ruimer stellen want anders zal het niet in oktober klaar zijn. Dus wat dat betreft ben ik helemaal niet
zo hardnekkig als u mij verondersteld te doen zijn. Alleen ik wijs u op de financiële consequenties
daarvan. Ja, de heer Wijnen zegt, dat hij naar de doelstellingen moet gissen. Nou ik heb al
verwezen naar Basiliek en omgeving, aangevuld met woningbouw. En om hoeveel vierkante meters
het gaat, dat is nou de vraag die van die zijde, dus van de zijde van de architect en de stedebouw-
kundige beantwoord zou moeten worden. Ik denk voorzitter, dat ik daarmee de vragen allemaal de
revue heb laten passeren. Ik wilde het graag hier in eerste termijn bij laten.
De VOORZITTER schorst de vergadering.
Na de vergadering geeft de VOORZITTER het woord aan:
De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, ja, u zegt het, de wethouder had het er ook al over, over
toenadering en een beetje verkering krijgen en dat soort zaken. Het enige waar ik op uit ben, daar
ben ik in de commissie ABZ mee begonnen en dat doe ik niet voor het eerst en dat doe ik niet voor
de, lol en dat doe ik ook omdat ik denk dat het goed is voor deze raad en voor de zaak zelf, is te
zoeken naar mogelijkheden waarbij het draagvlak niet alleen qua resultaat groter wordt, zoals de
wethouder dat uitdrukte, maar ook in deze raad groter wordt. Ik denk dat dat zinnig is. Daarbij,
omdat ik toch van een heel lang verhaal wat ik mogelijkerwijs zou kunnen houden, toch maar een
kort verhaal wil, wil ik maar het volgende vaststellen: Ik heb begrepen dat er geen sprake is van
een definitief ontwerp, maar dat er sprake is van een voorlopig ontwerp. Dat heb ik beluisterd bij de
wethouder. Weliswaar een maand later dan september, maar goed, voorlopig ontwerp. Ik heb
vastgesteld dat er ruimte is om over dat ontwerp nog breed van gedachten te wisselen ik hecht
daar overigens aan, want ik heb die discussie tot nu toe, weliswaar buiten deze kring al veelvuldig
kunnen voeren maar nog niet binnen deze kring. Die ruimte krijg ik. Die ruimte is niet alleen voor
mij, maar die ruimte is voor alle partijen. Mijn fractie is daar echt mee tevreden gesteld. Ik denk ook
dat het ruimte biedt voor de anderen om helderheid te krijgen over de kosten van het voorstel zoals
u dat doet, aangevuld met denk ik de suggestie in eerdere instantie die huisvestings- en ik denk
ook andere mogelijkheden, andere opties. Ik zou daar toch de architect op willen wijzen, dat daar
mogelijkheden toe zijn, dat hij dus inderdaad hier en daar toch aangeeft, maar u zou ook zus of u
zou ook zo. Ik denk, dat als het zo uitgewerkt wordt het toch al voldoende bouwstenen zou kunnen
aandragen voor een vruchtbare discussie in deze raad of in de commissie over dat ontwerp en ja,
dan vraagt meneer Van den Bosch van ja, een van zijn voorwaarden is dan laat ik het zo zeggen
voor het kunnen instemmen met dit plan heb ik begrepen, dat er een alternatief ontwikkeld wordt.
En bijvoorbeeld het alternatief handhaven van het gemeentehuis en u zegt dan, maar dat kost niet
ineens honderdduizend gulden, maar dan moet er nog honderdduizend gulden bij. Nou ik mag
hopen dat dat niet honderdduizend gulden is, want u zegt al zelf ik wil daar in die honderdduizend
gulden van nu een gedetailleerde opmeting onderbrengen, dus maar goed, stel vijftigduizend
gulden. En dat vind ik dat eigenlijk wat te veel op. Ik vind dat eigenlijk wat te veel van het goeie
hoor. Ik stel dan mij het standpunt dat wij er mee instemmen dat die zaken niet gelijktijdig maar
volgtijdig een kans krijgen omdat denk ik voor mijn kant voor mijn fractie te veel is om de eerste
optie die wij hebben en daarin heeft het gemeente, het plaatsen van de gemeentelijke huisvesting
nadrukkelijk een plaats, om die nu in te ruilen voor een optie zoals die aan de andere kant van de
tafel graag gezien zou worden. Ik pleit ervoor dus, dat die optie erin, de optie van het gemeentehuis
erin blijft en ik ben ook niet voor een dubbele, een dubbel ontwerp. Echt helemaal los van elkaar.
Of dat nou het alternatief is van de WD of het alternatief van het CDA dan helemaal sec naast,
naast dat van het college. Ik denk, dat met de ruimte die er voor alternatieven en voor divers
gebruik is ingebracht al wat aanknopingspunten zijn en we hebben de mogelijkheid als straks die
helderheid, die duidelijkheid die iedereen wil, want de collegeplannen zijn niet betaalbaar is al
herhaalde malen gezegd, nou we zullen straks zien of dat wel of niet het geval is, we zullen zien of
de beramingen die tot nu toe over de tafel zijn gekomen de goede zijn. Blijkt dat niet het geval, dan
zullen we inderdaad naar andere mogelijkheden moeten zoeken. Dus voortijdig en niet gelijktijdig
en ik denk dat dat de ruimte is, die voor wat mijn fractie betreft gegeven kan worden. En ik denk
dat het verder verstandig is, dat we zakelijk praten nog over het feit of we nu wel of niet een krediet
moeten uittrekken om die cijfers via, laten we zeggen, niet weer via Hoogenberk, ik vond dat toch
eigenlijk een goed argument van de heer Den Braber, maar via ingangen van andere architecten
toch eens een keer voorgerekend krijgen. Ik denk dat dat de essentie maar moet zijn van