43 De heer DEN BRABER: Ja, ik moet beginnen voorzitter rondom die achthonderdduizend gulden met dezelfde waarschuwing die ik ook naar de heer Hui j pen uitgesproken heb. Het is gevaarlijk conclusies te verbinden aan een brief die men zelf niet gele zen heeft. De brief geeft heel duidelijk het recht aan waar we de komende jaren aan toe zijn in samenwerking met de provin cie. En voorzover daar enige onrust over is, ook bij de heer Van den Bosch, kan ik hem op voorhand al vertellen, dat daar geen enkele reden voor is, want de brief is daar zeer expli ciet over. Die voorbeeldplannen. Ik heb er geen enkel bezwaar tegen om uit het archief een copie op te duiken van de brief die de Bouwfonds-Adviesgroep zomer vorig jaar geschreven heeft. Ik waarschuw er alleen maar voor, dat de inhoud van de brief op zich teleurstellend zal zijn, want er zit helemaal niets nieuws in. Het is heel operate. Wij hebben als Ouden bosch de prijs niet binnengehaald. Almere, of, Almelo is daar wel in geslaagd, wij dus niet, nou U mag de brief best lezen. De VOORZITTER: Ik vergat nog even de opmerking over de tussen balans en de consequenties daarvan. Daar zullen wij in de commissie over praten. Dat kan niet anders. De heer VAN HOEK: Voorzitter ik wil de volgende vraag stellen om de publicaties over de gemeente Oudenbosch tijdig in de krant te zetten, want is namelijk bij ons gebleken, dat die aankondiging van de informatieavond vorige week donderdag dan blijkt toch dat de krant toch in bepaalde delen van Oudenbosch na de donderdag bezorgd wordt, dus donderdagavond of vrijdag en dan komt die aankondiging van de informatieavond eigenlijk wel iets te laat. De VOORZITTER: Ik hoor net dat hij er twee keer ingestaan heeft. Maar wij nemen nota van Uw opmerking. We zullen dat in ons hele voorlichtingspakket zo nodig nog eens moeten bekij ken, maar ik hoor net dat het er twee keer ingestaan heeft, dus wat dat betreft is dat voldoende. Dat was het? Heeft U geen vragen meer? Dan constateer ik, dat wij aan het einde van deze vergadering zijn. Voordat ik dat wil doen wil ik ook nog even en dat is hoogst ongebruikelijk, maar ja waarom zou je zeker als voorzitter daar niet eens een keer van mogen afwijken, iemand heel kort even willen toespreken, die niet lid is van deze raad, maar op de publieke tribune zit. Velen van U weten, dat een van onze zeer trouwe bezoeksters die daar neem ik aan niet alleen uit hoofde van haar functie maar ook uit hoofde van haar persoonlijke interesse aanwezig is, Mevrouw Tineke Zwart. Een journalist, die naar drie jaar deze raad gevolgd heeft en verslag van heeft gelegd, ons gaat verlaten. Drie jaar, mis schien dat het in Uw beleving tropenjaren en zes jaar is. Wij danken U voor Uw aanwezigheid hier. Het ga U goed in Uw nieuwe functie en welkom aan Uw opvolger. Dan de afronding om toch nog een paar dingen even goed te maken. Ook dat is niet gebruik om meteen met grote geschenken in de raad te komen, maar een enkele keer mag dat wel. Ik wou dit overhandigen aan de heer Wijnen. Voordat er moeilijke vragen komen. De heer Den Braber heeft

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1991 | | pagina 152