wing, maar die is er blijkbaar niet meer, ter sprake hadden moeten worden gebracht. De omschrij ving, zoals ik gezegd heb, die spreekt ons helemaal niet aan. Ik denk dat het wel duidelijk is waar om. Alleen uitgaande van de gemeentehuissituatie die er in gerealiseerd moet worden. Wij stellen het op prijs dat de architect de benuttingsmogelijkheden van St. Anna in z'n totaliteit moet bekijken en als dat niet gebeurd hoeft u op onze medewerking niet te rekenen. De VOORZITTER: Dank u wel. Ik heb zelf met grote belangstelling geluisterd naar, als ik het zo mag formuleren, algemene politieke opstellingen en uitingen. Ik denk dat het, wat dat onderdeel betreft nu niet helemaal aan de orde is, maar ik heb daar, nogmaals met een hele grote belangstel ling vanuit mijn eigen portefeuille ook kennis van genomen. Het woord is nu aan wethouder Den Braber om daarop te reageren in de eerste termijn. De heer DEN BRABER: Er is nog hoop, zegt de heer Van den Bosch bijna op het eind van zijn betoog. Ja, meneer Van den Bosch, ook bij mij is er nog hoop. Hoop, dat deze raad erin zal slagen om de muur die genoemd is in de commissie ABZ laatstelijk, waar ik zelf niet bij was, maar ik heb dat in het verslag aangetroffen, dat die muur al is het maar beetje bij beetje toch een keer gelicht wordt. Er zijn zeer imposante muren in de recente geschiedenis gesloopt. En ik heb de hoop dat wij er in slagen om die muur inderdaad te slechten. De hardnekkigheid die u meent te constateren bij deze wethouder daarin had u in ieder geval moeten constateren dat daar toch wel wat schot in zit. Voorzitter, voorjaar 1988 brengt hier Hoogenberk zijn structuurschets uit. Die wordt warm onthaald door de gemeenteraad van Oudenbosch, kamerbreed, daar is een enkele fractie die een voetnoot plaatst, maar het enthousiasme over de ideeën van Hoogenberk was unaniem. Niet zo verwonder lijk dus, dat in de zomer van 1988 in juni, de raad unaniem de structuurschets vaststelde als raamplan voor de stadsvernieuwingsactiviteiten in Oudenbosch. Belangrijkste onderdeel daarvan is de herinrichting van het centrum, waarbij dus betrokken zijn het St. Anna en het gemeentehuis. Dat is ook de moeilijkste en de grootste operatie. En het college in zijn vorige samenstelling is met behulp van externe adviseurs en met behulp van de eigen beleidsadviseurs gaan werken aan de uitvoering van het raadsbesluit van juni 1988. Heeft in dat kader een aantal haalbaarheidsstudies verricht en is op grond daarvan van lieverlee tot de conclusie gekomen dat de ideeën van Hoogenberk dat er hier en daar eens wat in geknepen, wat in geknipt moest worden. Dat heeft ertoe geleid, dat wij vorig jaar zomer het zal augustus geweest zijn, september geweest zijn, een voorontwerp-bestemmingsplan Basiliek en omgeving aan u hebben gepresenteerd, waarin de Hoogenberk-ideeën, voor zover die volgens de haalbaarheidsstudie inderdaad uitvoerbaar zouden zijn, aan uw raad hebben gepresenteerd. En dat toen tweeërlei doel had. Dat was ondersteuning van de besluitvorming hier in dit huis om St. Anna aan te kopen en ten tweede ondersteuning van onze subsidieaanvraag bij de provincie. Het is beide gebeurd. Wij hebben daarna dat voorontwerp bestemmingsplan bij de PPC weggelegd. Er is commentaar op teruggekomen. We hebben het aangepast en er ligt nu een wat definitievere versie bij een ieder. Intussen heeft ook de provincie onze subsidieaanvraag, althans de eerste fase daarvan gehonoreerd en niet zo zuinig ook, want op het moment dat we nog geen gulden uitgegeven hadden kregen we desalniettemin toch al acht ton en bovendien het advies om voor volgend jaar nog maar eens een keer te proberen en ik heb stellig de indruk dat het beroep dat we dit jaar op de provincie gaan doen ook gehonoreerd zal gaan worden. Maar tegelijkertijd daarmee is het laatste jaar, omdat het een grote operatie is, een draaiboek opgesteld. Het draaiboek voorzitter, voorziet erin, dat wij nu toe zijn aan het maken van een voorlopig en een definitief ontwerp. Daartoe hebben wij een architect nodig en in het draaiboek staat heel duidelijk en dat is meteen een antwoord op de vraag van de heer Wijnen, in het draaiboek staat heel duidelijk wat ook te doen gebruikelijk is elders in den lande, dat B&W in het kader van de voorbereiding van de besluitvorming van de raad over deze stadsvernieuwingsactivi teiten, de architectenkeuze doet. Ik heb hem dat vorige week in de commissie VIM ook verteld en ik heb ook verteld hoe dat gegaan is. Wij hebben een vier-tal architecten uitgenodigd, om de ideeën, zoals die neergelegd zijn in het bestemmingsplan Basiliek en omgeving, om daar eens wat schetsen over te maken, wat ideeën over te maken. Dat heeft na een tussenselectie en na een kennismaking met het werk, vergelijkbaar werk van een tweetal nader geselecteerde architecten uiteindelijk ertoe geleid, dat wij het bureau Elemans uit Oss in de arm hebben genomen. Niet in de laatste plaats, nee in de eerste plaats omdat het een voortreffelijk architectenbureau is, maar en dat zeker niet in de laatste plaats, omdat van bureau Elemans bekend is en daar heeft hij in Fidei et 34

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 297