41 heb vastgesteld dat in het alternatieve dekkingsplan van de VVD dat daar dus de post voor jeugd- en jongerenwerk dat die daarin niet is meegenomen. Ik wil er nog in aanvulling op zeggen dat wij dus tijdens de begrotingsbehandeling gezegd hebben van wanneer het nou gaat om een vaste kracht, een vaste formatieplaats voor het jeugd- en jongerenwerk dan is het standpunt van de VVD duidelijk, dan zien wij dat dus niet meer zitten De VOORZITTER: Mijnheer Huijpen, mag ik vragen om daar nu niet teveel op in te gaan. Maak er nou niet gelijk een derde ter mijn van en beperk u tot de interruptie van de heer Van Oos terhout De heer HUIJPEN: Nee, maar ik maak even deze zin af en ik was nu dus bij de middelen en het geld dus en daar gaat dit voor stel over. Maar dat betekent per saldo niet dat wij de midde len dus zeg maar weg willen laten ebben in het grote geheel dus van de begroting. De heer VAN OOSTERHOUT: Dat zoeken we na of dat in het alter natieve dekkingsplan voorkomt en datgene wat ik gisterenavond heb gezien kon ik dat terugvinden, dus als u dat nu aanvult met het feit en daar waren we het ook toen over eens dat de middelen die besteed zouden worden aan een formatieplaats, dat die in ieder geval voorlopig niet meer uitgegeven zouden worden. Dan praten we al over een fiks bedrag wat in de rich ting van 80.000,-- gaat. Dus dan kom je al een heel eind. In ieder geval is toch blijkbaar de tussenbalans, want de resul taten zoals die voor Zevenbergen, de nabuurgemeente, door collega Van den Bosch gepresenteerd wordt die liegen er inder daad niet om en op die manier lijkt het er inderdaad op dat de landelijke tussenbalans, het woord balans wordt vaak uitgelegd in de sfeer van evenwicht, dat die landelijke tussenbalans het evenwicht node mist en dat dat gebrek aan evenwicht dan plaat selijk moet worden opgelost en hier straks zal gaan leiden tot een zeer grote onevenwichtigheid en het problematisch maken van het uitvoeren van gemeentelijke plannen. Dat ben ik met de vorige spreker, met mijn collega, dan in ieder geval wel eens, dat dan daar het rijk ons, de rijksoverheid ons een flink portie bezuinigingsproblematiek presenteerd, die van een veel grotere omvang is dan waarvoor we hier staan en ik mag hopen dat de partijen die daar in ieder geval bij betrokken zijn, dat geldt niet voor mijn partij en dat is in dit opzicht misschien wel jammer, dat die daar hun best voor doen om dat onheil, die donkere wolken boven ons, misschien dat mijnheer Huijpen dan een duit in het zakje kan doen, die donkere wolken aan ons voorbij kan laten gaan De heer VAN DEN BOSCH: Is dat nou niet fijn, mijnheer Van Oosterhout, dat wij in staat zijn door middel van landelijke partijen daar toch invloed op uit kunnen oefenen. De heer HUIJPEN: Stemt u landelijk niet, mijnheer van Ooster hout?

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 98