worden, dan zullen we een groter gemeentehuis nodig hebben en dan is die CDA-poot, zoals die inmiddels is gaan heten, is dan denk ik heel welkom want anders zouden we over twee of drie jaar wellicht aan de St. Annastraat een stuk nieuw gemeentehuis er weer bij moeten gaan bouwen. De heer HUIJPEN: Mijnheer de voorzitter, mag ik daar een opmerking over maken? De heer DEN BRABER: Mag ik dan even mijn zin afmaken? Als wij dat extra stuk van het klooster kunnen gebruiken voor een groter gemeentehuis omdat wij als gemeente groter worden dan komen daar extra nieuwe middelen voor beschikbaar vanuit de hogere overheid. De VOORZITTER: Was dat de strekking van uw verhaal? De heer HUIJPEN: Nee, mijnheer de voorzitter. De VOORZITTER: Mag ik u een kleine toelichting vragen, uitstekend. Maar we hebben nog een tweede termijn straks. De heer HUIJPEN: Ja, dat is prima maar ik zou toch graag even daar een opmerking over maken daar waar dus de heer Den Braber het aspect van de gemeentelijke herindeling opbrengt. We hebben in de commissie ABZ hebben we nadrukkelijk de afspraak gemaakt dat we ons in het kader van die gemeentelijke herindeling dat wij ons uiterst terughoudend op zouden stellen. Die afspraak hebben wij nadrukkelijk gemaakt. Als we nu vanavond dus, het college dus stelt van nou we behouden dus die CDA-poot in het kader van de gemeentelijke herindeling dan denk ik wat die terughoudendheid betreft dat die ver zoek is en dat dat niet conform de afspraken is die we in de commissie ABZ gemaakt hebben want ik hoor de reacties van de buurgemeenten al: In Ouden bosch hebben ze het gemeentehuis al gereed. De VOORZITTER: Staat u mij toe dat ik dat onderdeel even beantwoord. Ik denk dat in de beantwoording van wethouder Den Braber dat terughoudend genoeg is geformuleerd. Aan de andere kant kunnen wij er natuurlijk niet omheen om de ontwikkelingen die gaan komen dat dat je daar enigszins rekening mee houdt als een van de mogelijkheden voor een gebruik van dat verlengde stuk die vleugel is alleen maar prudent denk ik en meer dan de waarde daarvan heeft het ook niet in dit stadium. Voor de rest, de discussie over het onderwerp hoe u dat aansnijdt, dat komt op andere monumenten en op andere plekken. Zo moet u het zien in dat kader. De heer HUIJPEN: Dat is dan een prudente formulering die u maakt. De VOORZITTER: Dat hebben we van elkaar geleerd. Dank u zeer. De heer DEN BRABER: Kom ik toe, voorzitter, aan de inbreng van de fractie van de Partij van de Arbeid bij monde van de heer Hermes. Ook daar een over het algemeen beschouwend gedeelte die geen antwoord, geen reactie van ons college nodig maken. Ik onderschrijf de conclusie van de fractie van de Partij van de Arbeid dat er geen extra stijging van de belastingdruk zal plaatsvinden door deze plannen. Ik heb eerder al gezegd in de richting van de heer Jongenelen dat er voldoende ruimte blijft voor de uitvoering van de ander belangrijke projecten en ik verwijs daarbij naar het meerjarenperspectief behorende bij de laatst vastgestelde begroting, meerjarenperspectief over de jaren 1992 tot 1996. De complimenten die de fractie uitspreekt in de richting van heren Van Hemmen, Elemans en Oomen en onze eigen medewerkers wil ik graag overbrengen naar de gecomplimenteerden. Ten aanzien van het extra deel van het klooster aan de St. Annastraat dat behouden blijft, heb ik al wat gezegd. Ik ben het met de fractie van de Partij van de Arbeid eens als wij er niet in slagen met z'n allen om daar een haalbare en betaalbare bestemming voor te vinden, dat we dan in het kader van de Komplan-herziening alsnog zullen moeten besluiten om dat stuk alsnog te slopen. Met name dus om dat er inderdaad op dit moment geen financiële middelen voor handen zijn. De grote voertuigen heb ik al eerder aangehaald en ook de problematiek van de ontsluiting van de St. Annastraat. Ik denk dat dat heel goed past in het flankerende beleid rondom het verkeer op de doorgaande route dat parallel met de uitvoering van deze plannen verder 17

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1992 | | pagina 17