beetje een problematische zaak. En het bedrag is van dien aard en ook principieel is die kwestie zodanig, dat mijn fractie ja, dat die daar toch de grootst mogelijke moeilijkheden mee heeft. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u wel. Anderen nog? De heer VAN DEN BOSCH: Ja, voorzitter, wij zouden graag dat punt in de commissie ABZ aan de orde gesteld. En toen hebben we gezegd, ja kijk, wat we voor kleine particulieren aan grondverkoop plegen, die moeten boter bij de vis doen. Waarom zouden we bij dit soort grote bedragen, waar de risico's alleen maar groter worden toch een stuk onderhandeling inbouwen waar we als commissie en als raad toch niet zoveel zicht op hebben. En ik zou dat punt eigenlijk graag willen ondersteunen. De heer TERLOO: Dank u wel, voorzitter. Ook wij ondersteunen de woorden van meneer Van Oosterhout. De heer HUIJPEN: Ja, dank u wel meneer de voorzitter. Mijn fractie kan zich wel vinden in datgene wat meneer Van Oosterhout verwoordt. Er zijn misschien een aantal mogelijkheden te bedenken, om dus aan dat probleem een oplossing te bieden. Het zou mogelijk zijn om dus in de voorwaarden zeg maar een termijn af te spreken, waarbinnen dus de akte passeert en de som gelds wordt voldaan. Een andere mogelijkheid is bijvoorbeeld om bij verkoop van een bepaald percentage, dus van de te bouwen woningen, ik doe maar een voorzet bijvoorbeeld 60%, dat er dus voor 100% betaald gaat worden. Maar anderzijds is het toch wel een meedenken en een meevoelen in de argumentatie zoals die op dit moment dus te berde is gekomen. Ik denk, dat het goed is om toch, zeker gezien de financiële positie van onze gemeente om toch goed op de centjes te letten, meneer de voorzitter. De VOORZITTER: Dat laatste spreekt mij natuurlijk ook aan, meneer Huijpen. Ik constateer eigenlijk in raadsbreedte dezelfde opmerkingen. Ik kan u daar het volgende over mededelen. Dat is van heel recente datum. Op de eerste plaats het volgende. Ik ben het ten principale met u eens, dat laten we zeggen een betalingstermijn, of het afpalen van het economisch risico, zoals de heer Van Oosterhout het noemt, dat dat in een contract vermeld zal moeten gaan worden. Om de reden die u eigenlijk zelf ook aangeeft. Aan de andere kant, dit contract, wat reeds is getekend, met de nodige publiciteit omgeven, zou ik het op zich niet plezierig vinden om het bestaande contract als het ware open te breken en de nieuwe clausule erin te doen en weer opnieuw te ondertekenen. Temeer ook daar wij als college het volste vertrouwen hebben in de projectontwikkelaars die hiermee bezig zijn. Dat was een opmerking vooraf. Ten tweede, heel recent, dat is eigenlijk vandaag, is daar na gesprekken, mondeling de toezegging gekomen van de kopers, dat de uiterste laten we zeggen betaaldatum, de totale betaling zal plaatsvinden op 31 december 1993. Ook mochten nog niet alle woningen verkocht zijn. Ik kan u wel melden dat nu op dit moment al 4 woningen verkocht zijn en dat de verwachting gerechtvaardigd is, dat het goed op tempo ligt. Daarnaast nog, een vierde eigenlijke opmerking dat volgens de standaard A,B,C-contract wat geldt, is dat er op het moment dat dat transport van de grond gaat plaatsvinden op onderdelen, dat op dat moment ook gewoon rente betaald gaat worden. Dus financieel gezien zullen wij in de loop van zo'n contract verder geen problemen, financiële problemen hebben. Dus er is in voorzien. En dan nu aan u als mededeling is, dat dus dat dus de tijd is afgebakerd tot aan 31 december 1993. Ik stel dan ook eigenlijk voor, en hoor dat dan graag van u straks in tweede termijn, om dit contract zoals het hier nu ligt, goed te keuren onder, laten we zeggen een ontbindende voorwaarde, dat de mondelinge toezegging, die ons dus recent is geworden, dat we die schriftelijk laten vastleggen door kopers en dat op dat moment het contract verder geheel geldig is. Dat is misschien de meest pragmatische oplossing, want ik zou het ook zo jammer vinden, als de verkoop van een niet onbelangrijk woningbouwproject hierdoor gestokt zou gaan worden. Temeer daar men dus al op papier woningen verkocht heeft. Graag uw reactie in tweede termijn. De heer VAN OOSTERHOUT: Mag ik nog even een toelichting op datgene wat u zei over de rente. 8

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 231