Die rentebetaling of rentevergoeding van de zijde van de koper. Wanneer komt die, zei U? Vanaf welk moment gaat die rentevergoeding in, wordt die in wezen betaald? De VOORZITTER: De rente gaat in op het moment van de aanvang van de bouw, of de ingebruik name van de grond. Dan gaat die in. En dan is ook volgens het contract, is het dan binnen achttien maanden nadat met de bouw is begonnen, de woningen voltooid moeten zijn. Dus dat betekent dat de rentebetaling ....wacht even, de anderen nog in tweede termijn. Dat was het voor wat u betreft? De heer VAN OOSTERHOUT: Nou, dat was een toelichting op datgene wat u zei, dat was een vraag om toelichting op datgene wat u zei. Ik wil daarnaast ook best reageren op wat u heeft gezegd. Ja ik heb uiteraard gezien dat het contract is getekend. Zowel van uw kant als van de zijde van de koper. Maar daar staat nadrukkelijk in en dat is maar goed ook dat dat gebeurt, onder voorbehoud van de goedkeuring van de raad en GS. Want zo behoort dat dan ook te zijn. Dus dat weet de koper ook beslist. Mondelinge toezeggingen gelden, even zo goed als schriftelijke in deze. Dus wat dat betreft zou een mondelinge toezegging met betrekking tot het afpalen van het risico, genoegdoening kunnen geven op dit punt, zij het, dat ik u hoor zeggen, dat zal 31-12-1993 zijn, hetgeen nog steeds betekent dat je dan over meer dan twee en een half jaar praat, waar in principe over minstens een deel van de grond, geen rentevergoeding zou worden betaald, in principe de gemeente daarvan de rentelasten wel te dragen heeft. Dat betekent voor ons een belangrijke vermindering van de opbrengst van het bedrag van de opbrengst zoals die nu op dit moment hier staat. Kijk, mocht het zo zijn, dat men een voortvarende verkoop verwacht, er zijn al vier woningen verkocht inmiddels en u doet eigenlijk een beroep op ons om om die reden ook toch tot dit besluit te komen vanavond, dan zou de koper misschien wat dat betreft ook een wat andere termijn kunnen noemen. Ik kan dat op dit moment niet echt goed beoordelen en het is misschien ook slecht om dit voorstel vanavond af te wijzen. Dat wil ik ook graag met u eens zijn. Maar ik vind het toch in het kader van a. de principiële zaak en b. de zakelijke benadering van onze kant met betrekking tot het financiële onderdeel, misschien dan verstandig om het voorstel naar een volgende vergadering te tillen en het er dan maar vanaf te halen, zodat het ons de gelegenheid geeft om tot nadere onderhandeling over te gaan. Waarbij ik me toch beter kan vergewissen van de risico's, de financiële risico's, die er dan wel aanzitten en de netto-opbrengst die we ons dan wel ongeveer kunnen berekenen. Ik ja, met een beetje pijn in het hart om zo'n voorstel uit te stellen, want het is natuurlijk een aardige verkoop en ik begrijp best, dat de ondernemer in kwestie graag wil, graag wil starten, maar ik vind het zakelijk gezien van mijn kant, van onze kant beter gezegd op dit moment, toch verstandig om u te vragen om het voorstel terug te nemen en misschien dat andere fracties daar hetzelfde over denken, anders hoor ik dat wel. De heer VAN DEN BOSCH: Ja voorzitter, u meldde onder andere dat dit punt met enorme publiciteit in het nieuws was gekomen en dat dat een zwaar wegend element is om het toch te laten doorgaan. Ik wou dat dat regel was, want wij brengen ook wel eens wat in de publiciteit, maar dan leidt het ons tot minder succes, dus dat argument vind ik op zich heel leuk, maar toch vanuit het raadswerk wat te bekritiseren. Voorzitter uw mondelinge mededelingen voeren toch wel wat nieuw materiaal er aan toe, maar in belangrijke mate blijven we toch met een aantal open-einden zitten, want kijk, een jaar renteopbrengst van zo'n bedrag gaat om een formatieplaats, die we straks bij de voorjaarsnota met ontzettend veel pijn eraf moeten halen, dus we praten hier over dermate grote bedragen waar we nog niet echt inzicht in hebben wat de risico's nou zijn. Verder denk ik dat het toch ook goed is, dat wij als raad bij dit soort belangrijke verkoopbeslissingen onze rol als bestuurder moeten nemen en het voorstel van de heer Van Oosterhout is eigenlijk een soort tussenoplossing. We laten het dit keer er af halen. Mogelijk in ABZ nog een keer hier wat verder over doorpraten wat nou de issues zijn en de volgende keer agenderen. Ik wou dat graag ondersteunen. De heer HUIJPEN: Ja, dank u wel. Meneer de voorzitter, ik kan me voorstellen dat uw college er moeite mee heeft om zogenaamd het contract open te breken. U voert daar een aantal argumenten voor op en voor aan. Ja ik wil er toch ook wel iets van zeggen in die zin, een van de argumenten is dan de nodige publiciteit er om heen. Meneer Van den Bosch die zegt er iets van, maar ik vind dat

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 232