17
om het geheel op te fleuren met een kunstwerk en daarvoor als
gemeente 10.000,-- uit te trekken. Daarnaast is een vooruit
zicht gesteld op een zelfde bedrag van gedeputeerde staten.
Die hebben daar een subsidieregeling voor. Nu hebben gedepu
teerde staten ons laten weten dat zij veronderstellen dat het
beoogde doel met het kunstwerk niet gehaald wordt en er zal
geen eenheid komen in het zwembad. Ze hebben daarna gezegd dat
ze dus niet van plan zijn om het subsidiebedrag aan de gemeen
te Oudenbosch uit te keren. Nu stelt het college voor om naast
die 10.000,-- waar al toe besloten is, nog eens 5.000,--
uit te trekken voor het kunstwerk. Nu vraag ik me af dat door
zo'n vermindering van 5.000,-- voor het beoogde kunstwerk of
dat daar ook niet de kwaliteit mee ingeleverd wordt. Daarnaast
blijft de CDA-fraktie van mening dat het schilderij niet een
eenheid zal brengen in het rommeltje wat het zwembad nu is en
stemt tegen het voorstel. Dank u.
De heer VAN AGTMAAL: Mijnheer de voorzitter, ondanks het feit
dat de wethouder van mening was in de commissievergadering dat
ons oordeel met betrekking tot het kunstwerk niet van belang
was, menen wij toch onze visie in deze kenbaar te maken. Mijn
fraktie vindt het streven van het college om gelden ten behoe
ve van aankoop van kunstwerken ter beschikking te stellen, een
lovenswaardig streven. Echter het kunstwerk zoals hier wordt
voorgedragen ter verfraaiing van het zwembad voldoet in z'n
geheel niet aan deze norm. Het lost niet het probleem op van
de verscheidenheid in diverse wandafwerkingen. Het is ons
inziens een betere zaak om allereerst een andere oplossing te
zoeken voor de afwerking van de wand. Voor ons is echter, na
informatie bij de gebruikers, duidelijk geworden dat de door u
beoogde verfraaiing niet prioriteit nummer één is. Er is wel
dringend behoefte aan een koffieruimte. Wij stellen dan ook
voor de gelden hiervoor ter beschikking te stellen als aanvul
ling op wat reeds eerder in het investeringsprogramma opgeno
men is. Wij stemmen dan ook tegen het voorstel zoals het hier
ligt.
De heer VAN OVERVELD: Ja, voorzitter, ik heb geprobeerd en dat
bedoelt mijnheer Van Agtmaal waarschijnlijk om niet met andere
mensen in discussie te gaan over kunst en over smaak want
daarover worden we het waarschijnlijk nooit eens. Waar het
over ging was over het principe. Hetgeen wat mevrouw Dirven
zegt, moet ik zeggen dat verbaast mij heel hogelijk want na de
eerste commissie-vergadering die over dit onderwerp ging en
waarbij mevrouw Dirven te kennen gaf wat ze nu ook te kennen
geeft namelijk tegen het voorstel te zijn, heeft zij bij het
behandelen van het verslag in de commissie van de bewuste
bijeenkomst, van die bewuste vorige commissie, opgemerkt dat
zij aangegeven had tegen dat voorstel te zijn maar dat bij
nader inzien in te trekken en alsnog heeft zij gezegd, naar
aanleiding van het verslag, voor het aanbrengen van het kunst
werk te zijn. Dus ik ben nu toch even een klein beetje ver
baasd en weet ik absoluut niet meer wat me nu direkt weer
boven het hoofd hangt. Wat betreft de afwerking van de wanden
waar mijnheer Van Agtmaal het over heeft, daarover is overleg
geweest. Dat is bekeken, daar zijn zeer weinig mogelijkheden