breder verband zien en niet losgeplukt uit het gehele welzijnsverhaal. Dat was het meneer de
voorzitter.
Mevrouw DIRVEN-VAN AALST: Dank u voorzitter. In de commissie is denk ik duidelijk naar voren
gekomen dat onze fractie een gelijkstemmend geluid kan laten horen als mijn collegafractie van de
WD. Wij zijn ook hoogst verbaasd, dat nu net drie mensen in Oudenbosch de dupe moeten
worden van deze bezuinigingsactie. Het gaat in totaal om een bedrag van rond en nabij de
2.100,wat mijns inziens maar een druppel op een gloeiende plaat is. Maar voor deze cursisten is
het heel belangrijk dat zij hun lessen kunnen blijven volgen en hun muzikale vorming kunnen
voltooien. In de commissie is er dan ook gepleit voor een overgangsregeling en zeker voor deze
drie cursisten. En er is ook voorgesteld om eventueel te denken aan een bevriezing van deze
subsidieverordening, zodat in ieder geval de lessen, de cursus van deze drie mensen veilig gesteld
wordt, dat ze hem af kunnen maken. En dat er dan in de toekomst bezien moet worden of dat
nieuwe aanmeldingen ja dan nee gehonoreerd dienen te worden. Wij vinden het heel spijtig, dat op
deze manier mensen hun muzikale opleiding moeten afbreken.
De heer VAN OVERVELD: Ja voorzitter, de discussie in de commissie is tamelijk uitvoerig geweest,
het is denk ik niet zo heel erg zinnig om die over te doen. Ik bestrijd wat de heer Van Agtmaal zegt,
dat het een hap-snap gebeuren is. Er zijn dingen die je tevoren moet regelen, wil je het jaar daarop
profijt van hebben. Dan bedoel ik daarmee het volgende. Als men in augustus een nieuw inschrij
vingsjaar heeft voor het volgen van bepaalde lessen, dan is het tamelijk lastig om per 1 januari te
zeggen nou is er ineens geen geld meer voor in het kader van bezuinigingen. Dan moet je dan
denk ik, voordat mensen zich inschrijven bij instituten, moet je duidelijkheid verschaffen over de
mate waarin je subsidieert, dan wel hun geheel niet subsidieert. Vandaar dat we er op dit moment
mee komen. Vooruitlopend inderdaad op een stukje bezuiniging wat gevonden moet worden en
waarvan we ons allemaal denk ik wel bewust zijn. Ook wij hebben ons geïnformeerd over laten we
zeggen de mate van benadeling. Als er inderdaad sprake zou zijn van een cursus die men is
aangegaan, dan zou dat kunnen betekenen dat men halverwege de cursus of in een eindexamen
jaar of kan me niet schelen welk ander jaar, een cursus zou moeten onderbreken. Maar natrekken
van wat nou precies inhoudelijk aan de hand is bij de betreffende instituten levert op, dat er geen
sprake is van een cursus, maar laten we zeggen opeenvolgende open jaren. Je kunt daaraan
deelnemen maar er is geen afronding. Dus is er ook geen sprake van een cursus. Want als er van
een cursus sprake was geweest, ben ik met u eens, dan hadden we minstens het de mensen
mogelijk moeten maken om die cursus op een of andere nette manier te beëindigen en ervoor te
zorgen dat er voorafgaande jaar geen vernietiging van inspanning en kapitaal geweest zou zijn.
Maar er is geen sprake van een cursus. Men kan die zanglessen, of welke andere lessen ook
nemen, zonder dat daarbij op dit moment sprake is bij een van de mensen van een afronding
middels een examen of wat dies meer zij. Dus het is een open einde constructie. Als we daar mee
zouden instemmen zouden we bij wijze van spreken tot in lengte van jaren deze mensen de
gelegenheid moeten geven om hun hobby te beoefenen, want het is uiteindelijk het uitoefenen van
een hobby bij een aantal betrokkenen. Het gegeven van een overgangsregeling dat leek aantrek
kelijk, maar dat is halfslachtig, want dat zou er toe kunnen leiden dat op de eerste plaats mensen
halverwege het jaar tot de constatering moeten komen nu is het stukje wat ik wel samen met de
gemeente kon betalen op en de andere helft kan ik niet ophoesten, dus nu stap ik er halverwege
uit. Nou, dat is denk ik het verleggen van de pijn. Bovendien hebben wij wat dat betreft een
verordening die daarin niet voorziet. Dus je zou dan speciaal hiervoor iets nieuws moeten creëren.
Het zou kortom geen logische en geen goede zaak zijn. Ook niet omdat er inmiddels weer andere
aanvragen minstens een aanvraag ligt en hoe ga je daar dan mee om. Want op het moment dat je
dit besluit neemt lag deze aanvraag er al. En dan krijgt iemand een overgangsregeling zonder dat
er sprake was van iets anders. Vandaar dat wij er voor pleiten om hoe vervelend het wellicht voor
de betrokkenen is, maar er komen nog meer maatregelen denk ik, die voor veel mensen vervelend
gaan worden in de toekomst, toch vast te houden aan het eerdere plan en een einde te maken aan
deze vorm van subsidiëring. Ik denk, dat daarmee de vragen van zowel de heer Van Agtmaal, als
van mevrouw Dirven meegenomen zijn, want mevrouw Dirven praat zelf al over de vorming
voltooien en over de cursus afmaken. Ik heb al aangegeven dat er geen sprake is van een cursus,
dus er wordt ook niks afgemaakt, men kan daar eindeloos mee bezig blijven. Het is zo, dat in