men verstandig om al diegenen die bezwaar hebben gemaakt even te laten weten met een briefje van kijk, zo licht het sec, u mag op ons rekenen, want wij doen dat al sinds jaar en dag, dat zijn we zo gewoon. Mijn dank. De heer DEN BRABER: Meneer de voorzitter, ik heb als ik de opmerking van meneer Van Oosterhout mag gebruiken als reactie op de opmerkingen van de heren Van den Bosch en Huijpen, eigenlijk daar niet zoveel aan toe te voegen. Uiteraard is het niet aan ons als college om de besluitvorming van de raad in september over deze bezwaarschriften te frustreren door toch allerlei ontwikkelingen toe te staan. De raad zal in alle vrijheid straks over deze zaak kunnen oordelen. Straks, dat is dus in september, de heer Van Oosterhout zegt terecht, dat een aantal van de bezwaarden en wellicht allemaal dat al weten, omdat het in de hoorzitting zelf al ter sprake is gebracht en als zodanig ook opgenomen is in het proces-verbaal van die bijeenkomst. Daarnaast waren wij al van plan om de bezwaarden te informeren over het feit, dat wij vanavond hier het besluit nemen om de beslissing op de bezwaarschriften met dertig dagen te verdagen en er dan daarbij op te wijzen dat dat dan niet inhoud dat wij in juli zullen beslissen, maar in de eerstkomende raadsvergadering en dat de besluitvorming is voorzien voor eind september. Ervaringen niet alleen hier in Oudenbosch, maar ook elders in den lande hebben geleerd dat wanneer bezwaarden de exacte procedure en data en afspraken kennen het niet nodig is op de afdeling Rechtspraak van de Raad van State, omdat een beroep daar dan als overbodig wordt onderkend en niet in behandeling wordt genomen. Wij hebben daar zelf ook in Oudenbosch ervaring mee. Nog niet zolang geleden met de problematiek rondom artikel 19 procedure a, Industrieweg en een zes- zevental jaren geleden ook in de vakantieperiode. Het item daarvan staat me niet zo meer bij, maar het is niet de eerste keer dat we dit doen. Maar voor alle duidelijkheid. De mensen hoeven niet bevreesd te zijn, dat hun bezwaren nu automatisch ongegrond verklaard worden. Feitelijk is dat wel zo maar wij maken met de mensen zelf gewoon als gemeenteraad, niet B&W, maar als gemeenteraad de afspraak, dat wij over de bezwaren zullen oordelen september aanstaande. De VOORZITTER: Is er na dit antwoord van de wethouder nog behoefte aan een tweede termijn? De heer VAN DEN BOSCH: Ja voorzitter, die toezegging op de hoorzitting van de secretaris, waar de heer Van Oosterhout melding van maakt, dat hebben wij natuurlijk ook gelezen, maar uiteindelijk is dit een politieke uitspraak, dat wij twee maanden lang de zaak in de ijskast houden. Dat moet een raad doen. Dus daarom was ook aan het college het voorstel om dat voor te leggen. We hebben als fractie dus nu die toezegging van u gekregen. U zegt ik doe dus tussen nu en de volgende raadsbehandeling niets, niets, wat ook de rechten van de bewoners frustreren. Nou prima dat is precies de toezegging waar we onze goedkeuring van het voorstel op pinnen, dus dat is oké. Ik zou zeggen dit is dan toch een ietsje goed maken van wat u zelf heeft aangericht. U kunt het als raad en college natuurlijk echt goed maken door in september de bezwaren gegrond te verklaren. De heer HUIJPEN: Meneer de voorzitter, even twee korte opmerkingen. Ik heb middels de contacten, ik heb gistermiddag heb ik nog contact gehad met twee bezwaarden, meneer Van Oosterhout, en daaruit blijkt, dat er die contacten toch zijn, maar ik proef toch heel duidelijk bij die mensen die namens een aantal mensen dan toch spreken, dat men onvoldoende op de hoogte is van de rechtsgang. En ik denk dat het uiterst verhelderend zou kunnen werken om toch naar die mensen toe duidelijk te maken van wat het nu betekent om de beslissing op de bezwaarschriften te verdagen. Ik erken, ik weet het, er is op zich helemaal niks nieuws onder de zon. We doen dat al jaren zo en wanneer we dus zeg maar daar misbruik van zouden maken dan zouden we onmiddel lijk beticht worden van onbehoorlijk bestuur. Nou dat kunnen we op zich ons helemaal niet permitteren, dat is duidelijk. Dus wat dat betreft hebben we er wel vertrouwen in, maar waar het mij dus nogmaals hier meer om gaat is, dat de mensen weten hoe dat de rechtszaak is en hoe dat een en ander gaat verlopen en wat het betekent deze verdaging op de beslissing op de bezwaarschrif ten. Dank u wel. De heer DEN BRABER: Heel kort... De VOORZITTER: Mag ik u nog heel even onderbreken? De heer Van Agtmaal. 16

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 279