duidelijk maken dat bepaalde posten binnen een krediet niet elke keer opnieuw ter vaststelling of ter goedkeuring voorgelegd hoeven te worden. Dat is trouwens überhaupt het proces denk ik wat we ook gekoppeld aan die reorganisatie, en dan praat je over mandatering,en dat soort dingen. Daar wil ik met alle plezier met u eens over praten. Ik kan alleen maar een ding zeggen, dat overschrij dingen dit jaar voor zover mij bekend, zonder medeweten van de raad niet hebben plaatsgevonden. Het invorderingsbeleid wordt aangescherpt. De uitnodiging van de heer Van den Bosch om als het gaat om het op orde brengen en het scherp maken van je financiële instrument om daar extra mankracht tijdig of wellicht tijdelijk voor aan te trekken, die neem ik met beide handen aan, meneer Van den Bosch, want ik zou eigenlijk die vraag met een wedervraag willen beantwoorden, als u daar ook dekkingssuggesties voor wilt aandragen dan wil ik graag daar met u verder over spreken. Met andere woorden geeft u maar eens aan waar we dat van moeten betalen. Ik wou het in mijn eerste termijn hierbij laten. Behoefte aan een tweede termijn Uwerzijds? De heer VAN OOSTERHOUT: Nou voorzitter, ik wil nog graag even terugkomen op die combinatie van jaarrekening en die nota van weerstandsvermogen of hoe dat dan ook mag worden ingevuld. En dat al waarvan u probeert dat samen bij de begroting van 1992 aan ons aan te bieden. Ik vind dat dat streven de hoogste prioriteit verdient voor dit jaar. Dat zou sinds geloof ik een acht jaar, negen jaar zijn, dat ik in deze raad zit dat dat dan weer eens voor het eerst een actuele afweging van zaken met name financiële zaken ook naar de mogelijkheden voor de toekomst van investerin gen kan plaatsvinden en wij zouden dat zeer op prijs stellen. Daarnaast dat heb ik in mijn eerste termijn eigenlijk vergeten, wil ik namens mijn fractie de commissie van het rekeningenonderzoek van deze raad, die hier voortreffelijk werk heeft verricht, bedanken als al diegenen die bijgedragen hebben aan het samenstellen van deze rekening, dank u wel. De heer HUIJPEN: Ja, meneer de voorzitter. Kort, ik denk dat wij in eerste termijn voldoende duidelijk gemaakt hebben, zeer nadrukkelijk duidelijk gemaakt hebben, wat onze gevoelens zijn ten aanzien van kredietoverschrijdingen en daarbij hebben we dus verwoord hoe dat wij vinden, wat onze opvatting is, hoe dat we dus met elkaar om moeten gaan. Daarnaast is het zo, ik heb daar eigenlijk geen reactie op gehad, maar puur formeel hoeft dat ook niet natuurlijk, maar ik heb ook proberen duidelijk te maken en dat heeft ook meneer Van Oosterhout gedaan, wat de gevolgen zijn, dus voor saldireserve, dekking enzovoorts, tengevolge van die toch forse tekorten op de rekeningen. Dat was het. De heer VAN DEN BOSCH: Ja, voorzitter, dank u voor u toezegging, dat u die begrotingsover schrijdingen inderdaad via de commissie zal laten lopen. De VOORZITTER: Dat heb ik niet toegezegd, maar goed... De heer VAN DEN BOSCH: Ja,als u zegt ik heb dat niet toegezegd, omdat op dit moment zijn ze er nog niet, dan zeg ik dat zou helemaal mooi wezen, als ze er nu al zijn, want we zijn nu vijf maanden onderweg en ik denk dat de raad en met name rond september de vinger aan de pols moet houden, dat is ook precies het voorstel van de commissie van onderzoek van de rekening. Om rond september een overzicht te krijgen van die kredietoverschrijding. Dan gaat het natuurlijk lopen, want het zou natuurlijk een beetje van de gekke zijn, als u in mei al door u bezit zou heen zijn. U heeft terecht gezegd, nou misschien is het te zijner tijd nuttig of niet, maar dat geloof ik dan graag, ja, maar ik had beluisterd dat u zegt nou kijk dus als U die kredietbewaking serieus wilt nemen dan moet dat niet een intern gebeuren blijven dan moet daar de politiek ook van weten, want het kan best dat we aan de ene kant roepen meer uitgaven en de andere kant zeggen kredietoverschrijving, dat is uw schuld, dus je moet dat terugkoppelen. Over die weerstandsnotitie heeft u gezegd bij de begrotingsbehandeling. Nou dat is in ieder geval een duidelijk moment dat is het moment om dan daar naar te kijken, een goede zaak. Onze uitnodiging om aan de personele capaciteit aan de afdeling Financiën aan te besteden heeft u gepareerd met de suggestie van kom dan maar met dekkingsmiddelen. Ik vind het een hele goede parering van de portefeuillehouder financiën, want dat is een hele goede zaak. Ik zou dat ook graag als staand beleid willen introduce ren daarmee. Aan de andere kant is nou juist, denken wij, vanuit onze fractie, een investering in 29

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 252