De heer WIJNEN: Ja, meneer de voorzitter, wethouder Van Overveld die heeft gezegd van Hoogen-
berk zei van selectief slopen is ook investeren. Nou, Hoogenberk die wordt regelmatig aangehaald in
onze gemeente maar in sommige momenten dan weten we hem niet te wonen, dan zijn we niet thuis.
Wij weten wel, dat het Basiliekplan en omgeving gebaseerd is op een schets van Hoogenberk, maar
als Hoogenberk gezegd heeft dat het gemeenschapshuis moet blijven staan, een goede functie
vervuld, een goed gebouw is, heel degelijk is, dan zeggen wij ineens van nee, dat heeft hij blijkbaar
niet gezegd. Of, en dan wordt er ook aangehaald, bijvoorbeeld in het Basiliekplan, daar wordt dan
gezegd, dat is het raamplan, de schets van Hoogenberk is het raamplan voor de reconstructie, laten
we het zo maar noemen, van Oudenbosch. Nou dan moet je ervan uitgaan, dat als dat vier jaar
geleden, in 1988 is dat geweest, 30 juni 1988, dat is drie jaar geleden, daar hebben we dan ons
accoord mee bevonden, dan kunnen we toch niet veronderstellen, dat nadien, of twee jaar nadien hoor
ik nou ineens, dat het ter sprake is gekomen, hè het gemeenschapshuis gaan we ineens weer
afbreken hè, terwijl we ermee accoord gegaan zijn toentertijd dat het moest blijven staan, omdat het
door Hoogenberk aanbevolen is. Dat is toch van de hak op de tak springen van het beleid betreft. Daar
kan ik geen goede woorden voor over hebben. Dan het punt van dat de Rijksconsulent, die was het
eens met de conclusies. Nou, als ik nou naar de conclusies kijk, dan in de richting van de eerste
pagina's op hoofdstuk 7. Daar sluiten ze ongeveer af en dat gaat dan nog even verder met particuliere
initiatieven en dan staat erbij dat alleen een verplaatsing mogelijk is. Dat is op bladzijde 65 zijn we dan.
En dan krijgen we nog een ander stuk, dat is daaraangehaakt. Dat omvat wat wilde gedachten, wat
alternatieven, wat vrijelijk uitgesproken en kijk mijn vraag is dan, is dan die consulent het daar ook mee
eens geweest. Of is hij alleen maar eens geweest met de resultaten van het onderzoek en met de
suggestie van als je een supermarkt daar wil vestigen, dan moet het een verplaatsing zijn want het kan
niet anders. Nou die concrete vraag wil ik dan toch wel aan u voorleggen. Dan zegt wethouder Den
Braber van ja we zijn er nou inmiddels achter gekomen dat ook in het voorbereidingsbesluit het gebied
"Oudland" een rol kan gaan spelen, nou als ik dat tot twee keer toe, zowel bij het gebied "Komplan" als
bij het voorbereidingsbesluit wat voor de Polderstraat voorgesteld was en dat dan op andere plekken
wordt dan gesuggereerd van het gemeenschapshuis wordt afgebroken. Nou dan vind ik dat heel
vreemd dat dat tot twee keer toe niet aan de orde is in de vorm van een voorstel waarop in kaart is
aangegeven welk gebied dat betreft. Ik kan er wel achterkomen hoor. Daar hoeft u niet over in te
zitten. Maar ik vind het wel vreemd, dat het dan tot twee keer toe tot onder twee agendapunten niet het
gemeenschapshuis is opgenomen. Dat is eigenlijk het probleem van de onterechte voorbereidingswijze.
Ik denk, als wij iets als beleidsvoornemen kenbaar maken aan de burgers, dan moeten we daarvoor
ook uitkomen. Dan moeten we niet halverwege de rit zeggen zullen we daar nog een stukje aan
toevoegen dan komt het er wat anders uit te zien. Terwijl we het eigenlijk al heel goed weten.Want het
is heel logisch met elkaar verbonden. En ik vind dat dat meer een kwestie is van behandeling van
zaken in de commissie ter voorbereiding in de raad, dan dat je daar kunt zeggen van nou nu is het
aangepast. Ik denk dat de manier van waarop het omgaan met elkaar van belang is en ook naar de
burgers. Dan gaat het om het algemeen nut. Dat zou dan uit het BRO onderzoek naar voren komen.
Nou, wat dat betreft is het dan toch wel heel slecht onderbouwd, want er staat duidelijk in dat er geen
uitbreiding kan, dat er alleen maar een verplaatsing kan. En dan kun je wel verderop zeggen van nou
we kunnen nog eens wat andere filosofiën erop loslaten hoe het dan verder in Oudenbosch zou
kunnen, maar dat is dan wel heel zwak aangegeven. Evenmin kunt u toch zeggen van de leegstand,
die nou op een andere plaats dan in de Polderstraat gelokaliseerd is, zal die dan opgeheven worden
door de vestiging van die trekker? Ik denk dat er heel andere voorwaarden vervuld moeten worden om
dat leegstandsgebeuren daar te voorkomen en in te vullen. En dat is niet omdat het om alle winkels
gaat. Het gaat juist om nieuwe winkels, om juist gebieden waarvan we gezegd hebben dat ze wel een
face-lift moesten ondergaan, waar misschien nog geen tien jaar geleden ons druk maakten over van
het moet snel aangepakt worden. Nou, nou staan ze al tijden leeg en u weet niet wat u ermee moet
doen. En het is een ergerniswekkende zaak voor de omgeving. Dat zit 'm niet in het aanwezig zijn van
een gemeenschapshuis, dat zit 'm in andere ondememersmentaliteiten die daar moeten van start gaan
om de producten aan de man te brengen die er nodig zijn en niet te gaan zeggen van laten we dan
een supermarkt bijbouwen, dan komen de mensen daar vanzelf wel op af. Nou, dan zouden ze bekokt
zijn als dat het geval zou zijn. Dan de lokatie van de weekmarkt. Ik denk, dat er niet zo te hooi en te
gras een besluit moet worden genomen over de weekmarkt. Die markthouders, marktkraamhouders,
dat is natuurlijk een heel belangrijke categorie, maar er zijn veel meer partijen in het geding. Vroeger
hebben we het meegemaakt, dat de weekmarkt uit het centrum is verdwenen. Tot ongenoegen van
een groot aantal mensen die neringdoende waren in dat gebied. Vanuit bepaalde overweging is toen
46