zoals die in zijn artikel 3 verwoord is pas gebruik kan maken nadat ook de raad gesproken heeft. Ik
heb er geen enkele moeite mee om naast het besluit om deze monumentenverordening vast te
stellen, dat besluit met elkaar te nemen, die afspraak met elkaar te maken en te vervatten in een
besluit van de raad. Ten aanzien van de uitbreiding van artikel 11, dat er een toevoeging moet
komen, dat toegevoegd zou moeten worden dat er een financiële tegemoetkoming is voor de eige
naar van monumenten om daar wijzigingen in aan te brengen om dat in stand te houden enzo
voorts, dat is zeker niet de bedoeling van deze monumentenverordening. Deze monumentenveror
dening die we nu hebben, de basisverordening, die regelt de manier waarop wij vaststellen wat
gemeentelijke monumenten zijn, hoe we daar mee omgaan, hoe we omgaan met rijksmonumenten
en regelt niet dat we daar financiële tegemoetkomingen voor toekennen. Ik denk dat dat ook veel te
vroeg is. Ik denk dat we met elkaar eerst overeenstemming moeten bereiken over wat voor soort
activiteiten eigenaren van gemeentelijke monumenten nou aan tegemoetkomingen tegemoet
kunnen zien. Op zich kan ik me voorstellen, dat we in de monumentenlijst ook beschermd
dorpsgezicht opnemen. Maar laten we dan met elkaar eerst eens vaststellen of wij die inderdaad
hebben. Daar zijn wat voorzetten voor gegeven en ik denk wel dat het er van komt. Maar laten we
de monumentenverordening, zoals die nu hier ligt eventueel aanpassen, als we samen tot die
conclusie komen. Ja, ik heb al gezegd in een reactie op een vraag van de heer Huijpen om de
zaak verder voortvarend aan te pakken, dat wij in het najaar dus met vervolgvoorstellen zullen
komen. Dan gaat ook die geboorte van de monumentenlijst gebeuren, maar daarvoor u hebt
gelezen, dat is een van de voorschriften moeten we én overleg voeren met de monumentencom
missie én moeten wij overleg voeren met de eigenaren van panden dus ik kan op dit moment niet
goed inschatten wanneer wij daadwerkelijk over een monumentenlijst zullen beschikken. Kort
samengevat voorzitter, ik sluit mij aan bij, ik kan mij heel goed vinden in de woorden van meneer
Huijpen, van laat ons nou vandaag deze monumentenverordening op deze manier vaststellen.
Laten we vervolgens de vervolgwerking in gang stellen. In dat kader kunnen we best nog eens
nader met elkaar van gedachte wisselen over de wijzigingsvoorstellen van de CDA-fractie, waar die
betrekking hebben op dat de rol die nou uitgetrokken is voor B&W, vervuld zou moeten worden
door de raad. Ik denk dat van lieverlee die wijzigingen zichzelf wel overbodig zullen maken, want
nogmaals ik herhaal het graag, ik heb er geen enkel probleem mee om als apart raadsbesluit naast
dit besluit tot vaststelling van deze verordening met elkaar vast te stellen dat B&W pas van zijn
bevoegdheden zoals verwoord in artikel 3 lid 1, 3 en 7, dat gaat dus over het vaststellen van het
beleid en het wijzigen van en het beslissen over kerkelijke monumenten, pas gebruik zullen maken,
nadat de raad daarover gesproken heeft. Ik heb daar geen problemen mee.
De VOORZITTER: Gelet op deze beantwoording kan ik me bijna niet voorstellen dat er nog een
tweede termijn is, maar...
De heer WIJNEN: Ik denk dat de uitleg die meneer Den Braber daar aan geeft, dat wij het werk van
B&W zouden willen overnemen dat die niet correct is. De uitvoerende taak die ligt geheel en al bij
B&W. Blijft in mijn suggestie ook bij B&W liggen. B&W doet het voorbereidend werk in overleg met
commissies, doet alle verantwoordelijkheden op dat gebied. De verantwoordelijkheid in laatste
instantie laten we het zo maar zeggen van wat is een monument in Oudenbosch, dat wordt bepaald
door de gemeenteraad en die heeft daarvoor ook de middelen ter beschikking gesteld in het kader
van een monumentenbeleid en ik denk niet dat je dan moet zeggen, dat kan B&W dan ook wel
regelen, nee, de bedoeling is, dat daar een uitvoeringsbeleid komt en ik heb helemaal niet op het
oog gehad om daar al regulerend in te gaan optreden ten behoeve van B&W, dat is inderdaad een
gevolg. Maar ik heb alleen beoogd aan te geven dat de raad in deze verordening geen rol speelt.
Daar heb ik een voorziening in getroffen met het oog omdat de verantwoordelijkheid van de raad
groter wil worden, moet worden naar mijn idee en ook om een positieve indruk te wekken naar
diegene die een monument bezit in Oudenbosch, want een lijst maken en daar zeggen u staat nu
op de monumentenlijst, dat roept onmiddellijk de vraag op en wat houdt dat dan voor gevolgen in.
ledereen kan bezwaar maken en denken van nou, dat beperkt mijn vrijheid. Ik denk, dat wij als
gemeenteraad er op bedacht moeten zijn dat we dan ook een positief antwoord weten te formule
ren en dat mijn suggestie van de gemeenteraad kan aan belanghebbende een financiële bijdrage
verlenen ten behoeve van instandhouding van gemeentelijke monumenten niemand iets verplicht
maar alleen maar duidelijk maakt van naar de gemeenteraadsleden die hier aanwezig zijn van wij
19