deeldingen waarschijnlijk naar voren zouden kunnen komen, of als het een onderzoek wat eerder klaar is dan het andere. Op basis van de uitslagen daarvan en daar zult u ook bij betrokken zijn hoor, zal bezien worden het tijdstip waarop of niet, dat is afhankelijk daarvan, de architect ook opdracht krijgt om dat tweede spoor in gang te zetten, uit te voeren. Dat is het voorstel. En ik zou het op prijs stellen, als u na een korte schorsing daar dan in de laatste ronde uw mening over zoudt willen geven. De VOORZITTER schorst de vergadering Na de schorsing geeft de VOORZITTER het woord aan: De heer HUIJPEN: Ja, meneer de voorzitter, ik moet u zeggen dat het toch bijzonder moeilijk is en ik zal u zeggen waarom. Ik zal u eerst zeggen, dat we ons constructief op zullen stellen, dus wat dat betreft gaat een stukje hoop dan toch werkelijkheid worden en dat is misschien op zich toch wel een geruststelling. En dan worden de gezichten die me dus volgen misschien wat minder bedenke lijk. Maar ik zou u toch, ik moet er toch een toelichting op geven en dat is de volgende: Als de teneur van de reactie van de wethouder ten aanzien van de alternatieven gedurende de beraad slaging in deze vergadering de gehele avond eigenlijk geweest is van niet-reëel, u hoef er niet aan te denken, dat er bij de provincie extra contingent te behalen is, of dat er een bijstelling van een richtgetal te realiseren is, nou, dan moet ik u zeggen, dat het voor mijn fractie bijzonder moeilijk is om in het volste vertrouwen dus ja tegen het collegevoorstel te zeggen. Maar we moeten eruit. Dus ik wil duidelijk die kanttekening gemaakt hebben. Ik heb dat dus gedaan. Wij gaan accoord met het voorstel, waarbij we toch twee kanttekeningen hebben dat is dat ten aanzien van de opdrachtfor mulering naar de architect toe, dat we daar overleg willen hebben in de commissie VIM en de commissie ABZ, dat is een. En punt twee. Tussentijds willen wij volledig gerapporteerd worden ten aanzien van de bevindingen die hebben plaatsgevonden in overleg met woningbouwstichting, projectontwikkelaars de huisvesting voor alleenstaanden, het particulier initiatief in zijn algemeen heid, daar waar eventueel multifunctioneel gebruik mogelijk is enzovoorts. Ik hoop, dat u begrijpt dat ik er deze kanttekeningen bij moet plaatsen en dat is in reactie op feiten naar aanleiding van de reactie van wethouder Den Braber, ten aanzien van het alternatief, wat wij dus al maanden geleden gepresenteerd hebben. Dank u zeer. De heer VAN DEN BOSCH: Ja, voorzitter, hier kun je toch zien hoe een heel klein leesloepje tijdens de vergadering toeneemt, want bij de tweede termijn hebben we al gezegd dat er duidelijk sprake was van een handreiking. De samenvatting van u voor de schorsing was wat ons betreft heel helder. Daar zijn wij erkentelijk mee. Maar als we zakelijk zijn constateren we dan, dat nu beide partijen geïnteresseerd zijn in eikaars alternatieven ja? Wij zeggen dus niet het collegevoor stel hoeft van ons niet doorgerekend te worden. Laat het doorgerekend worden. Dan zegt u als collegepartij oké, want aan de andere kant van de tafel aan interesse dat rekenen ze ook door dus dan staan we eigenlijk gewoon quitte. En misschien dat u zegt, ja maar politiek hebben wij toch de macht nou, dat is nou juist het probleem van Oudenbosch, maar zakelijk gesproken zeg ik, staan we quitte. Voorzitter u heeft het denk ik goed geformuleerd. U zegt naast woningbouw andere mogelijkheden. We gaan ervan uit en dan sluit ik me inderdaad bij de heer Huijpen aan, dat er gestreefd wordt naar een brede benuttingsmogelijkheid. Wij noemen dat zelf multifunctioneel. Dus laat ik zeggen, we moeten niet geconfronteerd worden met het idee van het CDA heeft ooit gezegd, laten we tachtig woningen doen. We zetten daar tachtig sociale woningbouw in en kijk jongens, dat gaat niet, dat lukt niet. Einde oefening. Wij verwachten ook van het college een open benadering en dat krediet willen we op dit moment wel geven aan U, maar we willen u kritisch blijven volgen want ik ben het met de heer Huijpen eens, dat de discussie van deze avond daar niet echt maximale kredietverlenend in optreedt, maar gewoon zakelijk gesproken denk ik dat ik ook moet zeggen, dat zoals bij veel van die dingen doen, die heikel liggen, gewoon via de gebruikelijke vakcommissies op de daarbij gewenste tijdstippen VIM en ABZ, daar rapportage van te doen. Ik denk dat dat de politiek bedrijven alleen maar ten goede komt, omdat dat op zich een hele goede zaak is. En dus op cruciale punten een toetsing met de politiek is denk ik in ons aller belang. Dat geldt voor beide alternatieven, voor beide hoofdstromen. 49

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 312