hiermee vast. Voor St. Anna is hiermee een functie gevonden die het gebouw waardig is. Wij zijn
bijzonder blij dat in de St. Annastraat een niet onbelangrijk gedeelte van circa 4000 m3 op ons
initiatief kan worden behouden. Een gedeelte met een herbouwwaarde van circa drie miljoen gulden
blijft alsnog gehandhaafd en wordt in het vast te stellen bestemmingsplan positief bestemd. Indien
dit gedeelte niet nodig mocht zijn voor de uitbreiding van het gemeentehuis na de gemeentelijke
herindeling dient het college naar andere mogelijkheden voor het gebruik te zoeken. Onze fractie
zal in dat geval graag een regionale functie in dit gedeelte van St. Anna zien. Een voorzet willen we
best geven. De op te richten regionale milieudienst of het streekarchivariaat. Onze fractie blijft het
jammer vinden dat de negentiende eeuwse voorgevel in St. Anna gaat worden gesloopt. De
argumenten van de architect die overgenomen zijn door het college spreken ons echter aan. We
moeten niet ten koste van alles willen behouden. Dat het aanzicht van Oudenbosch met de
uitvoering van dit plan in het hart van de gemeente anders wordt is inmiddels een gegeven. Een
beslissing over een nieuw gemeentehuis wordt door een raad zelden gemaakt. Oudenbosch moet
dit nu binnen 25 jaar voor de tweede keer doen. We hopen dat er nu in het plan voldoende
reservecapaciteit zit, zodat het nieuwe gemeentehuis een investering is die voor minstens 50 jaar
bruikbaar is. Het handhaven van de pastorie, waarvoor onze fractie vanaf het begin heeft gepleit,
vinden wij terug in uw plannen. De wijze waarop inzicht wordt verstrekt aan de raad over het
bewaken van de budgetten dient voor de daadwerkelijke uitvoering in ABZ aan de orde te worden
gesteld. We willen inzicht hebben in de verwerking van de financiële verplichtingen die aangegaan
worden voor de uitvoering van het plan. Wel dient er een duidelijk afspraak te komen over de wijze
waarop de budgetten worden bewaakt. Mijnheer de voorzitter, het belang dat wij hechten aan een
goede kostenbewaking en dergelijke wil onze fractie aan het einde van onze eerste instantie in een
motie verwoorden.
Voorzitter, ik wil u bij deze de motie even overhandigen.
De VOORZITTER: Dank u wel. Ik constateer dat op dit moment de motie nog niet is ondertekend
maar ik neem aan dat dat zal gebeuren. Zodra dat zo is dan maakt deze motie deel uit van de
beraadslaging.
De heer JONGENELEN: Mijnheer de voorzitter, wij zouden graag geïnformeerd worden of het
mogelijk is een groter gedeelte van de investeringen ten laste van het fonds grote werken te
brengen. Vooral als dit fonds door grondverkopen in 1992, 1993 en 1994 groeit. Het fonds grote
werken is het fonds voor bovenwijkse voorzieningen. De lasten voor de Oudenbossche burger
zullen in de loop der jaren stijgen. Dat is zeker. Duidelijk is echter dat de lasten niet noemenswaar
dig stijgen door het uitvoeren van dit plan omdat het veel andere factoren zijn zoals verhoging
kosten reiniging, kosten rioolbeheer, verkeersveiligheid en dergelijke. In de voorlichting naar de
burger toe komt een en ander niet goed over. Een betere voorlichting is op z'n plaats. Tenslotte is
nog een belangrijke opmerking inzake het voorliggend besluit. De CDA-fractie zal alleen voor het
plan stemmen als in het besluit dus niet alleen in het toelichtende pre-advies wordt opgenomen dat
op de ontwikkelingen tijdens de planperiode wordt ingegaan. Teneinde geen misverstand te krijgen
dient een en ander zo te worden geformuleerd dat dit zowel financiële ontwikkelingen als ruimtelijke
ontwikkelingen kunnen betreffen. Hoog te korten op de jaarrekeningen kan er bijvoorbeeld
aanleiding toe zijn de financiële zijde van de zaak in het kader van de te verwachten lasten eens
door te nemen. De steun van onze fractie is gebaseerd op de thans ter beschikking staande
gegevens. Mijnheer de voorzitter, tot slot wil ik in het kort de toezeggingen herhalen die onze fractie
van u wil vernemen. Ten eerste: de pastorie is voor de planperiode positief bestemd. Ten tweede:
de bebouwing van het complex wordt in de St. Annastraat op initiatief van het CDA voor het
grootste gedeelte behouden. Ten derde: op ontwikkelingen tijdens de planperiode wordt ingespeeld.
Onze steun aan dit historisch besluit is afhankelijk van uw toezeggingen op onze opmerkingen in
eerste instantie. Mijnheer de voorzitter, thans wil ik overgaan tot het voorlezen van de motie van het
CDA.
De heer WIJNEN: Ik constateer dat mijn naam onder die motie is vermeld. Ik kan me daar niet in
vinden.
3