een beetje de tactiek in Den Haag. En we hebben toch in het verleden steeds geweigerd om daaraan mee te werken. In een ander verband weliswaar probeert het ministerie voortdurend van ons gedaan te krijgen als we met vragen komen, dat in feite de gemeente dingen gaat betalen in plaats van het Ministerie van Onderwijs. Omdat men daar nu eenmaal met een grote bezuinigings- problematiek te kampen heeft. Ja, dat zijn een aantal overwegingen die ten grondslag liggen aan ons voorstel. Als u zegt voor-financieren, dan is dat een besluit dat de raad neemt. Dan moet u alleen weten, dat het schoolbestuur misschien niet, als de regeling zou veranderen zoals die nu is, in staat zou zijn om dat op het moment dat daarvoor staat, terug te betalen. En dan is het dus eigenlijk weer niet echt voor-financieren. Dus ik zit er tamelijk mee moet ik zeggen en ik heb best begrip voor het feit dat men met, zoals u unaniem zegt, een nijpend tekort, of een nijpend probleem zit en ik wil geen dingen voor me uitschuiven, maar ik wil verantwoordelijkheden vanuit de gemeente oppakken die tot de gemeente behoren. En ik wil er toch voorzichtig mee zijn, daarbij onnodige risico's te lopen. Doordat wij dingen doen, die eigenlijk niet aan ons zijn qua verantwoor delijkheid. Kortom ik heb ja, op dit moment best begrip voor het feit dat u suggereert om voor te financieren, ik heb ook best begrip voor het feit om particieel mee te werken, maar dat kan volgens mij alleen maar, als echt vast staat dat het moet. Wellicht dat u mij in tweede termijn mij wat meer, naar aanleiding wat ik zojuist heb gezegd, mij wat meer duidelijkheid verschaft. De heer VAN OOSTERHOUT: Ja,goed ik heb niet zoveel toe te voegen omdat hetgeen ik in eerste instantie heb gezegd, behalve dan dat er een mogelijkheid is, dat er een narrow escape is, constateer ik net. En de narrow escape is deze: Het zijn geen praatjes, maar het zijn hele serieuze zaken die verdomd onhelder zijn en dat is heel triest. Dat is weer zo'n zaak, waarbij je dingen afgeschoven krijgt, maar goed, we proberen een oplossing te vinden. Ik denk dat het verstandig is te proberen een voorziening te treffen, maar hoe dan? 6 maart is het ingekomen. 6 juli verloopt de handel. Dat is de datum waarop we de zaak hebben moeten gedaan. En dat wil zeggen wij een uitspraak hebben moeten doen. Dat wil zeggen dat we eventueel volgende week en dat geeft ons een week respijt om de zaak nog eens op een rij te zetten, om te kijken wat dus de exacte en juiste formulering zou moeten zijn voor het raadsvoor stel en voor deze procedure. Want is natuurlijk ja, het is heel onhelder. Maar de mogelijkheid zit erin dat we volgende week donderdag een raadsvergadering hebben. Ja, ik suggereer maar.... De heer TERLOO: Dank u wel voorzitter. Wij zijn van mening, dat als er werkelijk een gevaarlijke situatie is, dat we moeten voor-financieren. Dank u wel. De VOORZITTER: Dat is kort en duidelijk. De heer VAN AGTMAAL: Ja, meneer de voorzitter ook mijn fractie zou willen voorstellen om particiële medewerking te verlenen op basis van artikel 74. Ik heb hier nog een brief voor me liggen waarin staat dat het bestuur van mening is, dat hier duidelijk sprake is van een constructiefout. Dat een en ander na onderzoek in samenwerking met de dienst gemeentewerken is vastgesteld. Ik denk dat het ook duidelijk moge zijn. Ik vind je kunt de school niet met de gaten laten zitten. Ik vind dat wij als raad dus op basis van artikel 74 particiële medewerking moeten verlenen en tot voor financiering moeten overgaan. Dat was mijn voorstel, meneer de voorzitter. Mevrouw DIRVEN-VAN AALST: Dank u voorzitter. Meneer Terloo, ik ben het volkomen met u eens. De heer TERLOO: Dank u wel. De heer VAN OVERVELD: Ja, voorzitter, ik denk dat er weinig aan toe te voegen is. Ik bedoel, ik geloof niet erg in het feit dat wij in de komende week gegarandeerd veel meer duidelijkheid zullen hebben. We zijn hier al geruime tijd mee doende. Er zijn nogal wat instanties bij betrokken geweest. Het leidt niet tot oplossingen. Het is een schrale troost voor mij in ieder geval, dat men in andere gemeentes met dezelfde problemen zit en daar ook niet echt uit komt. De meest reële oplossing, als je wat wilt doen op dit moment lijkt in ieder geval voor-financieren. Waarbij je inderdaad zou kunnen overwegen als er inderdaad sprake is van constructiefouten, om daarin dan ook particieel 27

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 290