De heer VAN AGTMAAL: Meneer de voorzitter, op het einde van de hoorzitting is in feite unaniem
door de aanwezigen die in de commissie zaten besloten, dat we aan alle mensen die een
bezwaarschrift ingediend hebben het proces-verbaal toe zouden sturen en dat in afwijking van het
gebruik in de gemeente, maar dat we in het kader van openbaarheid van bestuur de mensen
daarin, gezien de belangen die er toch liggen, persoonlijk een proces verbaal zouden sturen. Ik
wilde vragen of dat inderdaad ook gebeurd is.
De heer DEN BRABER: Ik constateer twee dingen bij de opmerkingen van de heer Van den Bosch.
Dat is dat hij het onder de voorwaarden die vervuld worden die hij in eerste instantie gesteld had hij
accoord gaat met het voorstel en als tweede dat bij hem in ieder geval duidelijk is, dat de schuld bij
het college ligt. Dat is overzichtelijk, dan weten we waar we het over hebben wat dat betreft.
Inhoudelijk zullen wij in september, komen wij daar dan nog wel op terug. De heer Huijpen
chargeert toch wat, wanneer hij zegt we doen dat al jaren zo, gelukkig komt dat toch niet alle jaren
voor maar een enkele keer zo rond het zomerreces van de gemeenteraad kan er zo'n probleem
zich voordoen en we hebben daar als gemeenteraad wat ervaring mee. Het is zeer duidelijk de
bedoeling meneer Huijpen, om in de brief waar ik melding van gemaakt heb en waarin dus het
besluit van de gemeenteraad aan de bezwaarden kenbaar wordt gemaakt om de verdere procedu
re, de verdere rechtsgang, als u dat een beter woord vindt, uiteen gezet wordt. En als bijlage bij die
brief gaat het proces-verbaal van de hoorzitting mee.
De VOORZITTER: Mag ik aannemen dat hiermee de beraadslaging is beëindigd en dat U, ook
gehoord de toezegging van de wethouder, verder accoord gaat met het voorstel? Dank u wel.
Hiermee aangenomen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
13. Voorstel tot vaststelling van een monumentenverordening
De heer WIJNEN: Ja, meneer de voorzitter, het is nu zover, dat er een monumentenverordening op
de rol staat voor vandaag. We hebben daar lang naar uitgezien. Dat zult u wel beseft hebben. Daar
zijn al eerdere ontwerpen geweest. Nu ligt er een. Nou, dat doet ons deugd. Ten aanzien van het
ontwerp wat vanavond ter vaststelling door de raad is voorgelegd daar zal het u bekend zijn uit de
verslagen van de commissie VIM, dat wij daar in tot uitdrukking hebben doen komen dat er een
grotere rol voor de raad wordt weggelegd. Blij met het beleid en dat komt tot uiting in de diverse
artikelen. Ik zal denk ik voor de goede orde maar opnoemen wat er in veranderd moet worden. Wij
stellen voor, dat bij artikel 3, dat begint met "de burgemeester en wethouders", daar voegen wij een
tweede lid aan toe of een sub lid is het dan. b. Dus, dat eerste noemen we dan a. De gemeente
raad keurt de gemeentelijke monumentenlijst goed. Wijzigingen behoeven de goedkeuring van de
gemeenteraad. Wat ons betreft, kan dan de wijzigingen genoemd onder 7, die kunnen vervallen.
Want daar heeft B&W geen rol meer, want de raad die doet het allemaal. Dat is in dit artikel 3,
onderdeel 7. Dan in artikel 11, daar zou de raad in a. de rol van B&W moeten gaan vervullen en
verder voor de duidelijkheid het is typografisch, maar daar moet eigenlijk de tekst doorlopen tot
onderaan bij dat alineaatje a.b.c. onder c. na die punt-komma, na daar waar schade lijdt enzovoort,
daar moet dat hele stuk aaneen vanaf de kantlijn getikt worden. En dan vervolgens toe te voegen
omdat wij tot uitdrukking willen laten komen dat de raad de verantwoordelijkheid heeft voor de
instandhouding van de monumenten en daar niet alleen een conserverend beleid wil voeren maar
ook inhoudelijk iets wil doen, dat de gemeenteraad kan aan belanghebbenden een financiële
bijdrage verlenen ten behoeve van de instandhouding van gemeentelijke monumenten. Dat komt er
nu niet in voor ik denk, dat we die intentie, die moeten wij in onze verordening tot uitdrukking bren
gen, want anders dan krijg je een lijst waarop staat dat alles bevroren wordt, dat de mensen
mogelijk schadevergoeding kunnen krijgen maar de eerste reactie is van o ze gaan ons weer wat
tegenhouden of beperken, terwijl het juist de bedoeling is van deze gemeenteraad al gedurende
laten we zeggen negen jaar om positief naar de monumenteneigenaren te gaan ons opstellen en
medewerking geven bij het instandhouden en het verbeteren van de functies van hun bezit. En ten
dienste van het behoud van ons erfgoed. Ik zou daar nog aan toe willen voegen dat dit dus de
eerste stap is, de volgende stappen die liggen in concept al wel ter inzage. Ik zou daar ook nog