de zaken waarover wij geadviseerd willen worden, het onderzoek naar de mogelijke bouwlokaties in de
toekomst en wij zitten op dit moment te wachten op de binnenkomst van offertes om die volkshuisves
tingsnota op te stellen. We zullen met zijn allen nog even moeten wachten tot dat zijn verslag gekregen
heeft. Staat u mij toe, voorzitter, dat ik nog enkele opmerkingen maak over die verdeling van die
wooncategorieën in lob C. Die verdeling van 30, 20, 50 die daar staat voor sociale huurwoningen,
premie-koopwoningen en vrije sectorwoningen is op dit moment niet meer dan een rekenmodel. Als wij
inzicht willen maken met elkaar hoe de exploitatie van lob C eruit gaat zien dan moet je ongeveer toch
aangeven wat voor soort categorieën woningen je wilt gaan bouwen. Een rekenmodel hebben wij hier
gehanteerd van 30, 20, 50 en dat is mede ingegeven door de taakstelling vanuit het streekplan waarin
dus staat dat wij moeten bouwen voor de eigen bevolking en meer armslag voor de vrije sector zou
daar afscheid van nemen. Als je wilt bouwen voor de eigen bevolking moet je toch een flink deel in de
sociale sfeer ook bouwen en ik wil er ook voor waarschuwen dat de Oudenbossche woningmarkt al die
vrije sectorwoningen ook maar heel moeizaam aan kan en ik wil er op attenderen dat wij dit jaar 75
woningen mogen bouwen waarvan 12 in de sociale sfeer, en dus 63 in de vrije sector en dat zal een
hele heis zijn om die afgezet te krijgen.
De VOORZITTER: Zonder een discussie nu over verdeling van woningbouw nu verder te willen
uitdiepen, want daarover komt later nog volop de gelegenheid, wou ik vragen of er nog behoefte was
aan de tweede termijn, ledereen? Dan ga ik het rijtje maar weer af. Mijnheer van den Bosch.
De heer VAN DEN BOSCH: Ja, voorzitter. Ik ben blij dat de wethouder de financiering van St. Anna-
plan paraat heeft en dat hij dat even snel de revue laat passeren, maar u begrijpt dat het hier staat in
een eigen plan van het college: inzet van deze middelen zou kunnen worden overwogen indien een
rapportage van accountants dit rechtvaardigen, dan kan ik verwachten, en wij toen ook ernstig bezwaar
tegen maakten, dat die rapportage dat toen had moeten rechtvaardigen en niet hier op laten zetten, dat
stukje hebben we geventileerd. Ik ben blij dat het accountantsrapport er nu ligt en dat het duidelijk is
en onze fractie is ook eens met de opmerking die de heer Van Oosterhout maakte over de zinsnede
dat het niet zo moet zijn, tenminste zo vertaal ik dat, dat het grondbedrijf zo wordt geëxploiteerd dat we
daar een aardig appeltje voor de dorst uit over houden waar we leuke dingen voor de mensen voor
kunnen doen maar ik baseer het maar, u sneed hetzelfde onderwerp aan. Wij vinden dat je dat daar
niet voor moet gebruiken. En ik begrijp voorzitter dat u bereid bent dat u de lasten wilt toeschrijven
waar ze vallen en dat is denk ik toch een beleid wat de zaak inzichtelijk maakt.
De VOORZITTER: Een kleine correctie. "Zoveel mogelijk", er zijn natuurlijk momenten Ik kom daar
straks wel even op terug.
De heer HUIJPEN: Dank u, mijnheer de voorzitter. Met betrekking tot het beschikbaar zijn van
verslagen. Ideaal zou natuurlijk zijn dat we de verslagen van de commissievergadering vóór de
raadsvergadering hadden. Praktisch stuiten we misschien op problemen maar dat zou natuurlijk een
ideale situatie zijn. Met betrekking tot de vestiging van Hernesseroord, daarvan zegt u: nou, het is een
proces van lange adem. Misschien kunt u iets nader aangeven wat daarmee bedoeld wordt. In de sfeer
van tijd, moeten we dan dus denken in de sfeer van drie, vier of vijf jaar of zegt u: binnen enkele jaren
hebben we daar wel duidelijkheid over. Ik heb geen reactie gehad met betrekking tot mijn opmerking
over Labor. Ik wil nog even reageren op een reactie van wethouder Den Braber die zegt ja, daar waar
het dus om vrije sectorwoningen gaat, de afzet daarvan, daar zullen we dus voor het Oudenbossche
en omgeving best problemen mee hebben. We komen daar nader op terug in deze agenda maar
misschien zou het zo kunnen zijn dat de vrij forse grondprijzen die gehanteerd worden, dat die een
negatief effect hebben op de afzet van woningen in de vrije sector. Dank u wel.
De heer DEN BRABER: Voorzitter, mag ik mijnheer Huijpen nog eens vragen wat precies zijn vraag
over Labor was want die heb ik dan toch gemist in eerste instantie.
De heer HUIJPEN: Daarvan heb ik gezegd dat ik die mis in de derde alinea, in de oplossing van
verschillende bestemmingsplannen dus en ik maak die opmerking omdat het dus zo geweest is dat we
Labor dus vrij goedkoop hebben kunnen verwerven en dat is met name dus een bijzonder belangrijke
positieve bijdrage geleverd aan de exploitatie van Labor. Dank U.
9