De heer VAN OOSTERHOUT: Dank u wel, voorzitter. Ik zou in de eerste plaats dank willen uitbrengen aan de commissie van rekeningenonderzoek voor het verrichte werk. Daar is natuurlijk werk, lijk mij, om zoveel posten waarop verschillen zijn om daar eigenlijk toch nog de juiste conclusies aan te verbinden. Ik heb daar alle waardering voor en dat wou ik bij deze dan ook gezegd hebben. Het raadsvoorstel, voorzitter, heeft een omvang die denk ik omgekeerd evenredig is aan de omvang van het tekort waar het in dit jaar overgaat, 1.150.000,als je daar in ieder geval even bij betrekt de reserves die er nog bij gebruikt zijn om het saldo te maken tot wat het nu is 638.000,--. Dus als je dat niet zou doen 1.150.000,-- tekort is gigantisch groot. Ik zeg al de omvang van het raadsvoorstel is dan omgekeerd evenredig aan het tekort. Over de analyse van de financiële positie van onze gemeente vind ik helemaal niets terug en ik denk dat hier nog volop werk ligt voor ja, een commissie financiële zaken of voor de protefeuillehouder financiën om daar eens flink de tanden in te zetten want nog één jaar zo, en mijnheer Huijpen zei het al, dan denk ik toch dat we ons wel drie keer achter het oor moeten krabben. Ik weet niet wat er voor 1991 op de plank gelegd zal worden straks en ik ben benieuwd. Het is een vroeg om daar nu al naar te vragen, het is pas februari. Als we de rekening 1991 in ook februari 1993 vaststellen dan zijn we denk ik daarmee veel te laat en is misschien het leed al lang weer geschied maar dat is even wat teveel vooruitlopend vind ik zelf ook dus ik wil het laten bij mijn constatering dat ik in overgrote mate mis de analyse van onze financiële positie. Ik had dat anders verwacht maar misschien zit ik er helemaal naast. De heer VAN DE LUIJTGAARDEN: Dank u wel, voorzitter. Onze fractie zou in de eerste plaats de ambtenaren en het college willen bedanken voor het verrichte werk in deze. Onze vragen gesteld in de rekeningencommissie zijn voldoende beantwoord en de vraag van de fractie van de Partij van de Arbeid in de rekeningencommissie om een voorziening te treffen voor het afboeken van vorderingen van dubieuze debiteuren, stemt ons tevreden. Wij hopen naar de toekomst toe dat de maatregelen die getroffen zullen worden er toe mogen leiden dat de financiën van onze gemeente beter en efficiënter zullen worden beheerd en beheerst. Mijnheer de voorzitter, dit moet lukken met onze vernieuwde organisatie. Tot zo ver. De VOORZITTER: Om met de laatste woorden meteen te beginnen, en dat is niet voor de eerste keer dat u dat gemeld wordt en ik heb ook reden om aan te nemen dat u proeft dat er ontwikke lingen ten positieve zijn. Er is natuurlijk het nodige gaande in de organisatie en in de tijdschema's en de strakkere voering van het financieel beleid, niet alleen in de financiële beleidsplanning als ik het zo even mag noemen maar ook in de bewaking en uiteindelijk uitmondend in de rekening. Wij weten ook met ons allen dat we er nog niet voor 100% zijn maar ik het het volste vertrouwen dat in de loop van dit jaar ook de door velen van u diverse malen naar voren gebrachte en onder de aandacht gebrachte systematiek van budgetbewaking en de kreet, laat ik het zo zeggen, budget is budget, dat dat zeer terdege ter harte wordt genomen binnen de organisatie. Er zijn voorstellen in ontwikkeling, de eerste aanzetten zijn daartoe gedaan en er vindt al een veel stringentere manier controle plaats van de uitgaven tot nu toe. Met andere woorden we zijn op de goede weg en ik heb de volste verwachting dat in de loop van het jaar daar ook bewijzen naar u toe zullen kunnen worden aangeleverd. Ik ben het met u eens maar het is wat napraten en dat is ook door iedereen gezegd, dat er inderdaad in dat jaar sprake was van een fors tekort. De reden, zij het misschien in een wat summiere beantwoording, is ook daarbij aangegeven in zowel de discussie binnen de rekeningencommissie maar ook in het raadsvoorstel. Op dat moment moest er vrij snel en zo goed mogelijk de begroting in elkaar worden gezet en dat blijf je natuurlijk op onderdelen wat op, laten we zeggen, op los zand af en toe werken. Inmiddels en ik herhaal het toch nog maar een keer, is de procedure zo in gang gezet dat alles tijdig in ontwikkeling gebracht kan worden en dat wij zo wel overwogen mogelijk met de begrotingen naar u komen. Het is ook niet alleen maar zo dat de tekorten veroorzaakt zijn door overschrijdingen van bepaalde budgetten. Het is natuurlijk ook zo dat een aantal elementen uit de begroting, laten we zeggen, te hoog ingeschat waren aan de inkomsten. Dus het heeft wat dat betreft een dubbele werking, het is dus niet alleen opgetreden tekorten. De opmerking van mijnheer Huijpen over de saldi-reserves en de tekorten. We hebben dat ook intern eens heel goed op ons laten inwerken en zullen ook de komende tijd moeten kijken wat op dit moment de stand van de diverse reserves is. Er zijn een aantal reserves opgebouwd waarvan je kunt afvragen moeten die nog op deze manier en in deze omvang tot stand blijven of is

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1992 | | pagina 52