het vorige agendapunt kan ik me dat wel indenken, maar het heeft met de notitie Accommodatiebeleid
als zodanig niks te maken. Dan kom ik terug op de Jagers....
De heer VAN HOEK: Voorzitter, dat woord wordt twee keer genoemd in de commissie.
De heer VAN OVERVELD: Ja, maar niet in de zin, dat wij vinden, dat het gesloopt moet worden, zoals
de heer Van Agtmaal roept.
De heer VAN HOEK: Waarom wordt dan ons in de commissie Welzijn een notitie overhandigd met
betrekking tot het opzeggen van de erfpacht.
De heer VAN OVERVELD: Ja, wij zeggen de erfpacht op. Daarmee slopen we toch niets.
De heer VAN HOEK: Ja, maar u wilt toch niet zeggen, dat u de erfpacht opzegt om alleen maar...
De VOORZITTER: Ik denk om dit debat misschien wat richting mee te kunnen geven. Expliciet over
een sloop wordt hier dus niet gesproken. Aan de andere kant weten wij allemaal, dat de nota
Accommodatiebeleid, zoals die hier ligt mede ingegeven wordt door de mogelijkheden en onmogelijk
heden die in de toekomst op ons afkomen. Tja, daar zijn maatschappelijke ontwikkelingen, dat is er
een van. Het tweede is de ontwikkelingen in de hele gebouwensfeer. Ik wou wat dat betreft het debat
op dit onderdeel nu niet verder door laten gaan. Ik heb duidelijk begrepen, dat een aantal van u de
notitie als zodanig niet als een aanvaardbaar uitgangspunt vindt. Het zij zo. Er liggen nog een aantal
vragen te beantwoorden. De wethouder gaat daar nu mee door.
De heer VAN OVERVELD: Nou ik stoor mij in elk geval wel aan de opmerking dat het college het
jeugd-en jongerenwerk zou slopen. Ik vind dat eigenlijk een stoot onder de gordel. Maar laat die zijn
voor wat ie waard is. Wat betreft het VNKV, daaraan is wel degelijk gedacht. Niet zozeer, dat we daar
een gemeentelijk gebouw voor op het oog hebben, maar we hebben daarvoor de suggestie om dat
VNKV contact gaat zoeken met het kerkbestuur om de nog overgebleven ruimte onder de Basiliek
daarvoor te benutten. Dan vraagt de heer Van Agtmaal om op dit moment een inventarisatie van alle
verenigingen. Die kunt u vinden in het welzijnsprogramma. Daar hoef ik geen inventarisatie voor te
maken. Wat de wensen en verlangens zijn, zijn bij de verreweg de meeste verenigingen ons prima
bekend. Dan het....
Mevrouw DIRVEN-VAN AALST: Waarom zat daar geen lijst van bij, bij de nota zelf? Waarom zat er
van de wensen van de verenigingen en instellingen geen lijst van bij deze nota, zodat wij als
commissie ook op de hoogte zijn daarvan?
De heer VAN OVERVELD: Omdat ten eerste de lijst inderdaad een paar jaar oud is, maar ten tweede
wij gezegd hebben, dat we praten over een termijn van drie jaar en dat we op het moment, dat er
werkelijk van een oversteek van een verhuis plaatsvindt overleg zullen hebben met de betrokkenen, die
de nieuwe locaties gaan bezetten, over de ruimte die zij in beslag zullen nemen. Dus het is dus
prematuur wat u stelt. Dan de opmerking van de heer Van Oosterhout. Welke leegstand in onderwijs
gebouwen er nog komt? Dat is niet helemaal 100% duidelijk, waar die komt en hoeveel dat zal zijn.
Dat er ruimte zal zijn is duidelijk. Ik heb daar ook in mijn gesprekken met sommige instellingen
rekening mee gehouden om bij wijze van alternatief ook in die richting suggesties te doen. Zodat we
ervan moeten uitgaan, dat we de komende drie jaar niet stilstaan, maar dat er inderdaad nog meer
dingen op ons afkomen. Wat de notitie accommodatiebeleid probeert te zijn, is een richting aangeven
waarin we de komende drie jaar werken met best nog uitwijkmogelijkheden naar links en naar rechts.
De VOORZITTER: Zijn er nog vragen die niet beantwoord zijn? En behoefte aan een tweede termijn?
De heer VAN DEN BOSCH: Ik heb die notitie Accommodatiebeleid ook gelezen en mijn haren rijzen te
berge, als dan de verantwoordelijke wethouder dan zegt, dat hele gemeenschapshuis komt in die
notitie niet voor. Dat staat er op elke bladzijde wel in. Gewoon onbegrijpelijk dat dat allemaal zo plaats
kan vinden.
59