verordening zoals die hiervoor ligt vast te stellen. En dan in het najaar met elkaar de discussie te openen over vervolgstappen. De VOORZITTER: De beraadslaging hierbij afgerond? De heer WIJNEN: Nogmaals merk ik dat de wethouder nog steeds de indruk heeft dat wij het uitvoerende werk zouden willen doen. Dat wil ik juist niet doen. Wij willen namelijk het kader scheppen zoals hij heel nadrukkelijk heeft gezegd. Alleen de raad moet weten wat voor monumen tenbeleid er in Oudenbosch, wat voor budget er is, waar het aan besteed wordt en dat soort zaken. Dus die moeten het uitzetten en die moet ook evalueren wat er nadien met het geld gebeurt. Dat is het punt waar de raad bij betrokken is. En de wethouder die zegt van ik zeg toe om de raad de gelegenheid te geven de lijst vast te stellen. Nou dat is accoord, ik denk dat als je dat toezegt en dat in de verordening regelt, wat mij betreft maakt dat het een stuk duidelijker. En ik denk dat het ook een positievere indruk maakt naar, niet ten aanzien van de burgers of de raad of B&W dat doet, maar wel dat er financiële middelen beschikbaar komen, bij de eerste aankondiging. Dat is eigenlijk de intentie van mijn toevoeging van dat er financiële middelen beschikbaar worden gesteld. Of B&W dat nou doet, of de raad, de raad zal de middelen beschikbaar moeten stellen. Dus wat dat betreft denk ik, dat het meer in de toelichtende sfeer ligt en dat u nou, laten we zeggen met vol enthousiasme verder moet gaan. We zullen dat heel nadrukkelijk volgen in de commissie wat de resultaten daarvan zijn. De VOORZITTER: Ik meen hier uit te constateren dat, gelet op de toezeggingen van de wethouder vanuit het college, dat verder alle fracties accoord zijn met het voorstel zoals het hier op tafel ligt. Ik zeg uitdrukkelijk gelet op de toezeggingen van de wethouder. Dat dit stuk dan nu verder unaniem is aangenomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 14. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor een gedeelte van het bestemmingsplan "Herziening Pagnevaart 1983" De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, met de inhoudelijke kant van het voorstel kunnen wij ons verenigen. Ik heb daar in de commissie het een en ander al van gezegd. Ik heb daar wel nog de opmerking gemaakt en daar wil ik op terugkomen. Die had betrekking op de uitruil van woningen met de gemeente Standdaarbuiten die zou plaatsvinden. Daar zou een vijf-tal woningen dit jaar met de gemeente Standdaarbuiten worden uitgeruild en dus eerder worden gebouwd in onze gemeente. Toen heb ik gevraagd, voorgelicht, of dat dat dan inderdaad consequenties zou hebben voor het bedrag wat hier aan het einde genoemd is, als zijnde het bedrag wat is overeengekomen met, althans zo blijkt dat hier uit dit stuk met de Stichting Woningbouw St. Bemardus. Ik vind dat hier niet meer terug en ik wil u vragen om op die vraag, de wethouder vragen om op die vraag nog eens een keer in te gaan, want het lijkt mij, dat dat inderdaad gevolgen heeft voor dit bedrag. De heer HUIJPEN: Dank u meneer de voorzitter. Een korte vraag met betrekking tot de 30.000,- - renteverlies waarvan de woningstichting zich bereid heeft verklaard om deze te vergoeden. Is daar in de structurele doorwerking in meegenomen. Ik zal het even toelichten. Ik begrijp uit de reactie van de wethouder dat hij wat toelichting vraagt. Kijk het is natuurlijk niet zo, dat op het moment dat we dus die woningen niet kunnen realiseren dat dat betekent een eenmalig renteverlies van 30.000,— maar dat werkt in de navolgende jaren dus wat, in beperktere mate natuurlijk, maar het werkt wel wat door. De heer VAN DEN BOSCH: Ja voorzitter, wij hebben in de commissie ABZ hierover gediscus sieerd. En toen heb ik namens mijn fractie naar voren gebracht dat dit, deze constructie eigenlijk toch onze verbazing heeft gewekt. Dat namelijk, als je ergens woningen neerzet, dat dan diegene die dat wil doen daar extra voor moet betalen, omdat er ergens anders geen woningen kunnen worden neergezet. En ik heb namens de fractie gevraagd om daar eerst ten principale over te discussiëren of dat nou de lijn wordt die we vanaf 1991 in zetten ja of nee. En u heeft daar gezegd, 21

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 284