09. Voorstel van burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad inzake een haal baarheidsonderzoek regionale samenwerking bij de inzameling van huishoudelijk afval. De heer HUIJPEN: Ja een korte opmerking, mijnheer de voorzitter. We hebben in de commissie al vastgesteld dat het een toch iets wat warrig verhaal is waar naar onze opvatting uit blijkt hoe moeizaam men tot regionale samenwerking komt in deze. We bespeuren dan ook de neiging dat iedere afzonderlijke gemeente zich weer terug trekt op z'n eigen stekkie als het om deze materie gaat en zeker als het dan gaat om met een concrete regionale samenwerking. Ik moet u zeggen dat mijn fractie dat betreurt, waarbij wij eigenlijk toch min of meer bij deze gelegenheid de wens uit willen spreken dat de gemeentelijke herindeling dat die maar zo snel mogelijk plaats moet vinden, dan worden wij minder geconfronteerd met dergelijke soort warrige zaken. Dank u zeer. De VOORZITTER: Wat dit allemaal alles met elkaar te maken heeft. De heer VAN OOSTERHOUT: Dank u wel, voorzitter. Twee zaken, voorzitter. Op de eerste plaats, met betrekking tot de uitvoerende taak die in het groen model worden vernoemd, staat er bij a tot en met d dat enkele gemeenten gaan inzamelen op basis van concurrerende offertes voor alle gemeenten binnen het streekgewest. Dan nog een bijzin eraan toegevoegd met dienverstande dat gemeenten de mogelijkheid behouden de inzameling aan een particuliere inzamelaar uit te besteden. Ik zou er bij het college voor willen pleiten dat de particuliere inzamelaars volwaardig een offerte kunnen uitbrengen naast de laten we zeggen de gemeenten die zich nu opgegeven hebben als inzamelgemeenten als gegadigden voor de inzameling bij kleinere gemeenten moet ik misschien wel zeggen. Ik zou het heel vervelend vinden als er sprake zou zijn van een rangordening dat in die zin de gemeenten bij de inzameling voorrang krijgen en pas die tweede aanleg ook particuliere inzamelaars aan bod zouden komen. Ik vind dat wij er als gemeente voor moeten waken dat wij niet het aanbod zelf monopoliseren door bij één enkele centrum-gemeente een grote investering te doen plaatsvinden in een inzamelmethode en middelen om vervolgens de particuliere sector te saneren. Ik denk daarom dat het goed is gemeenten en particulieren in deze als even waardig op te vatten. Tweede opmerking. Er is een keuze gemaakt met betrekking tot het inzamelmiddel binnen onze gemeente. De bedoeling is dat wij aan het streekgewest laten weten wat dat inzamel middel is. Ik zou mij kunnen voorstellen dat wij er voor pleiten dat die inzamelmiddelen in de gemeente die in dit streekgewest straks met afvalinzameling te maken hebben, dat die inzamelmid delen hetzelfde zijn. Dat wij proberen te streven naar eenheid zodanig dat wij van schaalvoordelen kunnen profiteren en dat we niet straks merken dat de ene gemeente het sus heeft gedaan en de andere gemeente het zo heeft gedaan. Ik denk zelfs dat het verstandig zou zijn ook om de volgende reden. Ook het onderzoek naar de inzamelmiddelen en de effecten daarvan voor de burger en de moeilijkheden en de gemakken daarvan zouden dan gemakkelijker kunnen plaatsvin den. Verder is mijn fractie best te spreken over deze aanpak alhoewel het wat, mijnheer Huijpen zei het al, wat voorvoelend is dat de gemeenten elkaar zoeken in het kader van deze samenwerking. Wellicht gaat dat in de toekomst heel veel sneller. De heer DEN BRABER: Ik zou de heer Huijpen willen waarschuwen dat eventuele gemeentelijke herindeling natuurlijk nooit zal kunnen voorkomen dat er enig beleidsterrein, op enige moment waar het verhaal aan ons voorgelegd wordt waarover onze besluitvormingen worden gevraagd. De warrigheid zit hem wellicht in het feit dat het haalbaarheidsonderzoek waar wij hier over spreken dat dat gericht was op de haalbaarheid van als de Regionale Dienst Afvalverwijdering nu eens inzameldienst voor de hele regio West-Brabant, voor alle 18 gemeenten, zou moeten gaan worden en daarbij wat adviesfuncties zou uit kunnen oefenen. Is dat dan haalbaar, stappen de 18 gemeenten daarin? Nou dat heeft natuurlijk vergaande gevolgen voor gemeente met een eigen inzameldienst op dit moment en dat zijn er toch nog meer dan een hand vol in West-Brabant. Ook sociale gevolgen, personeelsgevolgen dus voor medewerkers van die gemeenten en vandaar dat een heleboel gemeenten, ik kan daar toch wel begrip voor op brengen, op dit moment zeggen dat is op dit moment een stap te ver en laten het RDA en de Regionale Dienst Afvalverwijdering zich op dit moment maar beperken tot advisering en naar de gemeente toe inzake landelijk en provinciaal beleid en tot voorlichtingsactiviteiten in het kader van de afvalinzameling. Ik betreur dat 7

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1992 | | pagina 124