De VOORZITTER: U heeft de toezegging ontvangen en ik verzoek de wethouder door te gaan met
zijn beantwoording.
De heer WIJNEN: Even een vraagje, mijnheer de voorzitter. Krijgen we voordelen door daar
woningen op te nemen in St. Anna? Is dat uw conclusie die u ook
De heer HERMES: Nee, dat is 450.000,-- grondopbrengsten.
De heer WIJNEN: Nee, nee, maar ten aanzien van die voorbeeldplannen. De wethouder zegt daar
houden we aan over ais we
De VOORZITTER: Nee, misschien kan de wethouder het één keer uitleggen.
De heer DEN BRABER: Voorzitter, hoe een brief die eigenlijk in het bestuurlijk circuit maar een dag
of vier actueel is geweest, hoe die nu een heleboel verwarring kan oproepen, dat verbaast mij zeer.
We hebben geprobeerd het plan in te dienen als voorbeeldplan. Dat hebben wij ook inderdaad
gedaan. Wij hebben die prijs niet gekregen maar als we die prijs gekregen hadden, hadden wij van
het ministerie iets van 300.000,kunnen krijgen voor de verdere planontwikkeling. Dat staat los
van woningbouw verder of zo, maar dat was de prijs waar wij naar bedongen hebben alvast. We
hebben dat geprobeerd en we hebben dat niet gekregen. Dan vreest de heer Huijpen, en dat is ook
een herhaling van zetten voor budgetoverschrijdingen voor stopera-effecten, ik denk dat zijn vrees
ongegrond is maar ik kan die als maar niet bij hem wegnemen. Ik verwijs naar de opmerking van
de heer Van Oosterhout op het einde diens bijdrage, dat bij de uitbesteding de risico's gelegd wordt
bij één aannemer, dat is het doel waarnaar wij streven en dat houdt dus in dat het budget zoals wij
dat afspreken, vandaar ook dat ik de motie van de heren Jongenelen, Hermes en Van Oosterhout
moeiteloos over kon nemen. Dat de risico's niet bij de gemeente komen maar overgedragen worden
naar de aannemer.
De heer HUIJPEN: Mag ik daar een toelichting op want dat is me niet helemaal duidelijk moet ik
zeggen. U legt de risico's bij de aannemer zegt u. Dan is het toch een logische reactie van de
aannemer dat hij die risico's zal berekenen. Dat doet hij toch altijd? Dat zal zich vertalen in de
aanneemsom. Dan komt u op een bepaald moment op een punt dat die aannemer zal zeggen, ik
kan het er voor doen of ik kan het er niet voor doen. Dat is heel simpel.
De heer HERMES: Dat is nu juist de bedoeling, mijnheer Huijpen. Wij zeggen via de motie dat
7.850.000,mag kosten. De aannemer die het daarvoor kan maken, die krijgt het aangeboden.
Maar iemand die met 9.000.000,komt, die krijgt het niet.
De VOORZITTER: Ik zou graag met u het moment waarop men over de aanbesteding praat dat
wellicht op een ander moment te doen en niet nu.
De heer HUIJPEN: Ja, ik wilde graag nog één opmerking maken.
De VOORZITTER: De filosofie is de volgende, dat gestreefd wordt om één aannemer, na een
uitvoerige selectieprocedure, tegen een vaste aanneemsom, het werk te laten uitvoeren en op die
manier dus het risico te leggen bij de aannemer. Mocht een aannemer daar niet toe in staat zijn of
dit niet willen, dan ontstaat er een andere situatie maar wij lopen dan vooruit op het hele beste-
dingsverhaal en wij lopen dan vooruit op het hele bestedingsverhaal en ik moge u uitnodigen
De heer HERMES: Voorzitter, ik wil toch even opmerken dat mijnheer Huijpen het nu toch voor doet
komen alsof dit de eerste keer ter sprake komt. Ik kan u verzekeren dat het in de commissie ABZ
en andere commissies al meerdere malen ter sprake geweest is. De verbaasdheid van de heer
Huijpen die is geveinsd en niets anders.
De heer HUIJPEN: Dat is zwaar overtrokken, mijnheer de voorzitter. Ik begrijp dat, mijnheer
Hermes weer boos wordt en dat vind ik zwak. Dat is niet juist. Het gaat om de feiten en dan stel ik
20