De heer JONGENELEN: Ja, voorzitter. Punt 8. Uw reactie op de brief van de bewoners van de
Bosschendijk dat er geen nieuwe feiten aangedragen worden over de verkeerssituatie van de
Bosschendijk. Van u zou ik graag vernemen hoe u gaat reageren op de brief die geschreven is en
met de gedachte dat de behandeling in de commissie VIM van 10 februari destijds over de
ontwikkeling van de verkeersveiligheid in Oudenbosch en de verkeersproblematiek. Misschien dat u
datgene wat besproken is toch die mensen iets toe kan zeggen dat er eventueel in '93 toch aan die
verkeerssituatie iets gedaan zou kunnen worden.
De heer TERLOO: Dank u wel, voorzitter. Onze fractie vraagt zich af waarom voor punt 9 van de
ingekomen stukken geen gewoon raadsvoorstel is gemaakt en ze vraagt zich ook af van welke post
wordt dit bedrag nu genomen. Verder is het voor onze fractie nog steeds niet duidelijk waar deze
middelen zijn gebleven. Ook die 50% tegemoetkoming kunnen wij niet plaatsen. Dank u wel.
De VOORZITTER: Wethouder Van Overveld zou u de vragen van de heren Van Agtmaal en Terloo
ten aanzien van punt 9 willen beantwoorden?
De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, ik kan mij niet verenigen in de wijze waarop de brief
onder 10 beantwoord wordt. Ik denk dat dat volstrekt voorbij gaat aan de discussie die er binnen
het streekgewest hoe dan ook heeft plaatsgevonden over die kamernota. Ik stel u voor, ik doe als
tegenvoorstel dit stuk in de commissie te bespreken nadat er nog eens gekeken is naar de wijze
waarop daar binnen het streekgewest mee is omgegaan.
De heer BASTIAANSEN: naar aanleiding van brief 9, zijn wij eigenlijk van mening dat die
reparatie van 7.000,eigenlijk niet zouden behoren te zijn. Wij zijn van mening dat het eigenlijk
tot de grond toe uitgezocht zou moeten worden om hier duidelijkheid over te krijgen. De gelden van
de burgers verdienen dat respect. Anderzijds zijn wij van mening dat het om hier de zaak toch op te
lossen het toch goed is dat wij deze handeling plegen en dat wij dan zeggen van door deze
handelwijze dan is althans dat probleem de wereld uit. Ik denk dat het om puur praktische redenen
is dat wij als CDA daar mee in kunnen stemmen.
De heer VAN OVERVELD: Ja, het gevaar dreigt dat wij de discussie uit de commissie over dit punt
een beetje overdoen want datgene wat ingebracht wordt is ook uiteraard door de verschillende
fracties in de commissie al ingebracht. Ik heb geen nieuwe feiten aan te voeren met betrekking tot
datgene wat hier voorligt. De 50%, om dan snel toch maar nog een keer de antwoorden te geven,
mijnheer Van Agtmaal, zijn gebaseerd op de pijn gezamenlijk delen, die gedachte. Waarom ligt er
geen raadsvoorstel, ja, dat weet ik eigenlijk ook niet. Het is nu via deze weg gedaan, misschien had
het inderdaad ook via een raadsvoorstel gekund. Van welke post zou het dan moeten? Dat zal,
denk ik, moeten van volgens mij de beruchte post "onvoorzien". Waar is dat geld destijds gebleven?
Daar hebben we in de commissie uitvoerig over gestoeid en daar is tien jaar geleden al, maar toen
door Emcee, uitvoerig over gestoeid. Ja, die 50% kunt ook u niet plaatsen, dat heeft u ook al in de
commissie kenbaar gemaakt. Maar ja, ik heb alleen maar de bedoeling gehad om een poging te
doen tot een oplossing te komen en we kunnen ook zeggen we doen niks en dan komt het
probleem vanzelf in de loop van het jaar of volgend jaar in z'n vorm opnieuw op ons bord. Onze
bedoeling was om die zaak nu voor eens en voor altijd uit de wereld te halen en niet meer dan dat.
Ik ben het op zich eens met de woorden van mijnheer Bastiaansen dat dit soort zaken het verdient
om tot op de bodem uitgezocht te worden maar dat is destijds, dat heb ik ook in de commissie al
proberen toe te lichten, heel uitvoerig geprobeerd en dat is door het niet meewerken van andere
zijde dan binnen deze gemeente niet mogelijk gebleken en dat wordt alleen maar moeilijker omdat
we nu over iets praten tien jaar na dato. Om praktische redenen hebben we gezegd laten we de
pijn niet alleen bij Emcee leggen maar daar dan gedeeltelijk de last van meedragen maar niet
alleen de gemeente of niet alleen Emcee. Dat was de enige achterliggende gedachte en niet meer
dan dat en daar wil ik vanuit die stellingname wil ik met Emcee verder over deze zaak praten.
De heer HERMES: Ja, voorzitter. Het antwoord van de wethouder over het waarom nu geen
voorstel maar op deze manier dat stemt in ieder geval mij niet tevreden. Ik denk dat toekenning van
subsidie op welke manier dan ook via raadsvoorstellen hoort te gebeuren en we kunnen dan wel
2