20
genoemd wordt in de commissie, middels een onderbouwing eerder
voorgesteld zou zijn ter advisering.
De heer DEN BRABER: Het is juist, mijnheer Huijpen, dat wij
hier spreken van een budgetbesluitdat is conform onze eigen
verordening op de stads- en dorpsvernieuwing, de subsidiever
ordening die we daarvoor hebben. Ieder jaar neemt uw raad het
besluit over welke middelen beschikbaar gesteld worden voor
verbetering van particuliere woningen. Het is zo dat tot nu
toe het budget steeds toereikend is geweest. We hebben het één
keer gehad met een overloop van het jaar 1988 naar 1989 dat
het budget onvoldoende was en toen hebben wij tussentijds aan
uw raad aanvullend krediet uit het prioriteitenfonds gevraagd,
maar onze ervaring is met die ene uitzondering dus dat we
ieder jaar met het budget wat beschikbaar gesteld is ruim
uitkomen en u ziet ook dat in 1990 er een onderuitputting van
dik 6.000,-- heeft plaatsgevonden, want vorig jaar was
60.000,-- beschikbaar en er is goed 53.000,-- uitgegeven.
Waar, en dan kom ik bij de vraag van de heer Wijnen, oh nee,
nog even naar u toe. Ik zeg graag toe dat als in de loop van
dit jaar zal blijken dat dit budget van 65.000,-- niet
toereikend zal zijn dan zullen wij de gedragslijn van 1989
oppakken en tussentijds bij uw raad een verzoek wegleggen om
het budget wat ruimer te maken. Dan kom ik bij de vragen van
de heer Wijnen. Uit eerdere discussies over dit onderwerp zal
hij zich herinneren dat wij met elkaar afgesproken hebben dat
tot het moment dat wij een eigen monumentenbeleid gaan voeren
en ik zit met u dringend te wachten op de rapportage van de
provincie daaromtrent, de inventarisatie is klaar maar de
rapportage is er nog niet, dat wij dan delen van de middelen
die wij daar geparkeerd hebben gaan activeren voor dat gemeen
telijk monumentenbeleid. Hoeveel aanvragen zijn er nu? Pakweg
een tiental. Hoeveel woningen zijn er nog in Oudenbosch om
voor dergelijke subsidies in aanmerking te komen? Daar hebben
wij geen inzicht in. De subsidieverordening zelf stelt wel
voorwaarden voor de frequentie waarbinnen men een aanvraag mag
indienen. Het is dus niet zo dat dezelfde eigenaar jaar in
jaar uit voor een bepaalde woning voor bepaalde voorzieningen
voor subsidie in aanmerking komt. Het budget wat wij hier
vragen is eigenlijk uitgaande van 60.000,-- van vorig jaar
en daarop een index-cijfer losgelaten en zo zijn we op
65.000,-- gekomen. Ik heb het volste vertrouwen dat dat
toereikend zal zijn, maar ik heb ook al tegen de heer Huijpen
gezegd als blijkt dat er middelen bij moeten dan komen wij
terug bij uw raad.
De heer HUIJPEN: Ja, mijnheer de voorzitter, ik zou de wethou
der willen bedanken voor zijn toezegging voor het feit dat
mocht de pot niet toereikend zijn. Ik zou nog één ding voor
het voetlicht willen brengen en dat is het volgende. Ik denk
dat het toch belangrijk is dat er een goed stuk voorlichting
naar mensen toe is en dat men weet dat er deze regeling is.
Het levert toch een bijdrage aan de zeg maar particuliere
woningsfeer en het welzijn van mensen dus binnen woningen en
ik denk dat daarom dus een stuk voorlichting best op zijn
plaats zal kunnen zijn.