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1992 | | pagina 53