De heer HUIJPEN: Ja, natuurlijk, maar u deed overkomen alsof de betrokkenen.. De heer VAN OVERVELD: Nee, nee, u moet zich houden aan wat ik gezegd heb. De VOORZITTER: Gaat u verder wethouder. De heer VAN OVERVELD: Ja ik heb daarmee denk ik gereageerd op datgene waarvoor mijnerzijds nog reactie nodig was. De heer DEN BRABER: Ja voorzitter, een aantal vragen zijn toch min of meer een herhaling van zetten. Laat ik er toch een paar uitnemen. De heer Van den Bosch stelt, dat ik op zeer miraculeuze wijze een koppeling leg tussen het slopen van het gemeenschapshuis en het opvoeren van onze regionale functie of het behoud daarvan. Ik doe dat niet. Ik verwijs naar DPO, waarin gezegd wordt, dat het voor de totale uitstraling van het winkelcentrum in Oudenbosch, het nodig is dat er een opwaarde ring komt van de Polderstraat, dat daar nieuwe ontwikkelingen moeten komen in de vorm van een trekker. Het rapport is daar zeer expliciet over. Niet zomaar wat winkels, maar heeft het over een trekker, die het op kan nemen tegen de trekkers in de Prof. van Ginnekenstraat en de Fenkelstraat met zijn Wagenhoek. Wil je die trekker hebben dat zegt het rapport ook heel duidelijk en daar heeft de heer Linders in de commissievergadering ook heel duidelijk toegelicht, dan zul je parkeervoorzieningen tot een zeker mininaal niveau zul je moeten realiseren, want anders is vanuit ondernemersland geen belangstelling voor de invulling van die plek. Ja, en op die manier kun je dus de regionale functie van Oudenbosch in stand houden. Minimaal in stand houden, eventueel zelfs nog verhogen en dat gaat dan ten koste van het gebouw, waar in de toekomst die parkeerplaatsen moeten staan. Daarmee is de cirkel rond, de redenering is op zich niet van mij, maar ik kan me daar zeer wel in vinden, omdat ik het een heel logische redenering vind. Kom ik bij de vraag van de heer Wijnen, die in tweede termijn nog een keer stelt over de consulent. De consulent, de rijksconsulent, de heer Schilderink heeft deel uitgemaakt van de begeleidingsgroep voor het DPO-onderzoek en heeft in de laatste vergadering, net als de andere leden van die begeleidingsgroep het rapport in zijn geheel aanvaard. Cuver to cuver, als dat duidelijker is voor U. Die aanvaarding is niet opgehouden bij een bepaalde paragraaf, ergens halverwege of zo, maar helemaal tot achter aan toe. Het is zeker zo, meneer Wijnen, dat er niet persé een supermarkt moet komen aan de Polderstraat. Een supermarkt is het meest in beeld, maar het is best mogelijk dat daar een warenhuis komt. In ieder geval, wat de Polderstraat nodig heeft is een trekker en ik heb het ook al eerder gezegd, die het op kan nemen tegen de trekkers die we hebben in de Prof. van Ginnekenstraat en die we gaan krijgen in de Fenkelstraat. Anders is de Polderstraat, en de heer Linders is daar zeer expliciet over, anders is de Polderstraat ten dode opgeschreven. U noemt het een zwak rapport. Ja, dat laat ik graag voor uw rekening. Ik heb al eerder gezegd, dat wij de problematiek van de weekmarkt. De heer WIJNEN: De heer DEN BRABER: Nou ja, dat is uw mening. Voor mijn zijn de, ik kan de redeneringen die in het DPO zitten heel goed volgen en voor mij zijn de conclusies heel helder. U bent het daar niet mee eens, dat is uw goed recht. Ik denk niet, dat wij erin slagen meneer Wijnen elkaar, te overtuigen van eikaars mening. Laten we dan met elkaar in ieder geval constateren, dat we het niet eens zijn. Ik heb al even toegezegd, ik pak de draad weer maar op, dat wij bij de definitieve inrichting van die omgeving zeer nadrukkelijk aandacht zullen besteden aan de lokatie voor de markt en de procedure die daarbij hoort. Ja, u zegt, ik proef een beetje uit uw woorden, als wij hier onze zin niet krijgen, dan gaan we onze mening wel kenbaar maken op andere plaatsen. Ik kan daar heel lakoniek over zijn meneer Wijnen, alles went en ook diegenen, die die brieven ontvangen die wennen daar langzamerhand aan, maar ik zal u niet weerhouden om datgene te doen, wat u meent te moeten doen. Dan de heer Jongenelen die zegt parkeren dat kan veel beter en veel makkelijker op de lokatie waar het bedrijf Soethout gezeten heeft. Ik wil erop wijzen dat dat veel te ver weg is. In het DPO-rapport, bij de behandeling in de commissie is ook gezegd, dat de nieuwe parkeerplaatsen, die mogelijk in het kader van het bestemmingsplan Basiliek en omgeving aan het Doelpad en die dus min of meer in het verlengde liggen van de Polderstraat, dat die te ver weg zijn. De parkeerplaatsen die moeten echt vast op die winkel zitten, anders werkt het niet. En ik verzin dat niet. Het zijn de mensen die ervaringen hebben met het ontwikkelen van winkelcentra, die met die ideeën komen. En ja, u zegt, Oudenbosch

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 209