dus dat datgene wat de voorzitter van de raad dus zegt en met name de wethouder dus ook. We moeten proberen dus het risico bij de aannemer te leggen. Prima! Dan stel ik dat het heel logisch is dat de aannemer die risico's berekent en dan zou het zo kunnen zijn dat op een bepaald moment, mijnheer Hermes, de aannemer tot de conclusie komt of diverse aannemers van ja dat budget dat daar voor staat dat is ontoereikend. Daar kunnen wij het op deze manier niet voor maken en dan ontstaat er een probleem. Dat probeer ik duidelijk te maken. De heer HERMES: Mijnheer Huijpen, dan zoeken we een andere aannemer en misschien is het nu wel duidelijk wat nu de bedoeling is van de motie en misschien is dat wel een reden voor u om toch mee te gaan met het voorstel. De VOORZITTER: Uw stelling is duidelijk. Ik wil graag aan de wethouder vragen om z'n beant woording voort te zetten verder. De heer DEN BRABER: Ben ik weer? Dan komt de heer Huijpen tot de conclusie die ik niet kan traceren, namelijk dat er vier ton bezuinigd moet worden, 400.000,Volgens mijn informatie is er een bezuiniging nodig ten opzichte van de kostenberekeningen die er nu gemaakt zijn van 200.000,--. De heer HERMES: Mag ik dat even toelichten, mijnheer de voorzitter? Ik wil niet iedere keer in beeld, maar de wethouder vraagt zelf om toelichting. De wethouder stelt zelf dat het niet helemaal duidelijk is dus dat wil ik hem met alle genoegen graag duidelijk maken. Het gaat om een optelsom van die 200.000,en indexering 1993. Ik heb begrepen dat u naar aanleiding van de discussie in de commissie VIM, waarbij u stelde dat die indexering dat die neutraal zal werken in het kader van de uitkeringen uit het gemeentefonds. We hebben daar toch u vrij aardige discussie over gehad. Op een bepaald moment moest u toegegeven dat dat voor 1991 en 1992 niet het geval was geweest. Toen heb ik gezegd van ja dan ligt het toch voor de hand dat je dus voor de navolgende jaren dus die indexering meeneemt en ik heb gezien dat u dat gedeeltelijk gedaan hebt en dat is dus die som van die twee. De heer DEN BRABER: Dan zijn wij het wat dat betreft met elkaar niet over eens. Wij hebben ten opzichte van de ontwikkeling van het gemeentefonds, volgens de laatste circulaire die wij binnen in, dan is die tweede bezuiniging van twee ton niet nodig want bij de normale werking van het gemeentefonds krijgen wij gewoon prijsindexering. Dan stelt de heer Huijpen dat de hoogte van de provinciale bijdrage nog onzeker is. Voor een deel is die al zeker, acht ton is binnen en ik twijfel er niet aan dat wij ook een substantiële bijdrage in tweede instantie zullen krijgen. Wat dat betreft ben ik wat minder, helemaal niet ongerust over de financiële inspanningen die de provincie wil leveren richting dit project. De stelling van de WD dat zij wil investeren in mensen in plaats van stenen, die kan ik van harte onderschrijven. Wij willen met dit project ook investeren in de mensen zoals die in Oudenbosch leven en komen te leven en wij willen met name ook investeren in de mensen die werken binnen deze gemeentelijke organisatie en dat zijn toch ook niet de eerste de beste. Hoe dan wel? Dan komt toch weer het idee van de woonvormen boven drijven. Ik mag voor de zoveelste maal verwijzen naar de becijferingen die daarover gemaakt zijn en dan blijkt dat het verbouwen van St. Anna tot appartementen of woningen in algemene zin dat daar dubbele stichtingskosten uit komen rollen. Een maximale maandhuur van 690,en dan moet je nog een ton per woning wegsubsidiëren omdat dat tekort is. Als je het in de vrije sector doet dan zit je met woningen van gemiddeld twee ton per stuk. Mensen die twee ton te verspijkeren hebben om een dak boven hun hoofd te realiseren die zie ik nog niet in St. Anna kruipen. Ben ik, voorzitter, aan de opmerkingen van de heer Van Oosterhout. Ik onderschrijf graag zijn mening dat de heer Hoogen- berk, de eer toekomt geestelijk vader van dit alles te zijn. Dat is zonder meer waar. Ten aanzien van de verdere betrokkenheid van de raad bij de vervolgprocedure, mag ik herinneren aan de afspraak die inmiddels in de commissie VIM gemaakt is dat wij na besluitvorming vanavond in de projectgroep het draaiboek dat wij hanteren, dat wij dat gaan bijstellen. Dat wij op basis daarvan een praatpapier gaan ontwikkelen richting hoe die verdere vervolgprocedure gestalte moet krijgen en dat wij daar in VIM in maart met elkaar over gaan discussiëren, een open discussie daar over hebben om dat verder vorm te geven. Ten aanzien van het verkeer heb ik al eerder gemeld dat dat 21

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1992 | | pagina 21