plaar, althans een verbeterd exemplaar kan uitreiken. De VOORZITTER: Mag ik tussendoor even een vraagje van de orde stellen. Ik begrijp uit uw inleiding, dat in ieder geval de fractievoorzitters maar wellicht ook andere leden van andere fracties kennis dragen van de inhoud van de motie dus, een eventuele schorsing zou niet noodzakelijk zijn. u hoeft niet dus nog wat tijd te hebben om de motie tot u in te laten werken. De heer VAN OOSTERHOUT: Nee voorzitter, ik vind dat, ik kan zonder meer mijn instemming met de motie betuigen, misschien is het voor het verslag nog goed, dat die even wordt voorgelezen, dan komt hij ook in de notulen, dat is eigenlijk heel aardig. Er heeft een vooroverleg plaatsgevonden en daarmee is vast komen te staan, dat de overwegingen, zoals meneer Wijnen zojuist heeft verwoord ons aanspreken en wij hebben hen toegezegd daar in ieder geval in mee te zullen gaan en dat zullen we dan ook straks doen, wanneer het zover komt. De VOORZITTER: Nou, dan constateer ik, dat er Uwerzijds geen behoefte is aan een schorsing, ook het college had reeds de tekst in concept gekregen en ik neem aan dat die dezelfde is, als die ons is toegezonden. Ik constateer, dat de motie is ingediend en dat die vijf handtekeningen draagt en deshalve is ondersteund en in behandeling kan genomen worden. Ik geef graag het woord, tenzij u in toelichting hierop nu al wilt reageren, dan geef ik graag het woord aan wethouder Van Overveld. De heer VAN OVERVELD: Misschien, dat inderdaad, wat de heer Van Oosterhout zegt, het handig is voor het verslag, om de motie even voor te lezen. De VOORZITTER: De gemeenteraad van Oudenbosch in vergadering bijeen op 30 mei 1991, gezien het voornemen van de regering om op korte termijn een besluit te nemen over de aanslui ting van Nederland op het europese hogesnelheidsnet, alsmede over de wijze van aansluiting op dit spoorwegnet kennis genomen hebbende van het tracé's, die in de regeringsnota voor de aansluiting met België zijn vermeld, welke tracé's in uiteenlopende mate het westelijk deel van de provincie Noord-Brabant zullen doorsnijden, overwegende dat uit plaatselijke ervaring is gebleken, dat spoorwegtracés in het algemeen een belangrijke invloed kunnen hebben op de ruimtelijke ontwikkeling en de leefbaarheid van een gebied, dat in haar stelnota, genoemde nieuwe tracé's aangeduid met de varianten G, H, E en D, daarenboven er een ingrijpende planologische versnippering van het westbrabants grondgebied tot gevolg hebben, spreekt uit, dat er een aansluiting op het HSL-net slechts aanvaardbaar is, als de tracékeuze wordt bepaald op variant F, zodat een bundeling met de bestaande verkeersvoorzieningen, zoals de A16 Rotterdam-Antwerpen en de spoorlijn Breda-Dordrecht kan worden gerealiseerd. Als gevolg waarvan de gebiedsdoorsnij- ding tot een minimum beperkt blijft, de leefbaarheid van het westbrabantse gebied niet in een nadelige zin wordt beïvloed en op langere termijn de vooruitzichten op verkeersgebied, van het gebied rondom het stedelijk knooppunt Breda, in gunstige zin worden beïnvloed. Draagt het college van Burgemeester en Wethouders op de zienswijze van de gemeenteraad over te brengen aan Inspraaknota Hogesnelheidslijn, Postbus 96711 in 2509 GH 's-Gravenhage, alwaar het bureau dat met de verwerking van de inspraakreaties is belast is gevestigd. En afschriften ter kennis te brengen van het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant en het Steekgewest Westelijk Noord-Brabant. Nogmaals, voldoende ondertekend, maakt deel uit van de beraadslaging. Het woord is aan wethouder Van Overveld. De heer VAN OVERVELD: Dank u wel voorzitter. Een korte reactie mijnerzijds. In de commissie VIM is aan de orde gesteld of de gemeente Oudenbosch zou moeten reageren op datgene wat in het kader van de HSL zo links en rechts naar voren werd gebracht. We hebben op dat moment ons afgevraagd of dat echt zin zou hebben. We hebben toch de gewoonte om voorzichtig om te gaan met moties. We hebben nog niet zolang geleden een motie ondersteund, betreffende de kostscho len. Daar is een directe relatie met het Oudenbossche. Een motie met betrekking tot de veiligheid omtrent de overwegen. Ook daar is er een direct aanwijsbare Oudenbossche relatie. We hebben, of

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 227