37 De heer VAN OVERVELD: Enige aanvullingen op het terrein van jeugd- en jongerenwerk zouden niet weg zijn, maar die doe ik vanavond niet. Ik neem kennis van de suggesties van het CDA. Wij zullen ze meenemen bij de overwegingen die wij hebben om tot beleid te komen. Ik ben bepaald geroerd, zo niet heeft het mij enige mate beroerd door bijval van de VVD om toch maar het volledige bedrag voor jeugd- en jongerenwerk in stand te houden, overigens niet wetend wat daar dan op dit moment mee te zullen doen. De heer HUIJPEN: Mijnheer de voorzitter, ik heb het anders verwoord De heer VAN OVERVELD: Ik heb het zo opgepakt, mijnheer Huijpen. De heer HUIJPEN: Dan heeft u het verkeerd opgepakt. Ik heb gezegd dat die 113.000,-- dat is welzijnsgeld en dat is niet direkt specifiek bestemd of hoeft bestemd te zijn voor jeugd- en jongerenwerk. Dat heb ik dus gezegd. De heer VAN OVERVELD: Prima, maar zelfs in dat geval moet ik zeggen is dat zeer discutabel, aangezien er geen welzijnsbud get meer bestaat in deze gemeente en u dus ook niet meer terecht kunt zeggen het is welzijnsgeld. Het is geld dat destijds bij die begrotingsbehandeling in het welzijnsprogram- ma zat opgenomen, maar als de raad anders beschikt of het geld is niet nodig, op dit moment voor jeugd- en jongerenwerk of welzijnswerk, dan is het niet zo dat het voor het welzijnsbud get behouden blijft, want ik heb geen welzijnsbudget meer. Dat is een aantal jaren geleden afgeschaft. Maar goed, blij met de bijval. Ik hoop dat die zo blijft als ik straks kom met plan nen. Inkijk geven in mijn wisselgeld, dat gun ik u niet, maar het is waarschijnlijk omdat het ook maar kleingeld is. Het is in ieder geval terecht wat u opmerkt dat we met een college standpunt zitten hier en ik ben niet van plan om daar iets anders van te maken. Ik denk dat u er verstandig aan doet de plannen met betrekking tot het jeugd- en jongerenwerk maar verder af te wachten en ik ben er steeds van uitgegaan en dat is door de heer Van Oosterhout en de heer Hermes en ook door de voorzitter al herhaald, dat datgene wat in de algemene beschouwingen is gezegd dat in principe de middelen nu al terugvielen naar de algemene dienst of algemene middelen maar dat op dit moment dat ik voor jeugd- en jongerenwerk weer nodig had ik weer bij de raad kon aankloppen en daar zal ik de raad ook aan herinneren. Wat dat betreft moet u denk ik niet te veel afgaan op persberichten, want ik heb liever dat u dan rechtstreeks met mij discussieert. Wat betreft de schuldensa nering van SOJO, daarover zal ik u binnenkort in de commissie WOS uiteen kunnen zetten hoe het allemaal precies is verlopen. We zijn nu in de echte afrondende fase bezig en ik verwacht binnenkort duidelijkheid. De VOORZITTER: Rest mij nog antwoord te geven op de vraag die de heer Van Oosterhout had gesteld. Staat u me toe dat ik dat op dat moment niet paraat had. Ik geef u kort antwoord. Mocht

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 94