heeft die monumentenman nog te verwachten hier? Zwak gestructureerd, afbreuk doen aan de
bestaande structuur en tot zijn respijt, dat is dan het plan dat weliswaar met varianten maar in ieder
geval niet de variant om de voorgevel van St. Anna af te breken om dat erin te vermelden dan
stond er helemaal nog niet in. Tot zijn spijt moest de directeur constateren dat met dit bestem
mingsplan in mijn inziens onjuiste oplossingsrichting wordt uitgezet terwijl de plantoelichting
onvoldoende inzicht verschaft in de achterliggende analyse en afwegingen. Ik had die brief niet
geschreven of niet gezien toen ik mijn vragen opstelde maar goed een kind kan de was doen als hij
geen planologie moet bedrijven in Oudenbosch. Dank u wel.
De heer DEN BRABER: Ik denk dat ik heel kort kan zijn, voorzitter. Met genoegen constateer ik dat
het merendeel van de CDA-fractie en ons college overeenstemming bereikt hebben over een
aantal nadere uitgangspunten. Ten aanzien van het behoud van het klooster aan de St. Annastraat
is er van de zijde van het CDA een aantal interessante suggesties aangedragen, die we zeker
nader zullen bestuderen. De heer Hermes en dat geldt ook voor de heer Van Oosterhout hebben
geen vragen meer bij mij weggelegd. Ten aanzien van de opmerkingen van de heer Huijpen over
van ja je kunt ook stadsvernieuwingsgelden gebruiken voor verkeersveiligheid enzovoorts, moet ik
hem althans voor het gemeentelijk aandeel daarin, moet ik hem volkomen gelijk geven, dat kan
best. Een ieder van ons en ik dacht dat de heer Van Oosterhout dat in eerste termijn al aangedra
gen had, een ieder van ons heeft ook het probleem St. Anna op te lossen. St. Anna als woning
bouw daarvan weten we nu al, en dat is dus de voorkeur die er bij de WD blijkbaar leeft, kost zo'n
zeven miljoen, St. Anna verbouwen tot woningen kost zo'n zeven miljoen, en dan moet je de
problematiek van de gemeentelijke huisvesting daarboven op nog eens oplossen. Dat wij het initi
atief genomen hebben naar St. Anna toe om dat complex te verwerven, dat is op zich juist maar dat
is begrijpelijkerwijs voortgevloeid uit het unanieme raadsbesluit van juni 1988 om richting St. Anna
de zaken uit te werken zoals Hoogenberk die aan ons voorlegde destijds. De kans is klein
voorzitter, dat er tussen de heer Wijnen en mij vanavond nog iets moois opbloeit, bestuurlijk. Hij
herhaalt een aantal vragen uit de brief van de CDA-fractie van 1 januari jongstleden waarvan hij
vindt dat wij daar onvoldoende op gereageerd hebben. Ik mag er aan herinneren dat ik kort nadat
de brief binnengekomen is met vertegenwoordigers van de fractie van het CDA een gesprek gehad
heb, dat ik mijn probleem over de ambtelijke capaciteit die nodig was om die zeven kantjes te
beantwoorden in de korte tijd die daarvoor was heb ik aan hun voorgelegd, ik ben met de
waarnemend fractievoorzitter van het CDA tot de conclusie gekomen dat het mogelijk was om de
vragen op hoofdlijnen, en dat waren de vetgedrukte delen van de tekst, te beantwoorden in de
commissie VIM en daarvan een schriftelijke weergave te leggen bij alle leden van de raad. Ik heb
van die kant geen reactie meer gekregen en ik meen dus dat ik wat dat betreft mij aan de
afspraken gehouden heb. Ten aanzien van de bedenkingen van de heer Wijnen over het slopen
van de voorgevel die er zou bestaan bij de provincie, kan ik hem melden dat de provincie inmiddels
al een drietal maanden vanaf oktober denk ik, we zijn toen met de heren Elemans en Oomen een
keer op het provinciehuis geweest, op de hoogte is van het voornemen om dat deel van de
voorgevel eraf te halen en net als iedereen, dat is in het college gebeurd en dat is ook op het
provinciehuis gebeurd, schrik je dan in eerste instantie. In tweede instantie nog eens maar als je
dan de architect zijn moeilijke afwegingsproces hoort maken en de voor- en nadelen van het
handhaven van de gevel de revue laat passeren dan moet je met hem tot de conclusie komen dat
het op zich een fraaie voorgevel is maar ook niet meer dan dat en dat wat er achter zit niet
herbruikbaar is. Ik denk voorzitter, dat wij met de uitvoering van dit plan volkomen tegemoetkomen
aan de wens van de heer Wijnen om het gebied rondom de Basiliek nieuw leven in te blazen, om
daar een aantal nieuwe functies in te stoppen. Ik heb daar alle vertrouwen in dat het op basis
daarvan dat het maatschappelijk rendement, en ik refereer nu naar woorden van de heer Van
Oosterhout eerder uitgesproken, van deze operatie heel groot zal zijn. Dank u wel.
De VOORZITTER: Ik dank u zeer. Ik besluit hiermee de beraadslaging in tweede termijn en stel
aan de orde de motie zoals die is ingediend door de heren Wijnen, Huijpen en Van Agtmaal. Wenst
u over deze motie stemming of mag ik, gelet op de discussie, aannemen dat de aanwezige leden
van de raad, behoudens de heer Wijnen, Huijpen en Van Agtmaal, tegen deze motie zijn. Is mijn
conclusie juist? Dan constateer ik dat deze motie daarmee is verworpen. Dan stel ik aan de orde de
motie zoals die is ingediend door de heren Jongenelen, Hermes en Van Oosterhout. Mag ik ook
27