De VOORZITTER: Ik denk dat wij qua strekking verder totaal niet van mening verschillen. Even een
korte reactie mijnerzijds en dan zal ik vragen aan de wethouder daar nog even op in te gaan. Volgens
mijn informatie die ik met de directie van een internaat hier in Oudenbosch maar ook met het internaat
in Etten-Leur heb gehad om daarover een bepaalde strategie te ontwikkelen werd mij de verzekering
gegeven dat in de ontwikkelingen die op dit moment gaande zijn en het onderzoek wat plaats vindt en
de formulering van de juiste onderzoeksorde dat daarbij de internaatdirecties heel dicht bij betrokken
zijn en dat is op zich natuurlijk een heel belangrijk moment dat je er in een vroeg stadium wel bij Mij
was geadviseerd voorlopig vanuit het gemeentebestuur niet te hard te roepen in afwachting van wat er
verder op dit moment aan ontwikkelingen gaande zijn. Dat is de informatie die ik op dit moment aan u
te verstrekken heb. Wees er wel van overtuigd dat we nu uiterst alert zijn op deze ontwikkelingen. De
beste manier daarop, ja daar kun je over van mening verschillen, die is op dit moment de informatie
die mij is gehoord maar wellicht dat wethouder Van Overveld daar nog wat aanvulling op kan geven.
De heer VAN OVERVELD: Nou, ik denk het niet, mijnheer de voorzitter. Met de heer Van Oosterhout
ben ik van mening, overigens ook met de heer Van Agtmaal dat we gezien de motie die we vorige keer
hebben aangenomen alert moeten zijn bij de ontwikkelingen met betrekking tot met name datgene wat
bij het instituut St. Louis gebeurt. Daarbij wel, denk ik, rekening houdend met waar onze bevoegdheid
ligt of waar ons belang ligt want het is natuurlijk niet de bedoeling of het kan natuurlijk niet de
bedoeling zijn dat we voortdurend ons mengen in zaken die niet van ons zijn. Daar waar het gaat om,
zeg maar, het algemene karakter ben ik van opvatting dat we zeker als wij merken, ook van de zijde
van de instituten, dat op onze steun wordt gerekend, vorige keer is daar nadrukkelijk om gevraagd, dan
moeten wij bereid zijn om die steun ook denk ik volmondig te geven. Op het moment dat niet direct
van de zijde van de instituten om die ondersteuning wordt gevraagd zou ik ook enige voorzichtigheid
willen betrachten. Dus om nu gelijk brieven te gaan schrijven naar de Tweede Kamer of naar de
minister om haar stuk te laten betrachten met één en ander. Ik denk dat we dan op dit moment iets te
ver gaan. We hebben gemerkt dat naar aanleiding van de reacties in de diverse gemeenten waar men
internaten had en de kamervragen die naar aanleiding daarvan ook gesteld zijn er toch in ieder geval
een besluit is gevallen dat dit schooljaar veilig stelde en dat toezegde met nadrukkelijk beleid voor de
toekomst te komen dus ik denk dat we dat even moeten afwachten en op het moment dat wij signalen
krijgen dat dingen niet goed zouden gaan of ons verzocht wordt om steun van de zijde van het
internaat, dat we dan inderdaad onmiddellijk alert moeten reageren maar voor dit moment sluit ik me
aan bij de woorden van de voorzitter. Wel de zaak volgen maar ik zou op dit ogenblik niet pleiten voor
het schrijven van brieven.
De VOORZITTER: Rest nog te melden dat wij u in elk geval op de hoogte zullen houden als er nog
ontwikkelingen zijn. Akkoord verder.
Besloten wordt bovengenoemde stukken, met inachtneming van de gemaakte opmerkingen ten
aanzien van stuk nr. 6, voor kennisgeving aan te nemen.
4. Voorstel tot instemming met de conclusies van het rapport van VB-Accountants inzake
de financiële positie van het grondbedrijf.
De heer VAN DEN BOSCH: Ja voorzitter. We hebben met belangstelling kennis genomen van het
accountantsrapport waaruit blijkt dat de financiële positie van het grondbedrijf zodanig is dat we daar
niet mee het bestemmingsplan Basiliek en omgeving kunnen financieren. Onze fractie vindt het
eigenlijk heel vervelend dat we dat nu pas horen, februari '91We hadden dat in september '90 moeten
horen toen we over de St. Anna-operatie praatten en we hebben toen ook de verantwoordelijk
wethouder dat duidelijk verweten eigenlijk dat er een bestemmingsplan ligt met een financieringsgrond
slag van het St. Anna-complex en dit was een financieringsbron, en er hing een kleine voetnoot aan
dat een accountantsrapport nog moest uitzoeken of dat geld er überhaupt zat. Nou, dan zijn we vier,
vijf maanden later en dan toont het accountantsrapport terecht aan dat het niet zit. Voorzitter, wij zijn
niet meer voor herhaling van dit soort zaken. Denk je dat er inderdaad een besluit wordt genomen en
het is niet goed in financiële zin waar het geld vandaan moet komen. Ik ben in ieder geval blij op zich
dat het nu geconstateerd is. Voorzitter, ik maak nog een opmerking over de advisering die in ABZ heeft
plaatsgevonden want daar zitten ook over dit agendapunt misschien drie kwartier van vier partijen van
gedachten te wisselen en we hebben toen met elkaar afgesproken, er moet dus een leerproces, ik geef
5