toe het hoeft niet gelijk volledig te zijn, dat het ABZ-advies hier op enige wijze moet worden meegeno men anders ja, dan denk je, in welke commissie en welke raadsvergadering zit je voor spek en bonen erbij. Nu staat dat de commissie ABZ in grote lijnen hiermee akkoord is maar wij vinden in de commissievergadering nadrukkelijk ook gezegd daar waar meer partijen die daar zich sterk voor maakten dat het niet alleen gaat om lob C maar dat het meer om andere lokaties die ook in aanmer king komen voor bouwontwikkeling tegelijkertijd worden meegenomen. Het is zelfs zo dat in de raadsagenda of in de besluitenlijst van 13 december dat de toezegging van de verantwoordelijk wethouder aldus opgenomen en ja, dat zijn dingen, soms is uw geheugen niet sterk maar ik vind dat het apparaat wel een sterk geheugen moet hebben want wij kunnen natuurlijk niet naast ons dagelijks werk al die toezeggingen bij elkaar houden en ik neem aan dat dat ook bij dit gebeuren ook meegeno men wordt. Voorzitter, ten tweede heb ik in de commissie opgemerkt dat die verdeling 30% sociale huurwoningen, 20% premiekoop- en 50% vrije sector-woningen wat ons betreft veel meer recht moet doen aan op die meer gewijzigde behoefte op de woningmarkt en dat betekent dus een groter percentage vrije-sectorwoningen. Ook dat is vanuit meerdere partijen naar voren gebracht en dan denk ik toch dat we dat hier weer naar voren brengen en dat er een aantal kernpunten van advisering zouden kunnen zijn die we dus graag mee zouden willen zien genomen. Voorzitter, graag een reactie van de wethouder hierop. De heer HUIJPEN: Ja, mijnheer de voorzitter. We hebben er nadrukkelijk bij stil gestaan in de commissie ABZ. Ook mijn fractie heeft het verslag daarvan tot op dit moment moeten missen. Ik heb nog enkele opmerkingen met betrekking tot het prae-advies onder andere. In de derde alinea mis ik de opgave van het bestemmingsplan Labor. Dat is een bestemmingsplan wat door uiterst eenvoudige en voordelige aankoop bijzonder gunstig in financiële zin is afgelopen. Met betrekking tot lob C hebben we in de commissie ABZ de ideeën nog eens herhaald om te bezien in hoeverre dat het mogelijk is glastuinbouw in lob C mogelijk te maken en wat dan zowel in financieel opzicht als in de sfeer van de werkgelegenheid eventueel kan betekenen. Daarnaast is het zo dat er in het verleden, en dat is in de commissie ABZ niet tot uiting gekomen, dat er in het verleden sprake is geweest van de vestiging van Hernesseroord, een instituut wat eventueel uitbreiding zou zoeken met name dus in lob C en we zouden het op prijs stellen daarvan nu nadere informatie over te krijgen zodat we in de toekomst niet voor onverwachte situaties komen staan. Ja, het niet verantwoord zijn uit het grondbedrijf het putten voor de stads- en dorpsvernieuwingsactiviteiten op dit moment, dat kwalificeert mijn fractie toch als een teken aan de wand met name met betrekking tot de realisering van het bestemmingsplan Basiliek en omgeving omdat wij toch het idee hebben dat daar best toch een behoorlijk risico aanwezig is. Of de reserve, zoals die nu berekend is, deels moet die nog gerealiseerd worden, of dat die dus voldoende is om eventuele risico's die op ons af komen om die af te dekken, dat kunnen wij op dit moment niet beoordelen. Ik denk wat dat betreft dat we daarmee nog in het duister tasten en ik denk dat het goed zou zijn om toch regelmatig het grondbedrijf te herijken om te bezien in hoeverre dat dus de aanwezige reserve op dat moment voldoende is voor eventuele risico's waar we dus in de toekomst mee te maken krijgen. Dank u wel. De heer VAN OOSTERHOUT: Dank u wel, voorzitter. Plezierig te bemerken dat het rapport dat VB- Accountants heeft uitgebracht dat de huidige stand van zaken in de financiële positie van het grondbedrijf veel gunstiger is dan dat in 1988 was. Voor een belangrijk deel is dat uiteraard ook te wijten, te danken moet ik eigenlijk zeggen aan de veel betere economische omstandigheden en het feit dat we het afgelopen jaar ook veel grond hebben kunnen afzetten, maar slotconclusie is in ieder geval dat gezien de risico's die bij de huidige marktsituatie grofweg in te schatten zijn de reserve van het grondbedrijf van onvoldoende omvang is. Wij delen overigens ook de conclusie dat het, eerder gezegd in de commissie, dat het verstandig is om op dit moment geen bedragen aan het grondbedrijf te onttrekken om daar op enigerlei manier risico's mee aan te gaan. Die financiering vanuit het grondbe drijf voor een deel is gesuggereerd, is meegenomen in het eerste rapport Basiliek en omgeving dat stond in het teken van deze nota en intussen is dan nu duidelijk geworden dat dat niet kan. Dat betekent dus niet dat er geen andere financieringsmogelijkheden zijn. Intussen zijn voldoende creativiteit van het college, zo staat dat ook hier in het prae-advies, heeft ertoe bijgedragen dat we daarvoor andere middelen hebben gevonden, en ik denk dat die creativiteit ook niet op moet houden want er zullen nog voor veel meer zaken in Oudenbosch middelen gevonden moeten worden. Voorzitter, ik heb ook een opmerking met betrekking tot de planning van de woningbouw, want een voorstel is eigenlijk om naar aanleiding van de conclusies, waar wij het dus mee eens zijn, akkoord te 6

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 163