De heer VAN AGTMAAL: Mijnheer de voorzitter, mag ik hier even op reageren? Aangaande de bezwaarschriften. Met betrekking tot de gevolgde procedure aangaande de ingediende bezwaar schriften zijn naar mijn mening en naar de mening van mijn fractie ontoelaatbare fouten gemaakt. Door de belanghebbenden twee dagen voor de hoorzitting uit te nodigen, getuigt niet van wel overwogen omgaan met de belangen van de burgers. Hun bezwaarschrift dateert van 27 december 1991 en blijkbaar is pas op 14 januari of 10 januari een en ander onder ogen gekomen van de portefeuillehouder. In de hoorzitting is verzocht om twee weken uitstel te verlenen, zodat men zich via hulp van een advocaat gedegen kon voorbereiden. Dit is in twee dagen tijd niet mogelijk, mijnheer de voorzitter. Mijn fractie kan dan ook niet anders als voorstellen het verzoek tot twee weken uitstel van de hoorzitting in te willigen. Dit houdt in dat het huidige voorstel tot ongegrond verklaren van bezwaarschriften wordt ingetrokken. Alleen op deze manier wordt op een welover wogen manier omgegaan met de belangen van de burgers. De heer DEN BRABER: Ik kreeg de indruk dat wij inmiddels aan de tweede termijn begonnen waren, stiekem. Ik was nog net niet klaar met mijn eerste maar ik zal die opmerking van de heer Van Agtmaal dadelijk nog even meenemen. Ik was gebleven bij de laatste opmerking van de heer Wijnen dat het pas goed zou zijn om de bouwkundige vormgeving onder handen te nemen nadat het bestemmingsplan door GS was goedgekeurd. Ik mag eraan herinneren dat wij in goed overleg met de provincie voor deze procedure gekozen hebben. Die hebben gevraagd om met een totaal plan te komen inclusief de bouwkundige invulling omdat een totaal-plan in het kader van de subsidie stadsvernieuwing en gewoon het totaal-plan door hen beoordeeld zou worden. Ten aanzien van de begin van de tweede termijn opmerkingen van de heer Van Agtmaal over de bezwaarschriften. Ik mag eraan herinneren dat wij inhoudelijk aan de bezwaarmakers vanuit de Stoofstraat tegemoet zijn gekomen door een bijstelling van het plan. Ik mag herinneren aan mijn toezeggingen in het begin van mijn reactie dat ik een afspraak zal maken met hen om dat nog eens duidelijk te maken en ik mag eraan herinneren dat wij sowieso het plan opnieuw ter inzage moeten leggen in verband met die gewijzigde vaststelling en dat wanneer wij hen niet kunnen overtuigen van het feit dat wij inderdaad aan hun bezwaren tegemoet komen, dat zij nog alle kansen hebben om dat kenbaar te maken op die plaatsen waar dat hoort. De heer VAN AGTMAAL: Mijnheer de voorzitter, dan neemt niet weg dat de gevolgde procedure geen correcte procedure is geweest en geen weloverwogen procedure. Bovendien denk ik dat het verslag van de hoorzitting tevens nog niet ondertekend is en vraag De VOORZITTER: Mag ik u toch vragen hier even mee te stoppen? U vult niet eens aan, u herhaalt wat de heer Wijnen in dezelfde context heeft gezegd. Op dit moment zijn dat geen nieuwe elementen. Wij hebben daar goede kennis van genomen. Daarop is gereageerd door de wethouder en ik zou toch nu de wethouder willen vragen, als hij daar behoefte aan heeft, om zijn betoog verder af te ronden. De heer VAN AGTMAAL: Mag ik u er dan op wijzen dat procedureel het verslag van de hoorzitting ook ondertekend dient te zijn door de leden van de hoorzitting. De heer DEN BRABER: Dat laatste dat weet ik niet, voorzitter, en verder was ik klaar met mijn antwoord. Dank u wel. De VOORZITTER: Hiermee zijn wij aan het einde gekomen van de eerste termijn met op onderde len wellicht wat ingeslopen tweede termijn maar ik denk dat gezien de discussie dat dat heel goed was want een aantal van uw opmerkingen haakt weer in op anderen dus moeten wij ook niet te stringent in zijn. Ik kijk even rond. Is er behoefte aan een tweede termijn? U allen? Vindt u het goed dat ik dezelfde volgorde dan hanteer als we dat in de eerste termijn hebben gedaan? De heer JONGENELEN: Dank u wel, voorzitter. Bedankt voor de beantwoording in eerste instantie. Onze vragen die wij als CDA-fractie toch gericht hebben, daar zijn ons inziens antwoorden op gekomen daar wij voor een groot gedeelte mee kunnen leven. Dat is de toezegging dat de invulling van het plan, het plein in de commissie in een later stadium behandeld zal worden. De gedachte 23

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1992 | | pagina 23