duidelijkheid was met welke boodschap ik ben hen zou komen. Het heeft geen zin om een half jaar met elkaar te gaan onderhandelen over plan X als je al min of meer duidelijk wordt, dat er ook een plan Y aan de horizon opdoemt en vervolgens het volgende half jaar kunnen gaan praten over plan Y. Dan ga ik liever rechtstreeks praten over plan Y, ik ben een pragmatisch mens. Met betrekking tot de opmerking van de heer Huijpen. De notitie waar u om vraagt, die was al in juni ABZ dus vorig jaar overlegd. De datum waarop ik voor het laatst formeel overleg had met de Stichting Gemeenschapste huis, daar vraagt u naar, u praat dan over een brief van 29-8, dat moet ik corrigeren, dat is een brief van 27-8, maar dat maakt op zich natuurlijk niets uit. Daarnaast zijn er op 19-9 en 8-11, 19-3 van dit jaar en 25-3 van dit jaar plus nog een telefoon in week 15 van dit jaar contacten geweest. En ik denk dat met name de schriftelijke contacten als formeel contact kunnen worden beschouwd. Overleg met mede-oprichters vraagt U. Ik zou niet weten waarom ik met mede-oprichters aan tafel zou moeten op dit moment. Ook u vraagt naar financiële gevolgen. Ik heb daarjuist bij de beantwoording van hetgeen wat het CDA gevraagd heeft iets over gezegd. U haalt artikel 4C aan. U praat over die schadevergoe ding en ons inziens lijdt niemand schade dus moet ik nog zien wie er voor schadevergoeding in aanmerking komt. Met betrekking tot de financiële konsequenties. U zegt de bibliotheek en EMCEE met daarmee bedoelt u dan eigenlijk de hele opknap van gemeentewerken, of aanpassing van gemeentewerken. Het zal samen rond de zeven ton zijn. Ja, dat klopt want die financiële konsequen ties van de bibliotheek die hebben we meer dan een jaar geleden al gepresenteerd in plannen met betrekking tot St. Anna. En dat we wat aanpassing moeten plegen aan gebouwen ter waarde van een ton neemt niet weg, dat we anders minimaal twee, twee en een halve ton aan het gemeenschapshuis hadden moeten verbouwen en dan hielden we nog een niet eigentijds gebouw over. Natuurlijk weten ook wij, dat er bij een aantal mensen en ik denk dat die groep steeds beperkter wordt, een enmotione- le binding ligt met het gemeenschapshuis. Vijf en veertig jaar heeft de gemeente dat gebouw ook mee in stand gehouden, dus u kunt er van overtuigd zijn, dat ook binnen de gemeente een zekere emotionele binding daar wel zal zijn. Maar naast de emotie zijn er ook enkele andere nuchtere feiten. En dat betekent dat bijvoorbeeld het karakter van het gebruik van het gemeenschapshuis aanmerkelijk is veranderd. Dertig jaar geleden, toen het gebouw werd gesticht was het het enige gemeenschapshuis dat wij in onze gemeente hadden. Op dit moment ligt daar een heel ander plaatje. Dus het karakter van het gebruik is anders. Gebruikers zelf hebben en die geluiden bereiken ons toch al jaren, toch de nodige klachten over het gebouw zelf.Ja, die opmerking had ik van u wel verwacht maar u zit nog niet lang genoeg in de commissie Welzijn om te volgen dat wij al tien jaar geleden in overleg waren met hetzelfde stichtingsbestuur over welke verbeteringen en wensen er nou precies lagen en aangebracht moesten worden en een uitnodiging onzerzijds om zelfs in 1987 nog om met plannen te komen en tekeningen te komen voor verbeteringen van de zijde van het stichtingsbestuur, daarover ontvingen wij nooit enig bericht. En als we dan naar aandringen een aantal maanden later weer eens dat vroegen, konden we een aantal maanden later nog eens dat doen. Kortom we zijn daar niet echt in opgescho ten. Dus wat dat betreft is de ontevredenheid van de gebruikers al jarenlang aan de gang. Er is ook niet echt gemopperd over de nieuwe oplossing. En daar zal het gebruik zeker een rol in gespeeld hebben. De kapitaalvernietiging, of de herbouwwaarde waar over gesproken wordt is mijns inziens helemaal niet van belang, want het gebouw is afgeschreven en wij gaan geen nieuw gebouw zetten, dus die zes ton, die twee miljoen waar iemand het over had, ik denk meneer Huijpen, die zijn in dit geval helemaal niet in beeld, die zijn helemaal niet aan de orde. We hebben, we bezetten een pand wat er al staat. Dan ga ik naar de opmerkingen van de heer Van Oosterhout. In grote lijnen zijn wij het denk ik volstrekt eens de betekenis in het verleden was een andere en wellicht grotere voor de gemeenschap dan nu. Voor degenen die nu nog van het gebouw gebruik maken denken wij zijn goede alternatieve voorhanden en dat betekent sociale vernieuwing niet alleen iets in stand houden wat dertig jaar geleden wellicht onder het mom van wat nu sociale vernieuwing heet tot stand is gekomen handhaven, ontwikkelingen gaan verder en dan kunnen andere belangen die ook algemeen nut genoemd mogen worden in mee spelen. Alle mensen die op dit moment een onderkomen vinden in het gemeenschapshuis die zullen onzerzijds, hetzij voorzien worden van ruimte, hetzij door onze bemiddeling in ieder geval geholpen worden. Ik heb in dat verband ook contact gehad bijvoorbeeld met een vertegenwoordiger van het FNV naast de organisaties die niet genoemd zijn, dus wat dat betreft denk ik dat ook die aan hun trekken gaan komen in de komende tijd. Ik denk dat dat naar mij toe de opmerkingen en vragen waren, voor zover ik ze heb genoteerd. 41

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 198