daarop afrekenen in de positieve zin van het woord. Dus ook de beheersmatige component van het omgaan met geld wil ik graag bij u onder de aandacht brengen. Voorzittter u zit in de unieke positie, dat ik dat ook nu tegen u als portefeuillehouder zeg. Dus u kunt nou ook van een andere invalshoek hierop inschieten. Dank u. De VOORZITTER: Ik wil graag de complimenten doorschuiven naar diegenen die zich hiermee belast hebben met de uitvoering van het verzoek om te komen tot een tijdige en ook goede behandeling van de rekening 1989. En dat tijdig is misschien wat eufemistisch uitgedrukt, maar ik bedoel daarbij, dat u de gelegenheid hebt gehad om uitvoerig als rekeningcommissie zich daarover te buigen en ik denk dat we op de goede weg zijn. Dat is niet een doekje voor het bloeden, maar het zij toch hier herhaald, om een aantal redenen hebben wij te maken gehad in het verleden met een bepaalde achterstand. Zowel wat procedures betreft als anderszins en ik mag met u constate ren, dat wij, hoewel we er nog niet voor honderd procent zijn, we op de goede weg zijn en dat we goede hoop hebben, binnen niet te lange tijd wat dat soort zaken betreft niet meer met mekaar hoeven te discussiëren. Dat we gewoon ook over andere dingen kunnen praten. Even terug naar uw opmerking over de rekening zelf, meneer Van de Luijtgaarden. Ik heb begrepen dat u het de benadering, zoals die hier ligt, de manier waarop het is gedaan, dat u daar verder geen problemen mee heeft. Dat u dat ook wel ondersteunt. Dat is plezierig te constateren. Meneer Van Oosterhout, schaduw 1990, ja. Maar dat sluit ook meteen aan op vragen die ook van uw kant zijn gesteld. Bijtijds de rekening 1990 vast te stellen, dat is ons streven. We zijn nog niet zover, dat de uitkomsten al beschikbaar zijn, maar ik zal mijn uiterste best ervoor doen dat u kort na de vakantieperiode maar zeker voor de begroting, want ik denk dat dat een belangrijk moment is,dat u op een wat kortere periode terug kunt kijken hoe daar de financiële situatie is. Maar in ieder geval de belangrijkse uitkomsten beschikbaar zijn voor U, voordat ze het hele proces verder de commis sies ingaan voor de begroting 1992. Ik kan op dit moment niet meer verder toezeggen dan dat, maar neemt u van mij aan, dat we dat echt proberen om dat ook te bespoedigen. Dat we wat dat betreft ook bij zijn en dan pak ik meteen eigenlijk maar in de richting van de heer Van den Bosch de opmerking mee over, want dat heeft ermee te maken, met een output gerichte begroting. Het heeft te maken met management, het heeft te maken met organisatie. Dat is een model streven. We zijn er nog lang niet in zoverre, dat we daar op grond van goed geformuleerde criterea objectieve criterea over output-begroting kunnen gaan praten en daaraan gekoppeld afrekening van output-begrotingen. Het is een interessante gedachte. Ik weet dat een heleboel andere gemeenten die dit aanvankelijk enthousiast opgestart zijn, daar eigenlijk nu min of meer met de handen ten hemel daarop terugkomen, omdat zij er gewoon niet uitkomen. Dat wil niet zeggen, dat we daar überhaupt niet over zullen moeten praten. Het is altijd goed om zo objectief mogelijk bepaalde prestaties boven de tafel te krijgen en dat te kunnen meten. En of dat nu betekent een output gerichte begroting ik betwijfel dat, maar we komen daar graag nog eens een keer in de commissie op terug. Dan de vraag, die is ook door verschillende van u gesteld over de weerstandsnotitie. Exact kan ik dat op dit moment nog niet aangeven. U vraagt namelijk nogal wat veel van allerlei notities en herstructureringsverhalen en reorganisatieplannen. We zullen ons best doen om dat ook rond de begroting, want dat is toch ook een financieel verhaal, wil je zo'n begroting 1992 goed in gaan, dat je ook inzicht hebt in de weerstandpositie van de gemeente. Dus ik wou proberen in enige vorm als een pakket aan u bij de begrotingsbehandeling te presenteren. En laten we over de inhoud daarvan bijvoorbeeld in ABZ nog eens praten van wat u zelf van zo een notitie verwacht en hoe we daar het beste mee om kunnen gaan. Ik wou toch met U, meneer Huijpen constateren, dat de discussie nu bij dit agendapunt gaat over de overschrijdingen en de tekorten uit het jaar 1989. Daar is uitleg aan gegeven. U kunt het met die uitleg op onderdelen niet eens zijn. Dat bespeur ik ook bij de heer Van den Bosch op een aantal onderdelen, u vindt de toelichtingen of te beperkt of u kunt het er niet mee eens zijn, dat laat ik in het midden. Er is nu getracht om dat aan te geven. We praten over 1989 zeg ik nogmaals. En ik wou eigenlijk de discussie die u al eigenlijk zelf gevoerd heeft in de rekeningcommissie, hier niet nog eens een keer uitvoerig overdoen. En uiteraard, maar dat is een doelstelling die ook wel blijkt uit de beantwoording, dat de raad/commissie op een of andere manier tijdig geïnformeerd wordt als er sprake is van krediet-overschrijding. Maar dan moet je ook duidelijk maken welke ruimte het college heeft om binnen bepaalde kredieten te opereren. Dan moet je 28

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 251