18
dan is de WD-fractie van mening dat wij dat een prima zaak
vinden. Het kan eventueel voorkomen dat er een bepaalde vorm
van ik zou kunnen zeggen wildgroei in het buitengebied plaats
vindt en het creëert ook helderheid naar mensen toe. Ik denk
dat dat een prima zaak is. Dank u wel voor deze termijn,
mijnheer de voorzitter.
De heer DEN BRABER: Mag ik eraan herinneren, voorzitter, dat
de instemming van de raad gevraagd wordt met het voorstel om
een voorbereidingsbesluit te nemen voor het desbetreffende
gebied en dat we niet de instemming van de raad vragen voor
het afgeven van een bouwvergunning, want dat is gedelegeerd
aan B&W en in dat kader kan ik de heer Wijnen mededelen dat
dat wel meer voorkomt dat wij aan bouwvergunningen nadere
voorwaarden stellen van allerlei aard wanneer de gevallen zich
daartoe lenen. In dit geval betrof het een zaak waarvan wij
het dienstig vonden om alvorens wij de bouwvergunning zouden
kunnen afgeven na toestemming van GS, zodat de oude afgesleten
woning inderdaad afgebroken zal worden en niet alsnog als
burgerwoning in het buitengebied gehandhaafd zal blijven.
Vandaar dat wij deze nadere voorwaarden van plan zijn te
stellen bij het afgeven van de bouwvergunning. De nadere
voorwaarden zijn niet gekoppeld aan de herziening van het
bestemmingsplan
De heer WIJNEN: Mag die woning, die mag niet voor woning
gebruikt worden, voor woondoeleinden. Op grond van het bestem
mingsplan weet ik niet waar die wel voor, de opstal waar hij
wel voor gebruikt mag worden, mag hij dan voor stalling of
weet ik wat gebruikt worden. U schrijft dus voor dat hij
afgebroken moet worden. U bent daar heel rigoreus in.
De heer DEN BRABER: Hij moet afgebroken worden. Dat zijn we
met de heer Meesters overeengekomen.
De VOORZITTER: Na deze beraadslagingen ligt het voorstel op
tafel om een voorbereidingsbesluit te nemen ex artikel 21. Dat
is het voorstel. Wilt u daar stemming over? Mag ik uit uw
stilzwijgen aannemen dat het voorstel als zodanig is aanvaard?
Dank u wel.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangeno
men.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor de koffiepauze.
Na opheffing van de schorsing stelt de VOORZITTER aan de orde:
5. Voorstel tot ongegrond verklaren van het bewaarschrift
van de Stichting Mensen zonder Werk tegen het raadsbe
sluit van 13.12.1990 tot vaststelling van het welzijns-
programma 1991 (Vervolg)
De VOORZITTER: U heeft in de pauze de gelegenheid gehad om nog
wat leeswerk en ook wat tekenwerk te doen heb ik gemerkt. Ik