met die wettelijke termijn. En dan krijg je een heel ingewikkelde discussie, dat eigenlijk dertig dagen er voor staat, over dertig dagen hebben wij geen raadsvergadering, dan is het vakantie. En dan krijg je een ingewikkeld juridisch vraagstuk, zijn ze nou gegrond of ongegrond. We zadelen de bewoners met kostbare tijd op en ik kan me voorstellen, dat ze liever andere dingen doen met allerlei zaken raadplegen en die schrijven ons weer een brief wat moeten wij? Die doen dus zelfs voorstellen om dat voorbereidingsbesluit weer te laten intrekken. Ja, ingewikkeld en we leggen de schuld eigenlijk in belangrijke mate bij U, bij het college. Maar goed we zitten ermee en hier staat op de agenda nu het voorstel om dat te verdagen. We hebben ons daar uitvoerig over beraden en we komen eigenlijk ook in het kader van constructief meedenken, maar men houdt tot onze zeer grote boosheid ook weer van uitwerking wat hier gebeurt, tot het voorstel we accoord kunnen gaan met het verdagen van dit van uw voorstel, dus conform het raadsvoorstel, onder een voorwaarde, dat die tussen nu en dat het opnieuw aan de raad wordt voorgesteld, absoluut alles in de ijskast stopt. Dus geen laat ik zeggen, wat de bewoners dan zouden kunnen noemen geen grapjes uitha len, geen bouwvergunningen ter inzage leggen of wat dan ook. Dus dat we naar de bewoners kunnen zeggen, nou goed, het is een hele vervelende zaak, maar de raad heeft besloten om tussen nu en dat het opnieuw in de raad komt absoluut niks te doen. En dat betekent dus, dat u als college dat moet toezeggen dat u dus de zaak in de ijskast stopt en daarmee de belangen van de bezwaren niet schaadt. De heer HUIJPEN: Ja, dank u wel, meneer de voorzitter. Ik begrijp van de bewoners uit de omgeving van de bezwarenden, dat die zorg hebben over de rechtsgeldigheid en van hun be zwaarschriften en de juridische positie van henzelf naar aanleiding van het voorstel van het college om de behandeling van de beslissing over de bezwaarschriften om die te verdagen. Ik denk dat het toch goed is en helder is om duidelijk te maken aan degenen die bezwaar gemaakt hebben wat nu de consequenties zijn. Mochten er consequenties zijn. Ik denk, dat dat bijzonder belangrijk is, want ik begrijp toch wel uit de omgeving dat er toch nogal wat onvrede is ten aanzien van het voorberei dingsbesluit wat er genomen is door de meerderheid van de raad ten aanzien van de Polderstraat en omgeving en de sloop van het gemeenschapshuis. Mensen moeten dus klip en klaar kunnen weten waar ze aan toe zijn en wat het betekent het voorstel, inhoudelijk, om dus tot verdaging van de beslissing op de bezwaarschriften over te gaan. Het zou natuurlijk toch absurd zijn, wanneer in de tussentijd tot op het moment dat er wordt overgegaan tot de behandeling van de bezwaar schriften dat mensen uit de omgeving vast moeten stellen, waar moeten nemen, dat er toch een aantal ontwikkelingen in de Polderstraat en omgeving, dat die gerealiseerd gaan worden. Dat zou deze mensen bijzonder verontrusten en daarmee onderschrijft mijn fractie het idee, het voorstel van het CDA, om in die tussentijd totdat het moment daar is, om over te gaan tot de beslissing op de bezwaarschriften, om in ieder geval in die omgeving niets te ondernemen. Dank u wel. De heer VAN OOSTERHOUT: Voorzitter, dank u wel. Ik heb begrepen dat meneer Van den Bosch heel goed op de hoogte is van het verslag wat is gemaakt van de hoorzitting, waarin inderdaad een fractie hier in ons midden, namelijk mijn fractie, even aan de orde is geweest. Dat was namelijk de enige fractie die geantwoord had op een brief van de zijde van de bewoners en vandaar dat wij even in beeld kwamen. De heer VAN DEN BOSCH: Wij hebben een informatieavond gehouden. Wij hebben rechtstreeks contact met onze. De heer VAN OOSTERHOUT: Die hebben ze niet genoemd, dus, dat heb ik ook niet gelezen. Verder voorzitter, wil ik hier opmerken, dat mijn fractie begrijpt dat er veel commotie is en dat ook gelezen heeft en dus ook vindt, dat de procedure normaal moet worden afgewerkt. Dat doet u in dit voorstel op de wijze zoals we dat al jaren gebruikelijk doen in deze gemeente en dat betekent dan ook, dat zolang de procedure loopt, dat is ook al jaren gebruikelijk in deze gemeente, we weten dat dan intussen de zaken bevroren zijn. Het is niet, dat er dus geen nieuwe rechtsbesluiten intussen deze rechtsgang in de wielen kunnen rijden, dus we hebben er vertrouwen in, dat dat in september terug komt hier en dat we dat dan uitvoerig kunnen bespreken. En ik heb ook begrepen dat de betrokkenen via de secretaris van de hoorzitting al op de hoogte zijn van de precieze feiten met betrekking tot het traject van nu tot september. Wellicht is het om overmaat van ramp te voorko- 15

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 278