moeten oplossen. Dat is de taak waarvoor wij ons gesteld weten en die verantwoordelijkheid nemen wij met U. Maar dat neemt niet weg dat ik, en mijn fractie doet dat zeker niet, het hoofd in het zand steek. Oudenbosch gaat niet op slot. Ik heb dat in de commissie ook gezegd en wat dat betreft moeten we blijven zoeken naar mogelijkheden om niet alleen dit soort onaardigheden op te lossen, maar ook te zorgen, dat de ontwikkeling van onze gemeente dat die daardoor zo weinig mogelijk belemmerd wordt. Het zou heel vreemd zijn, als wij in laten we zeggen verontrust de armen voor het hoofd slaan en vervolgens niet meer zouden durven denken aan de ontwikkeling van onze eigen gemeente op sociaal en economisch en op ruimtelijk terrein. Dat bedoel ik met het feit, dat we Oudenbosch niet op slot kunnen zetten. We zullen toch moeten investeren ook in de toekomst. Ondanks dit soort tegenslagen, maar ik heb dat eerder gezegd, ook bij de besluitvorming rondom St. Anna tot nu toe, het zal ook moeten blijken dat we het financieel aan kunnen. We hebben een rekening zo dadelijk vast te stellen, de rekening 1990 komt er aan en ik neem aan dat met deze gevens van de voorjaarsnota en de komende begroting meerjarenramingen zoals ook collega Van den Bosch eigenlijk nu vraagt de financiële vertaling nog eens een keer van het project St. Anna, de herhuisvesting dat dan wel zal blijken hoe ver onze polsstok reikt. En op dat moment wil ik die afweging maken, maar mijn benadering en de fractie die stelt zich in dat als geheel zo voor, onze benadering blijft, dat we moeten proberen om de ontwikkelingen gewoon gaande te houden en te zorgen, dat we wat dat betreft de investeringen niet vergeten, vanwege het feit, dat een aantal zaken over ons heenkomen. Want, ik heb eerder gezegd, als het ons mogelijk is om bezuinigingen, die zomaar plots over ons neerdalen van een half miljoen en straks als die decentralistatierekening, want nota's zijn tegenwoordig alleen maar rekeningen hier, als die over ons heenkomen en we kunnen dit aan, ja dan denk ik, dat Oudenbosch tot heel veel in staat is. En dan is het bedrag wat wij voor het project St. Anna en omgeving he, wat ons tot op heden is voorgerekend, waarover we dan nog een keer kunnen steggelen, maar dat is dan vele malen minder, dan het bedrag wat we hier moeten ophoesten. Dus als dit kan, waarom dat andere dan niet? Alleen de vraag is de volgorde, daar ben ik een beetje bevreesd voor. De volgorde zal wel zijn, dat dit eerst komt en het andere later. Maar dan moeten wij de afweging maken, of we die investering in Oudenbosch dan ook inderdaad uit willen stellen tot na 2000. Die vraag is nu niet aan de orde. Het is wel zo, dat naar aanleiding van zo'n voorjaarsnota dit soort overwegingen bij mijn fractie in ieder geval nog eens opnieuw actueel worden en wij dus wat dat betreft toch het vizier verschrikkelijk open houden. De bezuiniging, die over ons heen komt en die dan vertaald moet worden in laten we zeggen een dekkingsplan, we zullen ervoor moeten zorgen dat er een dekking gevonden wordt voor dit soort bedragen. Daarvan heb ik gezegd, en ik herhaal dat nu voorzitter, dat de dekking die gevonden is, een dekking is, waarvan u van onze fractie mag aannemen, dat u ermee mag werken bij de begroting, maar dat neemt niet weg, dat wij met betrekking tot die dekking toch wat opmerkingen hebben. De meest belangrijke herhaal ik. Mijn fractie vindt dat de bezuiniging te veel gevonden is in een en dezelfde sector, met name de sector Welzijn en wat daar direct naast ligt. De harde sector, de sector Ruimtelijke Ordening en anderszins Openbare Werken blijft een beetje buiten beschou wing. Dat kan bij dergelijke soort grote bezuinigingen naar mijn gevoel niet echt. Het zou ook kunnen inluiden als je dit zo zou antameren, dat je de volgende keer zegt goh, de vorige keer zagen we al geen mogelijkheden om daar te bezuinigen, dus dan nu helemaal niet. Die suggestie mag er ook zeker niet van uit gaan. En wij verwachten eigenlijk, dat u bij het presenteren van de begroting en meerjarenraming dat accent er in ieder geval uithaalt en zorgt dat er wat dat betreft meer evenwicht komt in de bezuinigingen over de verschillende sectoren in onze begroting, van onze uitgaven. Ik denk, dat ik het daar in eerste instantie bij laat. Ik vind, dat ik al veel heb gezegd, dank u wel. De heer TERLOO: Dank u wel voorzitter, voor deze duidelijke nota. De voorjaarsnota is al uitvoerig besproken in de commissie ABZ. De in de tussenbalans aangekondigde bezuinigingen zullen ook Oudenbosch niet voorbij gaan. De wijze van invulling vinden wij goed. We gaan ervan uit, dat de genoemde stelposten concreet kunnen worden gemaakt. Enige twijfel over de uitvoerbaarheid en controle van sommige maatregelen hebben wij wel. Niettemin voorzitter, vinden wij deze voorjaars nota een duidelijke en inzichtelijk stuk. Wij gaan ervan uit, dat onze opmerkingen, gemaakt in de commissie ABZ met betrekking tot onderhoud wegen en ook met betrekking tot openbaar groen zullen worden meegenomen. Dank u wel, voorzitter. 15

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 238