dagen wellicht eens een keer kunnen blijven liggen maar er is hem al nadrukkelijk vertelt dat zeker
nu het seizoen volop bezig is, om een heleboel redenen daar goed opgelet moet worden en we
zullen dit nog eens een keer overbrengen.
De heer HUIJPEN: Ja dank u wel, mijnheer de voorzitter. Een vraag vanuit het bedrijfsleven waar ik
geen antwoord op kon geven en daarom stel ik hem. Het DPO dat is tot stand gekomen door het
bureau BRO. De kosten daarvan worden gedragen op basis van een 50%-overeenkomst enerzijds
gemeente anderzijds KNOV en winkeliersvereniging als ik het goed begrepen heb. De rekening
door het bedrijfsleven, om het zo maar even in z'n algemeenheid even te noemen, is betaald en die
wederom geconfronteerd met een rekening van de gemeente. Misschien dat u daar even toelichting
op kunt geven. Ik kon het niet dus
De heer DEN BRABER: Ik kan dat wel. Het is zo dat wij de rekening van BRO in drie termijnen
betaald hebben. Het totaalbedrag daarvan weegt af van het bedrag dat door uw raad is vastgesteld.
Vervolgens is aangenomen dat in die regeling van BRO de totale rekening van de pachters samen
was en dat de helft daarvan doorbelast zou moeten worden aan de andere pachter namelijk de
Winkeliersvereniging van Oudenbosch. Die hebben daarvoor dus een nota ontvangen maar
inmiddels hebben die stukken overlegd dat zij rechtstreeks met BRO een deel afgerekend hebben.
Alleen dat deel wijkt nog af van het aandeel dat de gemeente betaald heeft dus er zit een kronkel
in de afrekening van die activiteiten en die worden op dit moment nader uitgezocht. Wij hebben
meer betaald dan de andere pachter.
De VOORZITTER: Maar het zal dus gelijk recht getrokken worden.
De heer VAN HOEK: Ja, voorzitter. Ik wilde graag van de rondvraag gebruik maken om het college
en de collega-raadsleden te bedanken voor de vele blijken van belangstelling die ik tijdens mijn
afwezigheid mocht ondervinden. Ik ben blij hier weer aanwezig te mogen zijn, het doet me weer
goed om u allen hier weer te mogen zien. Ik ben ook blij voorzitter, dat u gelet op mijn eerste
aanwezigheid die tijdens de raadsvergadering bij de samenstelling van de agenda te hebben
rekening gehouden zodat het zo snel ging en we nu van de zon kunnen gaan genieten. Dank u
wel.
De VOORZITTER: Wij doen ons best zo zorgvuldig mogelijk met ieders belang om te gaan. Maar
prettig dat u er weer bent. Ik heb het bij de inleiding gezegd en ik hoop ook dat de blijken, want ik
weet ook van andere raadsleden, dat die blijken van bezorgdheid mede bijgedragen hebben aan
uw proces maar ik weet ook dat het voor het allergrootste gedeelte aan u zelf heeft gelegen.
14. Sluiting.
Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 juli 1992,
de voorzitter,
14