meer de aandacht voor gevraagd. Dat gaat nu werkelijkheid worden heb ik begrepen. Met betrekking tot de haalbaarheid: daarvan zou mijn fractie het interessant vinden om in de commissie ABZ geïnformeerd te worden over de realiteitswaarde, de realiteitszin van de verhaalbaarheid. Ik denk op zich toch best een interessante informatie kan zijn en dat mede dus in het licht van het eventueel bijstellen van de criteria die gehanteerd worden dus wat dat betreft wachten we dat af, mits u de toezegging doet. De VOORZITTER: Ja. Mijnheer Van den Bosch. De heer VAN DEN BOSCH: Wel voorzitter, een prima zaak dat het college naar aanleiding van dit geval reageert met een nota waarin gekeken wordt hoe we dit in de toekomst kunnen vermijden en nu de vraag wanneer u met die nota komt. De VOORZITTER: Ik begin nu langzamerhand uw vragen ook te kennen hoor, want anders Op de eerste plaats opmerkingen van de heer Van Oosterhout, trouwens ik denk dat ik in zijn geheel voor alle drie een belangrijk gedeelte kan beantwoorden. Het is nadrukkelijk de bedoeling om een aanscherping aan te brengen. Dat doe je niet zo maar even door wat brieven te sturen om te zeggen: nu gaan wij het verhalen. Ik ben het ook met de heer Van Oosterhout eens als je dat op een goede manier oppakt en ook tijdig aankondigt dat het die richting opgaat dat daar een preventieve werking op zich al vanuit gaat waardoor hopelijk, maar dat is een beetje koffiedik kijken, het verhaal achteraf wellicht wat minder moeizaam zal gaan omdat je dan het kaf al een beetje van het koren hebt kunnen scheiden. De realiteit van de verhaalbaarheid, zo heb ik dat zelf maar even opgeschreven, ik denk dat we daar nu niet, en ook straks in de commissie ABZ niet, te algemeen over moeten filosoferen. Ik wou dat echt een onderdeel proberen te laten zijn van een soort notitie van aanpak hoe we hier überhaupt mee omgaan met garantiestelling en kredietstelling. We zullen het proberen. Ik denk dat het ook goed is dat te moeten doen. De opmerking ook van de heer Van Oosterhout, ja, als we nu iets verhalen dan realiseer je je wel dat de helft daarvan ook naar het ministerie moet. U heeft ten principale gelijk. Het zou ook best eens zinvol zijn om in dat hele verhaal wat wij aan u gaan voorleggen ons ook eens even met het ministerie moeten gaan verstaan om te zien of de perceptiekosten die wij dan hebben om dat verhaal binnen te krijgen of dat misschien ook niet weer gedeeltelijk door het ministerie wordt betaald en dat zijn allemaal onderhandelingen waar je je ook goed over moet buigen voordat we daar met een afgerond en afgewogen voorstel komen. De toezeggingen aan de heer Huijpen: wij zullen daar ook de hele tijd natuurlijk ook rekening mee moeten houden anders dan heeft zo'n notitie weinig zin. We zijn voorzichtig een bepaalde weg ingeslagen maar er is nog een hoop te doen. Wanneer zo'n nota, notitie kan komen, ik durf daar geen hard tijdstip voor te noemen. Het zou natuurlijk wel iets zijn wat we ook zo snel mogelijk willen incalculeren in onze hele financiële situatie van de gemeente. Dus laat ik het wat ruim nemen: dit kalenderjaar. Ik denk dat we daar wel iets mee kunnen doen en ik hoop dat we dus dit kalenderjaar daarover met notities kunnen komen. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 9. Voorstel tot vaststelling van het Verkeersveiligheidsplan,(het WP) De heer DU PONT: Na de uitvoerige behandeling in 2 commissievergaderingen slechts een paar opmerkingen nog. Wij kunnen in grote lijnen instemmen met het verkeersveiligheidsplan zoals het nu voorligt. We betreuren het eigenlijk, want ik heb die opmerking ook in de commissie gemaakt, dat het oorspronkelijke plan zoals het gepresenteerd is toch voor een belangrijk gedeelte, met name het gehele hoofdstuk 4, in feite op adviezen van de commissie is herschreven. We betreuren het met name dat het oorspronkelijke plan zo weinig toegesneden was eigenlijk op de praktische feitelijke situatie in onze gemeente. Ik denk door de herschrijving van hoofdstuk 4 dat dat een aanzienlijke verbetering inhoudt. Wij zijn het er dus daarom van harte mee eens. Ten aanzien van één punt: de afsluiting voor autoverkeer van de Velletriweg wat een mogelijkheid in het rapport nog gesuggereerd wordt, hebben we bij nader beraad in onze fractie toch vastgesteld dat wij daar toch eerst eens grondig zouden willen onderzoeken wat de effecten daarvan zijn straks op de wijk Velletri omdat je hier dan toch mogelijk andere verkeersstroming zou kunnen krijgen. Ik denk dat het goed is dat eerst eens grondig te onderzoeken. Al weten we, en hebben we er ook begrip voor, dat een oplossing dient gevonden te worden voor de wering van het vrachtverkeer, maar daar zijn mogelijk nog andere 14

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 171