ontwikkeld moet worden en gestalte moet krijgen. De heer Huijpen, en dat doet hij niet voor de eerste keer, spreekt zijn verbazing uit over de voorstellen die aan hem voorgelegd worden. Ja, zo gaat dat nu eenmaal in de politiek, mijnheer Huijpen. Soms wordt je aangenaam en soms onaangenaam verrast. Waardering hebben wij als college in ieder geval wel voor het vele werk dat u samen met het CDA in de afgelopen jaren hebt gestoken in het aandragen van alternatieven. Ik denk dat daardoor de discussie over dit onderwerp verrijkt is en dat we in ieder geval alle aspecten daar door heel goed hebben kunnen bekijken. Het is mij niet helemaal duidelijk, voorzitter, of de opmerking van de heer Huijpen over een tochtig, kil en koud hart of dat nou betrekking had op de haven of op dit gebied. Als het over het eerste gaat dan denk ik dat hij gelijk heeft, als het over het tweede gaat dan heb ik zo mijn twijfels. Ik denk dat er hier in het centrum, in tegenstelling tot wat een van de regionale dagbladen schrijft, helemaal geen tochtig, kil, koud hart zal ontstaan. De heer HUIJPEN: Dan verschillen we van opvatting stel ik vast. De heer DEN BRABER: Ja, en daar heb ik mee leren leven. De heer WIJNEN: Mijnheer de voorzitter, heeft de heer Den Braber dan een aanwijzing waarop hij dan kan vaststellen dat die meningen van die regionale redacteur onjuist zijn, want ik heb deze mening ook van andere deskundigen gehoord over de angst dat er tochtig, laat ik zeggen minder behaaglijk klimaat rondom de Basiliek zou ontstaan. De heer DEN BRABER: Uiteraard heb ik die vragen ook voorgelegd aan mensen die ik dan weer deskundig acht en dat zullen waarschijnlijk wel anderen zijn die u aanspreekt, maar mij hebben die mensen verzekerd dat door spreiding van de windstromen over een groter gebied het onaange naam aanvoelen daarvan, wat doen die fungeren. Het is niet zo smal maar ik ben daar daar terzake ook niet deskundig. We moeten het met elkaar maar even afwachten, denk ik. Dan de bewering van de heer Huijpen dat het echte hart van Oudenbosch de Driepoot is en de haven want door concentreert zich de economische bedrijvigheid. Met het laatste ben ik het eens. Dat is een goede zaak dat die economische bedrijvigheid zich daar concentreert en het zou een goede zaak zijn wanneer wij in het kader van het nieuwe komplan daar nog wat impulsen aan zouden kunnen geven maar tegelijkertijd is het een even goede zaak denken wij als college om als volwaardige tegenhanger van rondom de Basiliek een dienstverlenend centrum te creëren met de verwachting dat die twee zaken elkaar kunnen versterken. Wij verwachten ook dat de centrale plaats van de Basiliek daarin dat toch min of meer zal bestemmen als het echte hart van Oudenbosch met name ook vanwege de drie pleinen die dat nog een zullen benadrukken. Dan een aantal van de WD- fractie over geen sluitende begroting, tekorten van de jaarrekeningen en de waarschuwing van de accountant over het grondbedrijf. Het is een herhaling van zetten van de algemene beschouwingen. Mag ik volstaat, mijnheer Huijpen, met daar naar te verwijzen naar onze reacties daarop en te verwijzen ook naar de toezegging onzerzijds naar de raad toe op verzoek van een aantal fracties, en de heer Van Oosterhout herhaalt het vanavond nog een keer, dat wij doende zijn een financieel beleidsplan op te stellen en wellicht dat u aan de hand daarvan de sterkte of zwakte van de gemeentelijke portemonnee kunt beoordelen. Wij denken dat die op dit moment sterk genoeg is om dit plan uit te voeren. Dan voor de tweede keer in niet al te lange tijd, verwijst u naar die brief over de voorbeeldplannen en dat het plan minimaal tien miljoen kost. Dat is juist, maar dat is inclusief de woningbouw. Dat heb ik de vorige keer ook al gezegd. Als u op de 8,3 miljoen en dan mag ik dan nog aftrekken de 450.000,--, de grondopbrengsten, als u daar de stichtingskosten van 23 wonin gen optelt dan komt u boven de tien miljoen uit. Dat is volkomen juist. Maar die woningen hoeven wij zelf niet te betalen, dus er is geen tekort van het plan. Ik heb al eerder proberen uit te leggen, wellicht dat u het nou wel op kunt pakken. De heer HUIJPEN: Die zit er volgens deze brief niet in. Dë heer DEN BRABER: U hebt diverse brieven De VOORZITTER: Ja, het is wat moeilijk te antwoorden als u zegt "deze brief". 18

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1992 | | pagina 18