dat dat op zich ook best begrijpelijk is. Hoog in het vaandel van het beleid van de gemeente staat het voeren van een cliëntvriendelijk beleid en als het nu zo is dat de mensen op de publieke tribune tot in de late uurtjes moeten wachten wanneer dus desbetreffende agendapunten aan de orde komen dan zou ik me ook voor kunnen stellen dat dat op enigerlei wijze wat frustreert. Wij hebben geen zicht op het feit gehad dat mijnheer Koch dus wel of niet hier vanavond nog aanwezig zou zijn. Ik begrijp toch iets van twijfel of dat dat werkelijk wel zo zou zijn dus in dat licht zou ik het voorstel van mijnheer Van den Bosch kunnen onderschrijven. De VOORZITTER: Dank u. Anderen nog een reactie hierop? De heer HERMES: Ja, mijnheer de voorzitter. Zonder daar al te diepgaand op in te gaan wil ik de argumenten om de volgorde zoals die is voorgesteld aan te houden ondersteund namens de fractie van de PvdA. De VOORZITTER: Dank u wel. Ik was er eigenlijk pas bij agendapunt 3 aan toe gekomen om in de zin van een mededeling u kennis te geven van het feit dat de heer Koch wellicht wat later op de vergadering zal komen. Dat is dan nu bij deze inmiddels gebeurd. Aan de andere kant kunt u zich ook realiseren dat zo'n agenda tijdig publiek bekend gemaakt is zodat iedereen die belangstelling heeft voor een aantal punten, en dat kan zijn vanaf punt nr. 1 tot en met punt nr. 19, kan intaxeren hoe ongeveer het verloop van de vergadering gaat. Ik ben eigenlijk niet genegen om een agenda die met zorg is samengesteld, om de volgorde daarvan te wijzigen en ik geef het toch in overweging om gewoon de voortgang in te zetten zoals die geagendeerd staat. Uiteindelijk zal het er op neer komen dat de voorzitter de orde van de vergadering, gehoord verder de meningen in de vergadering, bepaalt en ik stel u voor om het agendavoorstel zoals het hier ligt te handhaven. Dan ga ik over, toch naar punt 2 en dat was het vaststellen van de notulen. Ik heb geconstateerd dat over dat onderwerp geen aanleiding is voor verdere discussie. U heeft toegezonden gekregen de besluitenlijsten van 13 december, 31 januari en 28 februari. Geeft dat nog aanleiding tot het maken van opmerkingen? De heer WIJNEN: Mijnheer de voorzitter, in de besluitenlijst van 13 december, daar constateren we een onvolkomenheid en die betreft onder andere een voorstel van het CDA om de hondenbelasting in te voeren. Die staat niet in de besluitenlijst. Voorts lijkt het me wenselijk dat de essentiële informatie, u kunt het nagaan, misschien dat dat door de secretaris geverifieerd kan worden, voorts is het wenselijk om in de besluitenlijst op te nemen van welke partij dat de voorstellen afkomstig zijn. Soms staat het erbij, soms staat het er niet bij maar ik denk dat het juist is dat er een aantal voorstellen zijn van de WD, dan jeugd- en jongerenwerk is van het CDA, de hondenbelasting is van het CDA en tenslotte van het CDA. U heeft de vorige keer geconstateerd dat de notulen vastgesteld zijn en de besluitenlijst lijkt ons wenselijk om die in overeenstemming daarmee te brengen. Als ik een ander verslag mag nemen dan staat in de besluitenlijst van 31 januari bij de ingekomen stukken een verweerschrift wat onder 3d is opgenomen. Dat betreft een verweerschrift van de Raad van State aangaande een bezwaar wat EMCEE had tegen het niet honoreren van hun verzoek tot invulling van de vacature. In dat betreffende verweerschrift moest naar onze opvatting opgenomen worden of achterwege blijven dat er minder verweer, of laten we zeggen minder overleg is geweest met de EMC EE. Dat is naar ik gezien heb naderhand gehonoreerd dus eigenlijk is het verweerschrift niet overeenkomstig het bijgaand ontwerp vastgesteld. Dit is naderhand aangepast en ik denk dat het beter is om hier op te merken dat er een toezegging gedaan is om het verweerschrift aan te passen in de zin zoals het in het overleg met EMCEE tot uiting is gekomen. Dat waren mijn opmerkingen. De VOORZITTER: Op de eerste plaats: Ik denk dat wij toch met ons allen moeten zoeken naar de juiste vorm hetzij in algemene zin hoe we met zo'n besluitenlijst om moeten gaan. We moeten aan de ene kant oppassen dat het niet een soort tweede verslag gaat worden van de raadsvergadering. Aan de andere kant moet het juist correct maar vooral ook kort de hoofdpunten naar voren brengen. Als u daar prijs op stelt, en ik zie dat zelf ook hoor, op sommige onderdelen wordt wel naar voren gebracht welke fracties met voorstellen naar voren komen. Als u zelf signaleert dat ten aanzien van het onderwerp hondenbelasting dat kennelijk niet is gebeurd dan is dat een omissie die door De heer WIJNEN: is opgenomen. 2

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 159