besluitvorming met het ene onderdeel, schoolinternaten. Het is dus aan de provincie om daar creatief mee om te gaan binnen de kaders van de financieringsregelingen. De bedoeling is nu heel nadrukkelijk en in die zin zal ook het college van harte de motie overnemen, om met name en dat is meer de strategische kant van het geheel, met name er voor zorg te dragen dat de stelling die op dit moment door het provinciaal bestuur wordt ingenomen, die nogal een wat stugge en principiële is, om die zo proberen open te krijgen dat er ruimte en tijd wordt geboden om in ieder geval op basis van zeer gefundeerde adviezen en zeer gefundeerde rapporten door een commissie ingesteld die van wanten weet, dat op die manier het college van GS gerechtvaardigd is en wellicht in een enigszins andere koers althans voorlopig zou kunnen varen. Dat is eigenlijk de strategie als ik het zo mag noemen want wat onder andere achter deze motie zit, het college neemt dat heel graag van u over. De opmerking die bijna door u allen ook nog als aanvulling is gemaakt van denk eraan, het gaat niet alleen om de internaten en de werkgelegenheid en wat daarmee in zit maar er zit natuurlijk heel veel meer aan vast, dat weten wij allemaal onder andere de gebouwensituatie in de ruimtelijke ordening. Ik heb ook best wel gehoord dat WVC een andere afdeling dan weliswaar, bij wijze van spreken al wat model-contracten klaar heeft liggen om een andere bestemming te vinden voor de dan vrijkomende gebouwen. U zult met mij eens zijn dat de koers die we nu inslaan dat wij ons stellig met alle kracht zullen inzetten. Verzendlijst onder andere het college van Etten. In het algemeen aan de Stichting Schoolinternaten en verder zoals vermeld in de brief van het CDA, die noemen een aantal anderen. Wij zullen daar een ruime maar ook heel gerichte verspreiding aan geven. Behoefte aan een tweede termijn? Mevrouw DIRVEN-VAN AALST: Dank u, voorzitter. Het stemt ons alleen maar heel erg blij dat de motie zo goed ontvangen is. Wij hadden ook niet anders verwacht gezien de problematiek. Maar dit is voor de CDA-fractie niet het enige wat wij ondernemen om toch de subsidie te behouden of in ieder geval het voortbestaan van de schoolinternaten proberen te garanderen. Wij gaan contacten zoeken met onze CDA-statenleden in Den Bosch en wij zouden dan graag willen verzoeken aan onze collega-fractieleden hetzelfde te doen bij hun statenleden in Den Bosch. Wellicht kan ik dan voor ONS het mes langs twee kanten snijden en zowel de BOF als D'66 aangesproken worden. Dat zou bijzonder welkom zijn. Dank u, voorzitter. De VOORZITTER: Ik merk dat het doel vele middelen heiligt. De heer HUIJPEN: Ik wil daar best op reageren, mijnheer de voorzitter. Ook wij zullen dat doen. De heer HERMES: Ja, voorzitter. Voor de vergadering zelfs al waren wij het er over eens dat de motie zo breed gesteund moest worden dat zelfs gedeputeerden of statenleden van onze partij daarover ingelicht zouden worden en ja wij kunnen ze niet dwingen om maatregelen te nemen maar wij zullen het zeker proberen te pressen. De VOORZITTER: Ik neem aan dat over dit onderwerp drie sprekers voldoende is. Wij zullen aldus handelen en ik dank u zeer voor de unanieme steun die deze motie heeft gekregen. De motie wordt unaniem aangenomen. 13. Rondvraag. De heer VAN AGTMAAL: Ja, mijnheer de voorzitter. Recentelijk in de haven is er nogal eens vervuiling met name dode vissen en ik zag jongstleden nog een stekelvarken daar. Wie ruimt dit nu op? Wie is er verantwoordelijk voor dat het er in komt, dat weten wij niet, maar wie is er verant woordelijk voor het opruimen van dat soort dingen? De heer DEN BRABER: Ik moet het voor alle zekerheid nakijken maar mijn gevoel zegt de erfpachter. De VOORZITTER: Ja, dat is correct. De havenmeester is daar primair voor verantwoordelijk. Hij doet daar ook altijd z'n uiterste best voor om dat snel te doen. Het zal best wel eens één of twee 13

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1992 | | pagina 130