opgelost. Nou, komen we aan de uitvoering. Dan blijkt dat er op een gegeven moment geen centen meer zijn. Toch wordt dit jaar bekeken of er een rotonde aangelegd kan worden en wat voor effect dat daar weer van verwacht mag worden op het doorgaande verkeer. Al met al denk ik dat het wenselijk is a. systematisch de zaken op een rijtje te zetten en b. na te gaan welke werkzaamheden in welke volgorde uitgevoerd moeten worden en daarvoor de middelen beschikbaar te stellen. Wij van onze kant stellen het op hoge prijs dat er meer werk gemaakt wordt van de afwikkeling van de verkeersveiligheid en dat er een hoger bedrag voor beschikbaar wordt gesteld dan tot nog toe is gedaan. Wij hebben bij de begrotingsbehandeling daar 100.000,extra voor beschikbaar willen stellen en ik wil die uitspraak herhalen. Dank u. De VOORZITTER: Dank u wel. Mijnheer Van de Luijtgaarden. De heer VAN DE LUIJTGAARDEN: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Punt 1 wil ik stellen dat onze fractie akkoord gaat met het Verkeersveiligheidsplan. Ten laatste heb ik nog een paar vragen. Ten eerste: wanneer komen de externe financieringsbronnen in beeld waar ook de heer Wijnen het over had. Is het mogelijk om in Oudenbosch 30 km.-zones te creëren en punt drie: wanneer vindt het overleg plaats of heeft dat overleg al plaatsgevonden met de directie van de Rijkswaterstaat, provincie Noord-Brabant. Dat was het, voorzitter. De VOORZITTER: Dank u. Ik wou even een onderdeel zelf heel kort beantwoorden, het leeuwendeel ligt op het bordje van wethouder Den Braber, en dat waren de opmerkingen die zowel door de heer Wijnen als de heer Huijpen zijn gemaakt in de richting van zeg maar het transportbedrijfsleven en het bedrijfsleven in het algemeen. Ik heb daar ook al weken over lopen dubben hoe dat te doen. Ik ben ook van plan om eigenlijk een beetje in overeenstemming met uw suggestie om te bezien of het bedrijfsleven niet alleen in Oudenbosch maar in de direkte omgeving, en dan weten we dat Etten-Leur daar een hele belangrijke partner is, wellicht ook andere gebieden om eens te kijken hoe die het beste te benaderen zijn. Als dat via een brief kan of als dat in overleg met het college van Etten kan gebeuren anderszins. Een exacte wijze staat mij nog niet voor ogen. Uiterste alternatief heb je altijd nog om doorgaand vrachtverkeer gewoon te weigeren. Dat zie je in sommige gemeentes ook wel eens gebeuren maar dan ben je natuurlijk wel een heel eind verder en dat heeft nogal wat voeten in de aarde dus zover denk ik nog lang niet in mijn gedachtenvorming maar ik ben zeker van plan om met het bedrijfsleven om de tafel te gaan zitten en te kijken hoe we hier gezamenlijk uit kunnen komen en daar zou wellicht één van de onderdelen kunnen zijn een routekaartje om het simpel te noemen. Ik beraad me daar nog op en ik zal daar ook graag met u in adviserende zin eens gesprekken over willen voeren hoe u zich dat voorstelt. Daar komen we gezamenlijk wel uit, want dat is één van de belangrijk ste onderdelen eigenlijk van de hele verkeersveiligheid maar het heeft mijn portefeuille en we hebben contacten met het bedrijfsleven. Wethouder Den Braber. De heer DEN BRABER: Dank u wel, voorzitter. Meerdere sprekers maken gewag van hun teleurstel ling over het Verkeersveiligheidsplan, dat het toch niet is wat het eigenlijk zou moeten zijn. Ik kan me die gevoelens wel voorstellen. Ik sta zelf, en met mij het college, ook nou niet zo te juichen van dit is het nou. Maar, en ik refereer naar uitspraken die de heer Huijpen in de commissie VIM in een openhartige bui gedaan heeft, wij weten het als fractie ook niet. Ik denk dat de weerbarstigheid van de problematiek in Oudenbosch veel groter is dan wij met zijn allen veronderstellen. De weerbarstigheid van die problematiek concentreert zich dan met name op de doorgaande route en ik heb tot op dit moment nog niemand aangetroffen die daar een afdoende oplossing voor heeft. Wellicht heeft de heer Wijnen gelijk en wellicht dat er een gunstig effect te verwachten zou zijn als Roosendaal erin slaagt om die verbinding tussen de A58 en de A17 aan deze kant van Roosendaal te realiseren maar we moeten onszelf niet rijker rekenen dan we zij. Het is een loffelijk streven dat in Roosendaal in gang gezet is en dat bestudeerd wordt door het buro Haskoning. Ik heb zo mijn twijfels of het er überhaupt ooit van komt want het gaat een forse bom duiten kosten om het inderdaad te realiseren. Ik heb uit de pers vernomen dat men daar TGV-gelden voor afkoopgelden voor wil gaan gebruiken. Wat mij betreft mogen ze daarin slagen want op zich zou die verbinding welkom zijn en ik denk, dat we daar hier in het Oudenbossche best gunstige effecten van kunnen verwachten en in zoverre zullen wij die ontwikkelingen daar van zeer nabij volgen en als wij aan de overlegtafel genood worden zullen wij daar zeker op ingaan. Dat het niet allemaal is, wat we ervan verwachten, dat blijkt wel uit het stukje historie dat de heer Wijnen schetste. Daar zijn verschillende pogingen gewaagd om tot een goed verkeersvei- 17

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 174