14 De heer VAN OOSTERHOUT: Ik wil eigenlijk alleen opmerken dat ik naar aanleiding van de opmerking van de heer Van Agtmaal me toch zou kunnen voorstellen dat op zijn minst de wethouder dan nu toezegt dat de juiste tekst, zoals hij ook door de heer Van Agtmaal bedoeld wordt, het lijkt me dat daar geen misverstand over bestaat en dat de wethouder die tekst aanpast, dat die juiste tekst wellicht dan alsnog onderdeel wordt van dit besluit, toegevoegd wordt. Dus dat het besluit genomen wordt onder voorwaarde dat daar die juiste tekst bij komt, maar dat het geen maand uitstel oplevert, want dan levert het inderdaad technisch misschien nog wel problemen op. Ik zou me dat kunnen voorstellen. De heer VAN AGTMAAL: Ja, voorzitter, ik kan me indenken dat we nu dan een leespauze inlassen, zodat alle raadsleden de juiste tekst kunnen doorlezen. Ik vind namelijk en ik vind dat een principieel punt, de mensen die bezwaarschriften indienen hebben er recht op De VOORZITTER: Nee, ik wil u graag nu toch interrumperen. De discussie die u nu wil gaan voeren die heeft u al in twee termijnen kunnen voeren. Er is een nieuw element ingebracht, de suggestie van de zijde van de heer Van Oosterhout om te kijken of er een mogelijkheid bestaat om de aangepaste juiste tekst toe te voegen aan het raadsbesluit. Ik zou de wethouder willen vragen daar nog even op te reageren. De heer VAN OVERVELD: Op zich heb ik daar geen problemen mee. De VOORZITTER: Zou, gehoord deze discussie, gehoord ook de toelichting van de wethouder, kunt u dan akkoord gaan met de procedure zoals die nu is voorgesteld en met het voorstel zoals dat verder hier voorligt? De heer HUIJPEN: Mag ik een stemverklaring afleggen, mijnheer de voorzitter? Naar aanleiding van datgene wat de heer Van Agtmaal gezegd heeft is mijn fractie van mening dat de raad moet kunnen beschikken over de juiste formuleringen die in stukken gebezigd zijn om op het moment dat er dus gevraagd wordt een afweging te maken om dat ook op de juiste wijze te kunnen doen. Wij stellen vast dat dat op dit moment niet het geval is en we vinden dat procedureel niet juist en daarom zullen wij ons onthouden van stemming. De VOORZITTER: Onthouden van stemming? Ik denk dat dat niet kan. U bent voor of u bent tegen, tenzij u toevallig in de gang staat. De heer HUIJPEN: Ja, sorry, ja, we kunnen even in de gang gaan staan maar dat zullen we niet doen. We zullen rustig blijven zitten en dan zijn we dus tegen, omdat dus de juiste procedure de juiste tekst dus niet in deze vergadering aanwezig is. De VOORZITTER: Heeft u behoefte aan een stemverklaring, mijn heer Wijnen?

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 71